‘Een labyrint van vele soorten eenzaamheid en
alleen-zijn ’: zo omschrijft Johanna Spaey in het voorwoord bij haar Kleine encyclopedie van de eenzaamheid
de ervaring die ze opdeed bij het redigeren van haar boek. In alfabetisch
gerangschikte lemma’s, die ze ‘volledig naar eigen zin heeft opgevuld (ib.) en
van ‘aardappeleters’ (naar het werk van Vincent van Gogh) tot ‘zwerver’ reiken,
benadert zij, zonder daarbij exhaustief of allesomvattend te willen zijn, de
vele momenten waarop eenzaamheid zich manifesteert, nu en in het verleden.
Vaak komt ze daarbij verrassend uit de hoek. Onder het
lemma ‘baren’ heeft ze het bv. over het feit dat ‘nergens anders dan bij de
geboorte de ontologische eenzaamheid van de mens zo scherp wordt vastgelegd.’
Een uitspraak die inderdaad ‘beladen klinkt’ bij iets wat veel ouders als
magisch en overweldigend ervaren. Vanuit haar lectuur - filosofen als Levinas,
Kierkegaard en Nietzsche, maar ook literatoren, Rilke onder meer en diens
beroemde ‘Wie nu geen huis heeft bouwt er zich geen meer’, en beeldend
kunstenaars als Camille Claudel – onderbouwt zij het geheel van haar
overpeinzingen.
Op andere momenten grijpt zij terug
naar gekende en herkenbare situaties. Hoe bv. de alleenwonende zijn
hulpeloosheid moet overwinnen (‘als een alleenstaande expliciet hulp moet
vragen aan een ander, voelt dat in veel gevallen alsof hij of zij iemand tot
last is’). Of als ze het heeft over de magie van een pelgrimstocht naar
Santiago de Compostella: ‘een luxe vlucht uit de ratrace.’ Sterk geëngageerd is
wat ze zegt aan het Syrische jongetje Aylan, dat in 2015 op de vlucht naar
Europa verdronk voor de Turkse kust:
‘Je weet het niet, maar bij alle
volgende verkiezingen gaan de debatten over eigenwijze, ongewenste
vluchtelingen en asielzoekers. Ze eigenen zich je verhaal toe en negeren je
lichaam. Nog elke dag lig je ergens op het strand.’
Eenzaamheid laat zich moeilijk
definiëren. In die zin stemt de uitspraak van Nietzsche over ‘Venetië’ tot
nadenken: ‘Een honderdtal diepe eenzaamheden vormen samen de stad Venetië – dat
is haar magie. Een symbool van de mens van de toekomst.’ Ontroerend dan weer is
het lemma ‘Oorlogsbrief’, waaruit Spaey’s blijvende interesse blijkt voor De
Eerste Wereldoorlog (denk aan haar romans Dood
van een soldaat of De eenzaamheid van
het Westen) en waarin zij citeert uit het gedicht dat Roland Leighton
(1895-1915) schreef voor zijn verloofde Vera:
‘Violets from Plug Street Wood,
Think what
they have mean to me –
Life and hope and love to you’.
Of, zoals Johanna Spaey het zelf aanreikt onder het lemma
‘Landschap’: ‘Pas als ik opnieuw word verlaten, want zo gaat het toch altijd,
nestel ik me weer tussen de soldatengraven, de kruisen, de treurende engelen en
de plastic bloemen. Ik heb op die momenten meer lief wat niet van mij is dan
wat mijn leven me wel heeft gegeven.’
Johanna Spaey: Kleine
encyclopedie van de eenzaamheid, De Geus, Amsterdam 2018, 319 p. ISBN
9789044539691. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan