De
pijngrens voorbij
Thomas Meerman ligt met hoge
koorts in bed. Al jaren droomt de zieke schrijver van 'het ideale,
niet-gebeurende verhaal, een verhaal als talloze, uit een hoge hoed getoverde,
nergens heen lopende konijnen'. Hij ijlt. En jawel, uit zijn koortsdromen
springt zo'n konijn tevoorschijn, in de vorm van een obsessie voor Leonie en
Jitka, de twee vrouwen die uit Thomas' leven zijn verdwenen. Leonie of Jitka?
Hij weet het niet. Beiden? Hij droomt dat hij, Leonie en Jitka voorgoed met
elkaar verbonden zijn.
In de roman En in de nacht een riem voert de
Nederlandse dichter en auteur Chrétien Breukers (1965) als protagonist een
schrijver op, die geënt lijkt op hemzelf. Een schrijver die zich – van de
eerste tot de laatste zin – zo lamlendig voelt dat hij nauwelijks kan bewegen.
Thomas Meerman
denkt terug aan zijn jeugd als 'een zak vol bakstenen om zijn nek'. Hij doet
zijn best om zich een gelukkig moment te herinneren. Leonie, zijn eerste grote
liefde, betekende het einde van zijn jonge jaren. Ze kregen twee dochters.
Leonie lepelde hem leeg en hij haar. Ze schraapten nog wat op de bodem, maar
het was op. Toen kwam de zestien jaar jongere Jitka in zijn leven.
Echt schrijven lukt
Thomas al enige tijd niet meer. Sinds Leonie en Jitka weg zijn, is zijn taal
leeg. Tussen twee koortsaanvallen tuurt Thomas in de voorraadkast. Hij hoeft
nog niet naar de supermarkt. Hij eet bijna niets, uit angst om zijn obsessie
voor de verdwenen Leonie en Jitka kwijt te raken. Beiden weigerden zijn muze te
worden. Hij kijkt naar films waarin met pijn wordt geëxperimenteerd, droomt dat
Leonie en Jitka over zijn lot beslissen. Ze gooien het op een akkoordje,
blijven op een afstand naar hem staan kijken. Hij is hun speelkaart. Ooit gaven
zij zich over aan hem, onderwierpen zich aan de pijn en het genot. Nu ligt híj
daar, weerloos.
De poëzie heeft Thomas achter zich gelaten. 'Losse woorden vliegen hem
naar de keel.' Hij schrijft verbrokkeld, een beetje zoals de series waaraan hij
verslaafd is. Jitka zei dat hij een eigen taal moest zoeken, een nieuwe taal.
Daar is Thomas al jaren mee bezig; hij vindt alleen brokstukken, losse zinnen.
Is dat zijn nieuwe taal? Sinds 2016 schrijft hij 'En in de nacht een riem'. Het
meeste heeft hij weggegooid of geschrapt. Er zijn alleen fragmenten gebleven.
Thomas ziet verschillende opties: hij kan op gruwelijke wijze het verleden
vermoorden, er een verhaal van maken, het volhangen met fictie, of het negeren.
Een substantie
die de losse fragmenten met elkaar zou kunnen verbinden, is er aanvankelijk
niet. Handig ontwijkt Thomas een mogelijke rode draad: de waarheid. Zijn
verhaal hangt met haken en ogen aan elkaar, is vormeloos, brokkelig. Koel,
afstandelijk, bijna zakelijk, beschrijft Breukers Thomas' gedachten en
fantasieën. Elk sentiment wordt onderdrukt.
Overdag kun je makkelijk doen
alsof de waarheid er niet toe doet, 's nachts niet. Thomas kijkt naar series,
waarin hij overeenkomsten zoekt met zijn eigen leven. Uren en dagen propt hij
vol met series om zo min mogelijk aan Leonie en Jitka te denken. 'Buiten de
serie is het woest en ledig.' Hoe dan ook leiden beelden, dromen en
herinneringen hem terug naar het verleden, naar de plek waar de pijnbank, de
waarheid, wacht. Verhalen beginnen te klonteren in zijn hoofd.
Uit melancholie en
pijn spinnen woorden een dunne, rode draad. Thomas verzet zich tegen de tekst
die ontstaat. Hoe ga je om met de pijngrens? Ga je erdoor of niet? Is de riem
oké? Voor hem is de riem prima. Hij denkt aan sadistische porno. Iedereen moet
gestraft worden: Leonie, Jitka, hij, liefst allemaal samen. 'Heel veel verschil
maakt het niet, pijn geven of pijn hebben.' Hij blijft zich tegen het verhaal
verzetten dat zijn leven zou kunnen zijn; zijn dromen worden steeds
gewelddadiger. De pijn is allesoverheersend.
De koorts houdt aan. Uit Thomas'
hoofd groeit een gewei. Ooit was hij een sterk dier. Een stervend dier is het
eenzaamste beeld dat je kunt bedenken. 'Er is niemand die een hand op zijn kopt
legt. Hij moet de oversteek alleen maken.' In een ultieme droom lopen Leonie en
Jitka voorop. Ze marcheren, nemen hem mee, binden hem vast. De vrouwen
onderwerpen hem aan pijn boven een grens. 'Dit is geen literatuur', zegt
Leonie. 'Dit is het echte leven', vult Jitka aan en haalt de riem boven. Met
terugwerkende kracht wikkelt de pijn zich als een rode draad van waarheid om
zijn geestesflarden, spoelt zijn leven terug als een film, schept een verhaal.
Wat laat
Breukers zijn boek bloeden! Meedogenloos geselt hij zijn protagonist tot die
door de knieën gaat en zich alsnog overgeeft aan de waarheid en het verhaal dat
zijn leven is. De kans is groot dat ook de lezer zich ietwat beurs zal voelen
na het lezen van deze genadeloze, excentrieke roman. Laat de poëtische kracht
ervan de pijn overstemmen.
Chrétien Breukers: En in de nacht een riem, Uitgeverij Oevers,
Zaandam 2019, 144 p. ISBN 9789492068330. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan