Pamela, door haar ouders genoemd naar een personage uit de
televisiereeks Dallas, ‘wilde al geisha zijn sinds ze de leeftijd had om iets
te willen worden’. Die fascinatie begon bij Yoko Tsuno, een stripfiguurtje dat
ze als kind zo goed en zo kwaad ze kon imiteerde. Wegens gebrek aan opleiding
tot geisha in het Franse stadje Melun-Sénart besluit Pam ‘om zich “op de
werkvloer” te scholen’. Ze begint te werken in het plaatselijke Japanse
restaurant; een Japans restaurant gerund door Chinezen ‘die profiteerden van
het feit dat ze in het westen zo stom zijn geen verschil te kunnen zien tussen
een Chinees, een Japanner, een Koreaan of een Thai’.
In het restaurant leert ze dr.
Atsura kennen, die haar belooft op te leiden tot geisha en haar meeneemt naar
Parijs. Daar installeert hij haar in zijn ‘Japanse winkeltje’, waar ze elke dag
met de bonsaiboompjes praat en zijn vrouw haar inwijdt in de traditionele
Japanse theeceremonie. ’s Avonds slaapt hij met haar, opdat ze haar talenten
zou kunnen ontwikkelen. Op een dag komt Thad haar winkel binnen. Thad, een
echte Bretoener, was als kind gefascineerd door de cowboy gespeeld door Steve
McQueen en een personage uit de serie Kung Fu. Later leest hij het boek De steen en de sabel en besluit een
echte samoerai te worden.
Als hij Pamela ziet
praten met de bonsai, is hij helemaal uit het lood geslagen. Ze krijgen een
passionele relatie, gevoed door hun gedeelde fascinatie voor de Japanse cultuur
en tradities. Die passie verandert voor Thad al vlug in een gevoel van
afhankelijkheid, alsof hij niet meer zonder Pamela kan. Die afleiding past niet
bij zijn status als krijger. Om weer orde te scheppen in zijn hoofd, besluit
hij naar de enige plaats te reizen die daartoe in staat is: Japan. Hij laat een
briefje achter voor Pam: ‘Ik ga weg, sorry’.
Het Japanse winkeltje, Artus’ debuut, is een magisch-realistische
roman over de kracht van verhalen, de invloed van populaire cultuur op het
alledaagse leven en hoe ideaalbeelden soms aan stukken kunnen vallen. Het is
een roman over liefde, dat natuurlijk ook. De grote kracht van dit boek schuilt
ongetwijfeld in de bijzonder mooie taal van Artus, die al bijna net zo magisch
is als de roman zelf.
Ik weet niet of dit een roman is
die iedereen zou kunnen bekoren. Daar is hij, naar mijn gevoel, soms iets te
absurd voor. Bretoense jongen wil cowboy worden, dan samoerai, ziet zijn
tekenfilmhelden overal opduiken en wordt door hen uiteindelijk naar een Japans
klooster geleid – je moet van een bepaalde gekheid houden om de rare wendingen
van dit verhaal te kunnen smaken. Voor wie door die oppervlakkige laag heen kan
kijken, wordt het Japanse winkeltje echter meer dan louter een roman over twee
jonge mensen met onrealistische dromen, maar wordt het een reflectie op de
hedendaagse samenleving waarin iedereen kan worden wat hij/zij wil. En over hoe
dat soms lukt, en soms niet.
Isabelle Artus: Het Japanse winkeltje, Wereldbibliotheek,
Amsterdam 2018, 255 p. ISBN 9789028427358. Vertaling van La petite boutique
japonaise door Martine Woudt. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan