Eigenlijk bestaan er
slechts twee vragen die er echt toe doen. Wat verlang ik van dit leven? En waar
kom ik vandaan? Ze van een deugddoend antwoord voorzien, is minder
vanzelfsprekend. Het vergt moed en doorzettingsvermogen. Met Vaderliefde buigt de bejubelde
Nederlandse auteur P.F. Thomése zich over de laatste kwestie. Niet het minst
omdat elke familiegeschiedenis op zich al een vat vol verhalen is en de
inspiratie er als het ware voor het grijpen licht – een droom voor elke
schrijver.
Thomése had bovendien het geluk
een vader te hebben die er een erezaak van maakte om de naam van de familie de
tand des tijds te laten overleven, verzot als hij was ‘op familiemythes waarin
iedereen plotseling onvoorstelbaar belangrijk scheen’. Dat de auteur in zijn
research al eens op onwaarheden botste, flagrante leugens zelfs, deert hem in
eerste instantie niet. Het blijft immers heroïscher te geloven dat je afstamt
van de Franse aristocratie dan van een anonieme Haarlemmer. Hij draagt dan ook
zelf lustig bij aan de mythevorming: de hiaten in de familiestamboom vult hij
naar eigen goeddunken in, weliswaar onder voorbehoud en met de nodige zorg.
Beide ouders
zijn ondertussen gestorven en begraven. Zijn vader enkele decennia geleden al,
zijn moeder pas vorig jaar. Het feit dat Thomése zich pas na hun dood waagt aan
dit boek, geeft een indicatie van de emotionele geladenheid van het onderwerp. Geconfronteerd
met zijn eigen eindigheid – hijzelf is plots de eerstvolgende in lijn om het
tijdige voor het eeuwige te verruilen – beseft hij immers dat er ook heel wat
onuitgesproken is gebleven.
In die stiltes, zo ondervindt
hij, schuilt een verklaring voor wat er van zijn ouders is geworden. Zijn
moeder, Betty, omschrijft hij als iemand vol angst en zelfhaat, die zich
wegcijfert voor anderen en emoties mijdt als de pest. Het valt hem moeilijk positief
over haar te schrijven. ‘Lang heb ik gedacht dat ik haar haatte, totdat ik
merkte dat ik niet wist wie ik zou
moeten haten’, noteert hij. Toch zijn de verhalen uit haar jonge jaren frivool,
levendig. Wat is er in tussentijd gebeurd?
Ook zijn vader, Frits, was een
beloftevolle leerling, over wie iedereen het eens raakte dat hij het zou
schoppen tot in de hoogste echelons van het land. Maar toen brak de Tweede
Wereldoorlog uit en slaagt hij er nadien zelfs niet meer in om zijn hogere
studies af te ronden. Waarom toch is deze rasverteller blijven zwijgen over
deze ingrijpende jaren?
Thomése moet roeien
met de riemen die hij heeft: een handvol geërfde dozen en restanten uit
archieven. Soms zijn de scènes vurig en schetsen ze in
enkele wilde penseelstreken een andere tijd, prachtig om te lezen. Maar
evenzogoed druipen de twijfel en kwetsbaarheid van de bladzijden. Want: ‘Aldus
hebben wij samengeleefd in wederzijdse afwijzing van elkaars levenskeuzes. Een
tijdje, tot ze allebei dood waren. En nu wil ik van alles van ze weten wat ze
me niet meer kunnen vertellen.’
In Vaderliefde graaft P.F.
Thomése diep in zijn familiegeschiedenis. Hij botst zo op allerhande verhalen,
en komt uiteindelijk dichter tot zichzelf. Een beter begrip van de grond
waaruit je bent voortgekomen, gunt je meer inzicht in jezelf. Behalve als je op
je eigen vindingrijkheid bent aangewezen. In zo’n geval kan de situatie twee
richtingen uitgaan: je blijft verweesd achter, als een verloren zoon, of je
vindt het vertrouwen in je ouders terug. De titel van deze roman geeft in dat
opzicht al een aanwijzing.
P.F. Thomése:
Vaderliefde, Prometheus, Amsterdam 2019, 251 p. ISBN 9789044642735. Distributie
Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan