De laatste ‘homo universalis’. Zo ging hij de
geschiedenis in. Leonardo di ser Piero da Vinci (1452-1519) is de bastaardzoon
van een notaris die werd ingewijd in de ‘artes mechanicae’ (ambachtelijke
kunsten), en als leerling in de ateliers van Verrocchio, Donatello en
Michelangelo werkte. Met die laatste kon hij niet opschieten – dat gevoel was
naar verluidt wederzijds – en de geschiedenis maakte van de twee eigenzinnige
kunstenaars elkaars tegenpolen.
Da Vinci was erg
productief maar ook wispelturig. Vele van zijn artistieke projecten bleven
onafgewerkt. Zo hebben we geen beeldhouwwerken van hem, en vele schilderijen
voltooide hij niet. Da Vinci was echter ook architect en ingenieur, die, zoals
we weten, met opzet fouten in zijn ontwerpen stopte zodat die niet konden
worden gekopieerd. De tekeningen inbegrepen pende de linkshandige Da Vinci 60 à
100.000 pagina’s vol, waarvan er ons zo’n 16.000 bereikt hebben, in zijn
spiegelschrift (niemand weet echt waarom).
Die
geschriften zijn grotendeels online beschikbaar in het Italiaans
(www.leonardodigitale.com). 500 jaar na zijn dood brengt classicus Patrick
Lateur een thematisch-chronologische bloemlezing in vertaling, die hij toelicht
in de inleiding en verder in een vrij uitgebreid voetnotenapparaat. De lezer
weze gewaarschuwd: In Leonardo literair
detecteer je geen rode draad, je moet de fragmenten gewoon traag savoureren. De
vertaling omvat: maximes, fabels, bestiarium, grappige anekdoten, raadsels en
voorspellingen, maar ook essayistische teksten over kennis, schilderkunst,
memoires en brieven. Een paar citaten:
‘Rups.
Over de deugd in het algemeen.
Dankzij oefening en ijver weeft
de rups met bewonderenswaardige kunstvaardigheid en ingenieus vakmanschap om
zich heen een nieuwe woning, en daaruit komt ze later naar buiten met mooie,
kleurrijke vleugels waarmee zij zich hemelwaarts verheft.’
‘Waar het geluk binnentreedt, begint afgunst een belegering en bekampt
het. En waar het verdwijnt, laat het verdriet en berouw achter.’
‘Wie weinig nadenkt, begaat veel fouten.’
Lateurs eclectische selectie
geeft de lezer een wat gekleurde inkijk in de geest van Da Vinci. Zo probeert de ‘homo universalis’ zijn zogenaamde
minderwaardigheid te counteren: hij mocht dan wel een bastaardzoon zijn,
een autodidact die het Latijn niet machtig was, hij had de wereld wel wat te
bieden met zijn (ironische) wijsheden, dierenverhalen en andere bespiegelingen.
Literair in de traditionele zin is hij niet, maar de fragmenten getuigen van Da
Vinci's genialiteit en zijn universele karakter.
Leonardo Da Vinci: Leonardo literair, Athenaeum-Polak & Van Gennep
Amsterdam 2019, 288 p. Vertaling door Patrick Lateur. ISBN 9789025309114.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan