Nederlands proza

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2019

Jan Cremer: Jayne

door Christophe Van Eecke

Me Tarzan You Jayne: Jan Cremer over Jayne Mansfield
 
Na Odyssee: Fernweh en Odyssee: Sirenen lag het voor de hand dat Jan Cremers volgende boek het derde luik zou zijn van de nieuwe Odyssee-cyclus, waarin hij in niet geringe mate zijn eigen mythe herschrijft. Vreemd genoeg wordt de publicatie van deze cyclus (waarvan het volgende deel reeds voor voorjaar 2019 is aangekondigd) hier onderbroken met een boek over Cremers kortstondige maar intense affaire met de Amerikaanse filmster Jayne Mansfield.  
 
Dat is om verschillende redenen opmerkelijk. Aangezien het tweede deel van de Odyssee-cyclus een prachtige ode aan zijn geliefde Loes Hamel was, is het vreemd dat zijn memoires over zijn relatie met Jayne niet gewoon een luik in die nieuwe cyclus mochten zijn. Een boek voor elk van de belangrijke vrouwen in Cremers leven: dat lijkt een goed concept. Alles wordt nog opmerkelijker als men bedenkt dat het in dit boek gepubliceerde materiaal is overgenomen uit het eerdere Ik Jan Cremer: Derde Boek (2008). Dat is op zijn zachtst gezegd ongewoon. Wat is de zin van een dergelijke duplicatie? Is het louter commercieel cynisme of gaat er ook een diepere artistieke logica achter schuil? Het is in elk geval niet de eerste keer dat Cremer zo’n truuk uithaalt: jaren geleden was Wolf (1993) immers al een distillatie van de autobiografische hoofdstukken uit De Hunnen (1983).

Alleen Cremer kent vermoedelijk het hoe en waarom van dergelijke démarches, maar zo’n publicatiestrategie verplicht ons wel om het materiaal rond Jayne Mansfield hier als op zich staand boek te lezen en te evalueren. Als dusdanig beschouwd, komt Jayne moeizaam uit de startblokken: de eerste tien pagina’s zijn verwarrend en schetsmatig. Het lijkt alsof Cremer hier heeft geprobeerd om een voorgrond of aanloop te creëren voor het materiaal dat uit het Derde Boek is gelicht. Dat voelt stuntelig en gekunsteld aan. Maar van zodra het voorbereidende werk achter de rug is, krijgen we Cremer op volle kracht. Met veel bravoure vertelt de auteur hoe hij door de filmster, aan wie hij zijn eerste onverbiddelijke bestseller Ik Jan Cremer (1964) had opgedragen, hem sommeert om haar te begeleiden tijdens een tournee door Zuid-Amerika. Wat volgt, is een picareske roman waarin Cremer zich gegijzeld weet door het entourage van de ster en van de ene louche context in de andere tuimelt. Het verslag wemelt van de corrupte onderwereldfiguren, hoeren, wapens, nachtclubs, hysterie, geld en alcohol, en een algehele atmosfeer van decadente degeneratie. Op een bepaald moment wil Cremer ons doen geloven dat een fan de gevel van het hotel heeft beklommen waar Mansfield verblijft en dat iemand vervolgens op diens vingers trapt wanneer hij zich vastklampt aan haar balkon, waarna de ongelukkige te pletter stort. Indien dat een waar verhaal is, zijn wij en Cremer getuige geweest van een moord waar verder geen gevolg aan wordt gegeven.
 
Het is duidelijk dat de hyperbool regeert in dit boek, waar elke pagina vol staat van geweren, seks, geweld en alcohol. Ongetwijfeld was Cremers Zuid-Amerikaanse avontuur in het kielzog van Mansfield een hallucinante ervaring, maar de auteur heeft zijn verslag hier en daar behoorlijk gepimpt. Mansfield komt uit het boek naar voren als een onzekere en kwetsbare vrouw die ook zeer intelligent en bijzonder doortrapt is. Het is geen flatteus portret, maar ondanks de alomtegenwoordige hyperbool wel overtuigend en menselijk. In zijn oorspronkelijke context was dit verhaal omgeven door de verdere cowboyverhalen die het Derde Boek vulden en het verhaal wint onmiskenbaar aan kracht door op zichzelf te worden gepresenteerd. In die zin voelde Cremer misschien dat hij iets goed had te maken ten aanzien van Mansfield: ze hoorde niet gewoon een verhaallijn te zijn in een ander boek, maar het onderwerp van een eigen boek. Door de hoofdstukken uit het eerdere boek over te nemen heeft Cremer evenwel geen poging ondernomen om zijn eerdere portret van Jayne bij te stellen. Dat betekent dat hij ook de literaire stijl van het Derde Boek aanhoudt en die is pittig journalistiek en sterk aangezet. Deze stijl mist evenwel de scherpzinnigheid van Cremers beste werk, waardoor Jayne niet echt een Cremer grand cru kan heten. Het is in elk geval geen monument voor een geliefde zoals het indrukwwekkende Sirenen dat wèl was.
 
Jan Cremer: Jayne, De Bezige Bij, Amsterdam 2018, 168p. ISBN 9789403135908. Distributie Standaard Uitgeverij 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri