Joep Kuiper heeft de titel van zijn jongste
bundel niet toevallig gekozen: Hoop over
been verwijst naar de dubbele manier waarop de dichter tegen het leven
aankijkt. Aan de ene kant is er sprake van hoop, de vastberadenheid of op zijn
minst de intentie om verder te doen in een tijd die weinig aanleiding biedt tot
optimisme. Aan de andere kant verwijst dat echter de aanvaarding van het
weinige dat het bestaan ons soms biedt (met een allusie op de uitdrukking ‘vel
over been’).
Die dubbelheid is inderdaad tekenend voor wat de lezer hier krijgt aangeboden.
Veel van de gepresenteerde personages en situaties onderstrepen de vervreemding
van de hedendaagse mens. Ze bevinden zich in een grootstedelijke, maar
onherbergzame ruimte en ze zijn veelal onderweg, maar tegelijk ontbreekt
blijkbaar een concreet einddoel. Dat wordt onder meer verbeeld door
verwijzingen naar een hoogtechnologische wereld. Veel solidariteit is er
overigens niet, want met enig cynisme wordt aangegeven hoe de westerse mens
omgaat met de armoede en de hongersnood in de wereld of met vluchtelingen die
hun geluk elders willen beproeven. Ironie wordt in deze gedichten wel vaker
aangewend als een middel om de eigen machteloosheid uit te drukken. Die ironie
spreekt allereerst uit de onderkoelde en haast emotieloze toon van het
dichterlijke ik, dat zo laconiek mogelijk gebeurtenissen registreert.
Daarbij verwijst de
dichter niet enkel naar de eigen tijd maar ook naar het verre verleden en de
verre toekomst. In die zin beschouwt hij de mens als een oponthoud in een veel
ruimere geschiedenis van het universum; het eigen bestaan wordt daardoor
nietig, ook al lijkt het in ons bewustzijn groots en haast onoverzienbaar. In
enkele gedichten wordt daarbij opgeroepen tot waakzaamheid, en een enkele maal
wordt zelfs een apocalyptisch beeld opgehangen van de planeet die terug door
fauna en flora wordt opgeëist. <br
/>
Tegenover die vele
uitdagingen en problemen houdt het ik zich overeind. De intimiteit van de
liefdesrelatie biedt troost en een houvast, maar halfweg de bundel valt ook die
baken weg. Wat rest, is bijgevolg slechts een ‘Parachute’, een sprankel hoop en
volharding:
‘als zelfs het gras in de wei
voor je wegrent
als er geen mens is om je hand vast te houden
het beste wat
je kan doen:
weer opstaan en het opnieuw proberen’
Kuiper weet die
gedachten boeiend te vertolken in verzen die bijzonder leesbaar, maar tegelijk
ook aansprekelijk zijn. Zijn diagnose van onze samenleving is haarscherp en
kritisch, maar om de hoek lonkt telkens weer de belofte van hoop, zij het ‘hoop
over been’.
Joep Kuiper: Hoop over been, Karaat, Amsterdam 2018, 72 p. ISBN 9789079770359
deze pagina printen of opslaan