Nature Writing

BOEKEN NR. 8, SEPTEMBER 2019

Mark Cocker: Our Place: Can We Save Britain's Wildlife Before It Is Too Late?

door Kris van Zeghbroeck

Mark Cocker (1959) is een bekende Britse auteur, ornitholoog en natuuronderzoeker. Hij groeide op in Buxton (Derbyshire), de toegangspoort tot de Peak District National Park. Die vroege blootstelling aan de fauna en flora van het gebied, waren essentieel in zijn prille evolutie als natuurkenner. Hij studeerde Engelse literatuur aan de University of East Anglia (Norfolk).

Daar werd hij ondergedompeld in de belangrijke Oost-Engelse natuurgebieden en landschappen, waaronder het kustgebied van Noord-Norfolk, Breckland en The Broads National Park. Dat vormde de inspiratie voor het gros van de meer dan negenhonderd artikels die Cocker over de natuur schreef voor de nationale en regionale pers. Hij woont en werkt op het platteland in Claxton (Norfolk) met zijn gezin.

Als milieuactivist werkte Cocker voor de RSPB (1985), English Nature (nu Natural England 1985–86) and BirdLife International (1988–89). In 1998 bestudeerde hij het culturele belang van vogels in West-Afrika (Benin en Kameroen) dankzij een Winston Churchill Travel Fellowship. Hij heeft intussen (naast enkele biografisch-historische publicaties) een achttal boeken bij elkaar geschreven waarin ‘modern responses to the wild, whether found in landscape, human societies or in other species’ centraal staan. (Wikipedia.org)

Bekende natuurboeken van hem zijn Birds Britannica (2005, gebaseerd op Flora Britannica van Richard Mabey), Crow Country (2007, genomineerd voor de Samuel Johnson Prize 2008), Birds and People (2013, met foto’s van natuurfotograaf David Tipling), Claxton: Field Notes from a Small Planet (2015, genomineerd voor de Wainwright Book Prize 2015) en het recente Our Place: Can We Save Britain's Wildlife Before It Is Too Late? (2018, opnieuw genomineerd voor de Wainwright Book Prize 2019). Van Cocker werd nog niets in het Nederlands vertaald.

Mark Cocker legt de lat hoog voor zijn nature writing volgens het principe van ‘the poetry of fact’: ‘I would say there's a large body of writing on nature that is inaccurate, that sentimentalises nature, interpreting nature in a way that suits the writer...The facts are subjugated by the writer's feelings. But my writing is in the poetry of fact. This is not a shallow piece of study. I have found almost every paper on the subject in the English language.’ (The independent)

Naast het adagium ‘true to nature’ wordt Cocker gedreven om de enorme rijkdom aan culturele betekenis van de natuur in kaart te brengen. Hij combineert biologische wetenschap, natuuractivisme en culturele antropologie en is daardoor bijzonder goed geplaatst om de relatie tussen mens en natuur en de impact van de mens op de natuur kritisch te belichten.

Groot-Brittannië heeft een diep cultureel gewortelde, haast idyllische relatie met het platteland en de natuur. Maar het pastorale Engeland, waarin de wortels liggen van de Britse traditie van nature writing, bestaat nog nauwelijks. De teloorgang van natuur, de achteruitgang van wildlife, flora en insectenpopulaties zijn overweldigend. Wat rest van pittoreske plekjes kent vaak een gebrek aan biodiversiteit.

Mark Cocker gaat op zoek naar wat rest van de natuur in het Verenigd Koninkrijk en hoe het te lijden heeft onder de impact van de mens. De vos op de cover van het boek is een voorbeeld hoe verlies aan habitat van de vos een opportunistische stadsbewoner heeft gemaakt. Waar eeuwenlang cultuurlandschappen met landschapselementen garant stonden voor diversiteit, hebben industrialisering, monocultuur en giftige bestrijdingsmiddelen de bodem 'dood' gemaak om goedkoop voedsel te produceren.

In de traditie van William Cobbetts Rural Rides (1822) reist Cocker door het land en graaft naar de historische ontwikkelingen die het landschap achteruit gesteld heeft voor algemene, politieke en commerciële belangen. Grote organisaties als de National Trust, die nu de Wainwright Book Prize financieel ondersteunt, hebben de natuur lange tijd verwaarloosd. Maar ook grote natuurorganisaties hebben boter op het hoofd omdat het criterium ‘van wetenschappelijke waarde’, veel 'gewone' natuur liet teloorgaan.

Meer dan ooit zijn mensen begaan met de natuur, willen ze er tijd in doorbrengen, zijn ze lid van een natuurorganisatie, maar toch blijft de natuur erop achteruitgaan. De morele vraag is tot welke offers we bereid zijn om de natuur te redden voor het te laats is? Een groot potentieel zijn de tuinen en parken met hun eindeloze gazons. Een grootschalige verruiging van de tuinen, zoals in de praktijk gebracht door Dave Goulson in De tuinjungle, zou het tij kunnen keren om de natuur nog een overlevingskans te bieden.

'Our Place is a radical examination of Britain’s relationship with the land, by one of our greatest nature writers. It asks: why do the British seem to love their countryside, yet live amid one of the most denatured landscapes on Earth? Provocative and original, Our Place tackles some of the central issues of our time'. (Wainwrightprize.com)

Mark Cocker: Our Place: Can We Save Britain's Wildlife Before It Is Too Late?, Vintage London, 2019, 338 p. ISBN 9781784701024. Distributie Penguin RandomHouse Benelux





deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri