In
2004 publiceerde Geert Mak zijn boek In
Europa. Reizen door de twintigste eeuw
(Atlas/Contact 2019). In de proloog bij Grote
verwachtingen noteert hij: ‘Het eindigde in 1999. Het schreeuwt om een
vervolg: wat gebeurde er met de Europese wereld tijdens de turbulente start van
de 21ste eeuw?’ Mak is er zich als historicus maar al te goed van
bewust dat hij aan een delicate opdracht begint:
‘Het is iets tegenstrijdigs: een geschiedenis schrijven
over een tijdvak waar je zelf middenin zit, en over een wereld waaraan je volop
deelneemt. Geschiedschrijving heeft afstand nodig, het laten verstrijken van
tijd is immers nog altijd de beste manier om een overzicht te scheppen.’
Handig is de manier
waarop hij dan ook een soort kunstmatige afstand weet te scheppen: hij richt
zich tot een fictieve jeugdige geschiedenisstudent die in 2069 over onze tijd
een scriptie mag maken. Of, zoals hij noteert: ‘Weer ben ik oprecht jaloers op
mijn student uit 2069. Dikwijls heb ik met hem of haar een kort gesprek, ik
merk dat ik vaak ook van alles van hem of haar wil weten: feiten en verbanden
die over een paar decennia vermoedelijk algemeen bekend zijn maar waarvan ik op
dit moment enkel nog een handvol puzzelstukjes in handen heb.’
Het zijn die
puzzelstukken die Geert Mak in Grote
verwachtingen aanreikt. Wat rest er van het ongebreidelde optimisme waarmee
Europa als instelling de 21ste eeuw binnenstapte? De kerngedachte
die hij daarbij ontwikkelt, komt hierop neer: ‘Nooit lijkt de toekomst op het
heden’. Onzekerheid – een gevolg van de crises die Europa gaandeweg de eerste
twee decennia van onze 21ste eeuw in een verlammende wurggreep
lijken te houden – blijft als een donderwolk hangen boven de verdere evolutie
van het Europa zoals het met vallen en opstaan vorm heeft gekregen.
Kantelmomenten in deze neergang van de Europese gedachte zijn de bankencrisis
in 2008, de eurocrisis en de toenemende golf van immigratie.
Mede aan de hand van diepgaand persoonlijk onderzoek, de
lectuur van richtinggevende boeken die over Europa en de crises werden
geschreven (de indrukwekkende bibliografie aan het slot van het boek getuigt
hiervan), de reizen die Mak ondernam en onderneemt door heel Europa wordt in Grote verwachtingen een blik achter de
schermen geboden die - op zijn minst gezegd – tot nadenken stemt en finaal
neerkomt op de vraag hoe en om welke redenen de ‘collectieve besluiteloosheid’
altijd weer komt meespelen. In zijn epiloog stelt Mak onomwonden, als antwoord
op de vraag of er ‘ooit iets als een Europese identiteit’ kan ontstaan: ‘De
Europese pioniers koesterden oprecht die hoop. Wij weten wel beter, zeker na de
crises van het afgelopen decennium.’
Voor de lezer van Grote verwachtingen komt het er op aan
zich door het (vaak herhaalde) cijfermateriaal heen te worstelen en zo de
krachtlijnen van het heden en de mogelijke impact ervan op de verdere toekomst,
te ontdekken. Hoe lang nog zal de financiële sector, die in een bubbel leeft,
de echte bekommernissen van de burgers blijven ontkennen, zeker nu blijkt dat
de armoede overal toeneemt? Wat met de Europese solidariteit als het erop
aankomt de immigratiecrisis aan te pakken? Wat met het ‘wir schaffen das’ van
Angela Merkel, dat hier in een sprekend perspectief wordt geplaatst? Wat met de
Brexit, totaal onvoorbereid en echt een drama omdat hier (weer eens) de
‘botsing tussen de magie van het nationalisme en de complexiteit van de moderne
wereld’ wordt geïllustreerd? wat met een schertsfiguur als Donald Trump? En hoe
ver reikt de invloed en tactisch uitgekookte aanpak binnen dit alles van iemand
als Vladimir Poetin?
Overkoepelend idee bij al deze bedenkingen is het spanningsveld dat door
Mak wordt aangeraakt binnen de antithese tussen ‘ruimte’ en ‘plaats’: ‘Ruimte
staat voor dynamiek, voor mogelijkheden, voor lucht en vrijheid, maar ook voor
de risico’s die onvermijdelijk horen bij het bewandelen van nieuwe, onbegaande
wegen. […] Plaats is de plek waar we ons thuis voelen, waar traditie en omgangsvormen
voorspelbaarheid, orde en veiligheid samenbinden.’ En, zoals hij even verder
noteert: ‘Ook binnen het Europese project was de balans tussen ‘ruimte ‘ en
‘plaats’ uit het lood geslagen. De ‘ruimte ‘ vrat de ‘plaats’ steeds meer op.’
In en tijdens zijn onderzoeksproject is voor Mak duidelijk
geworden: ‘We betreden in deze jaren – met als duidelijke markering de crisis
van 2008 – een gevaarlijke overgangsfase, en wel de overgang van een
internationale orde die op regels, afspraken en instituten als de VN en de EU
is gebaseerd naar een zogenaamde multipolaire wereldorde.’ En zeker is voor Mak
dat ‘de sleutelwoorden van de toekomst steeds minder ‘vooruitgang’ en ‘succes’
zullen zijn, en steeds vaker ‘overleving’. En, als aanwijzing voor de politici,
als hij het heeft over het klimaatvraagstuk, deze gedachte: ‘ze moeten mondiaal
gaan denken, en ook nog eens op de zeer lange termijn.’ Iets verder dus dan de
verkiezingen die maken dat de zekerheid van het goedbetaalde baantje
onaangetast blijft.
Geert Mak: Grote verwachtingen, Atlas/Contact, Amsterdam 2019, 557 p. ISBN
9789045039770. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan