Na The Best of Delphine Lecompte
(2018), waarin de dichteres haar werk als het ware bloemleesde tot een (deels
ironisch bedoelde) synthese, ligt alweer een lijvige nieuwe bundel voor. Het
recept is onderhand bekend. Lecompte schrijft steevast lange teksten, met lange
regels en vijfregelige strofen als basisvorm: het is een hele uitdaging voor
een typograaf om die grote brokken overzichtelijk op een pagina te krijgen. In
het geval van Vrolijke verwoesting is
geopteerd voor een nogal klein lettertype, wat de leesbaarheid niet altijd ten
goede komt maar wel de structuur van de gedichten duidelijk laat zien.
Die haast
mathematische structuur lijkt een soort van hek waarbinnen tal van beelden,
personages en gebeurtenissen krioelen. Wie nog maar een strofe van Lecompte
leest, komt immers terecht in een ‘wonderland’ dat in de Nederlandse literatuur
van vandaag zijn gelijke niet kent. Dat bevreemdende amalgaam is al aanwezig op
de kaftillustratie, met een idyllisch hoevedecor (met een koe en een kippenhok)
waar op de hooizolder een vrouw voorover ligt met de rok omhooggeschoven, ten
prooi van twee dwergachtige figuren die haar met takken willen afranselen. Het
is een voorstelling vol contrasten, waarbij ook het perspectief haken en ogen
vertoont. In al die opzichten gaat het om een beeld dat deze gedichten haast
perfect illustreert. Lecompte confronteert de lezer immers met verhaaltjes
waarin zijzelf een hoofdrol speelt maar die op allerlei manieren een gewiekst
spel aangaan met de conventies van verhalen en van de literatuur. Het
fantastische verschijnt daardoor als een eigenzinnige variant van de reële
wereld, eerder dan als een louter product van de verbeelding.
Dat geldt zeker voor de
personages die hier hun opwachting maken. Sommige ervan zijn ongetwijfeld al
bekend uit eerdere bundels, maar hoe dan ook maken ze deel uit van de avonturen
en de ontmoetingen van het lyrische ik. Dat ik is een vrouw die belust is op
aandacht en seks maar die tegelijk hartstochtelijk de dromen koestert van een
kind, compleet met de ridder op het witte paard; zij is beurtelings doortrapt
en naïef, een manipulator en een slachtoffer. Het gevolg van dat vreemde en
bijzonder ambigue personage is wel dat de ‘waarheid’ van de verteller al even
problematisch wordt. Haar lust om te fabuleren leidt ertoe dat de wereld voortdurend
in een ander, meer spectaculair en vooral grotesk daglicht wordt geplaatst. Er
zijn oude getrouwen, zoals de oude kruisboogschutter en de bedeesde zeepzieder,
maar ook nieuwe figuren. Ondanks het gebruik van dergelijke sjabloonachtige
kenmerken verwijzen de personages doorgaans naar reële personen uit de
entourage van de dichteres, maar onder haar pen worden ze uitvergroot en veel
avontuurlijker. In die zin zou men zelfs kunnen stellen dat uiteindelijk alle
personages in dit universum afspiegelingen zijn van de ik-persoon die als
regisseur van haar eigen leven en dat van anderen optreedt.
Het fantastische karakter van deze gedichten is daarom niet
vrijblijvend. Wie door het speelse, haast surrealistische weefsel van beelden
en motieven heen kijkt, ontdekt een wereld waarin het lot en het toeval een
grote rol spelen. Het overweldigd worden is daarbij een sleutelmotief; dat
geldt zowel voor de (al dan niet seksuele) agressie als voor de verliefdheid.
Het heeft er alles van weg dat de dichteres haar persoonlijke trauma’s in haar
poëzie een podium geeft. Haar therapeutische project resulteert echter ook in
aanstekelijke poëzie die humoristisch is maar vaak ook een tragische ondertoon
bezit. Net dat broze evenwicht wordt door Lecompte op een unieke wijze
vertolkt. Sterker nog, doordat al die motieven nauw verweven worden tot een
intrigerend geheel is deze grillige bundel voor mij haar beste realisatie tot
dusver.
Delphine Lecompte: Vrolijke
verwoesting, De Bezige Bij, Amsterdam 2019, 156 p. ISBN 9789403167107.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan