In januari van dit jaar verscheen in de prestigieuze reeks ‘Mercure de
France’ van Gallimard Piano ostinato
van Ségolène Dargnies. Deze debuutnovelle werd terecht meteen bejubeld met woorden
als subtiel, delicaat, slim gecomponeerd en ritmisch meeslepend. Die termen
werden niet toevallig gekozen, want Dargnies’ eersteling gaat over muziek. Ze
vertelt het verhaal van de Parijse pianist Gilles Sauvac die van kindsbeen af
geoefend heeft en zich helemaal op zijn carrière gestort heeft tot hij is wat
hij is: een beroemd muzikant.
We ontmoeten hem echt niet aan de piano, maar in het
zwembad, waar hij sinds enige tijd traint. Via flash backs komen we te weten
dat de muziek, die hem tot grote hoogtes in zijn leven heeft gevoerd, hem ook
tot in de diepste dalen heeft meegesleurd. Met name het pianoconcerto van
Robert Schumann betekende haast zijn ondergang. Als hij, tegen het advies van
zijn agent in, zich helemaal stort op het instuderen van dit aartsmoeilijke
stuk, forceert hij zich zowel fysiek als psychologisch. Om goed te kunnen
studeren sluit hij zich zowat op, maar daarmee sluit hij zich ook af van de
buitenwereld met als gevolg dat zijn echtgenote Clara hem in de steek laat.
En blijkbaar heeft hij zich ook nog eens overtraind. Dat
komt aan het licht tijdens de uitvoering van het concerto: zijn middelvinger
wordt enorm pijnlijk en weigert uiteindelijk dienst. Dat lijkt het einde van
zijn carrière: hij moet rust houden, mag niet meer spelen, raakt in geldnood en
ruilt zijn riante appartement voor een eenkamerflat waar zijn piano net in kan,
tenminste als hij bereid is om er voor de helft onder te slapen. Hij komt in
een depressie terecht en ontwikkelt zwarte gedachten tot hij het zwemmen
ontdekt. Dat blijkt helend en rustgevend te werken. Langzaam aan neemt hij het
piano spelen weer op, met kleine stukjes in plaats van de grote, romantische
meesterwerken en hervindt zo het plezier in de muziek. Het hoeft nu niet meer,
het mag, en hij bereidt een bescheiden recital voor met muziek van Bach. Het
boek sluit hoopvol met de zin: ‘Vervolgens neemt Gilles plaats achter de
piano.’
Piano ostinato gaat over iemand die zich
verliest, maar zichzelf ook terugvindt. Gilles maakt noodgedwongen tabula rasa,
maar slaag erin opnieuw te beginnen: het zwembad is een freudiaanse metafoor
voor een nieuwe geboorte, en Bach staat voor een terugkeer naar de essentie van
de muziek. Het totale opgaan in Schumann, de geniale maar psychologisch
instabiele componist zorgt voor een gevaarlijke identificatie. De parallellen
zijn duidelijk: ook Schumann overtrainde zijn hand, waarna hij de droom van een
carrière als virtuoos moest opbergen, de naam van diens vrouw was eveneens
Clara, en in een vlaag van waanzin wierp hij zich in het water, waarna hij als
een psychologisch wrak in een instelling stierf. Ook Gilles werpt zich dus in
het water, maar hij komt er als een nieuw mens uit: gezuiverd en gelouterd.
Ségolène Dargnies: Piano
ostinato, Vleugels, Bleiswijk 2019, 76 p. ISBN 9789078627944. Vertaling
van Piano ostinato door Marijke Arijs.
deze pagina printen of opslaan