De Tsjechische auteur Egon Hostovsky
(1908-1973) geldt als een van de meest prominente Midden-Europese schrijvers
van de twintigste eeuw. Hij zou eveneens familie zijn van Stefan Zweig én
bevriend zijn geweest met Graham Greene. Deze laatste omschreef Hostovsky’s
stijl als ‘een complexe sfeer van zwarte humor, melodrama en wanhoop’.
We mogen daarom
verheugd zijn dat uitgeverij Zirimiri met een Nederlandse vertaling van de in
1947 voor het eerst verschenen roman Vreemdeling
zoekt kamer komt – in een zeer aantrekkelijke uitgave bovendien, die alleen
al omwille van het omslagontwerp onze aandacht verdient. In deze roman zitten
we gedurende een half jaar dokter Marek op de hielen, een Tsjechische banneling
in het New York van net na de Tweede Wereldoorlog. Zijn enige doel (zo verraadt
de titel al) is het vinden van een rustige kamer met daarin een geschikte tafel
om ongestoord aan een wetenschappelijke verhandeling te kunnen werken.
Zijn contacten binnen
de Tsjecho-Slovaakse gemeenschap in de stad, zijn oude kennissen en het toeval
doen de arts op erg uiteenlopende verblijfplaatsen belanden, bewoond door al
even gevarieerde personages. De kamers kunnen meestal op goedkeuring rekenen,
maar het is Mareks buitengewone karakter dat telkens weer voor spanning zorgt.
Aanvankelijk verrast door zoveel eerlijkheid en voorkomendheid verkeren zijn
huisgenoten in geen tijd in een gloedvolle waas van mildheid, totdat hij hen op
bepaalde vanzelfsprekendheden wijst en hen daarmee een oncomfortabel gevoel
bezorgt, waarna zijn gastheren hem liever zo snel mogelijk kwijt dan rijk zijn.
Op die manier
blijft de hoofdpersoon een eeuwige vluchteling, waarin we een parallel met het
leven van de auteur zelf kunnen ontwaren. Als Jood moest Hostovsky eerst op de
vlucht slaan voor de nazi’s, waarna hij als intellectueel ook plots niet langer
veilig was in Tsjechoslowakije na de communistische staatsgreep. Na vele
omzwervingen vestigde hij zich uiteindelijk in de Verenigde Staten. Daarom
kunnen we ons de vraag stellen over wie de schrijver het heeft wanneer hij
dokter Marek de volgende woorden in de mond legt: ‘Gast zijn, eeuwig gast zijn
– ondermijnt het zelfvertrouwen.’
Niettemin is de toon doorheen het hele boek erg scherpzinnig,
overladen met donkere humor, zelfs op die plekjes waar je ze amper kan
verwachten. De zo gecreëerde kilheid en afstandelijkheid tegenover de omgeving
waarin de dokter zich beweegt, geeft ons als lezer wel de mogelijkheid om met
hem mee te voelen, de pijn te ondergaan van een man die – hoe hardnekkig hij
ook zijn best doet het tegendeel te bewijzen – helemaal alleen op de wereld
blijkt te zijn. Zo alleen zelfs dat hem al eens de neiging overvalt te bellen
met de maagd Maria, jawel.
Vreemdeling zoekt
kamer is zonder enige twijfel een boeiende vertelling over een bijzonder
tijdsgewricht. En net omdat onze huidige tijd niet veel moet onderdoen wat
onzekerheid en turbulentie betreft, doet de roman met momenten vers en
ongedateerd aan.
Egon Hostovsky: Vreemdeling zoekt kamer, Zirimiri, Nederland 2018, 237 p.
Vertaling van Cizinec hledá byt door Edgar de Bruin. ISBN 9789490042141.
Distributie EPO
deze pagina printen of opslaan