Onmetelijk
begrensd
In een
afgelegen stadje in de Australische vlakte arriveert een filmmaker. Door de
gesloten jaloezieën van zijn hotelkamer dringt ondraaglijk hel zonlicht binnen.
De plainsmen, de traditionele bewoners van het onherbergzame gebied,
treffen elkaar in de bar om theoretische gesprekken te voeren over datgene wat
hun leven beheerst: de vlakte. De filmmaker luistert naar hun gesprekken.
De barre,
genadeloze vlakten van het Australische binnenland inspireerden Gerald Murnane
tot taaltoverkunst in The Plains (1982). Dit benevelend lucide werkje
verscheen zopas in een uitmuntende vertaling van Thijs van Nimwegen en Sander
Grasman. In De vlakte herschept Murnane, in een geheel eigen taal, het
onmetelijke landschap tot een wereld van herinnerde verzinsels, een 'landschap
van de geest'. De geest ziet hij, net als de vlakte, als grenzeloze ruimte.
Ruimte die smeekt om opgevuld te worden.
In de bar staan machtige,
invloedrijke landeigenaren talrijke smekelingen te woord. Ze lijven kunstenaars,
historici, ambachtslieden en dichters in, om hen te helpen hun persoonlijke
visie op de vlakte vorm te geven en uit te dragen. De filmmaker zit met
gespitste oren in een hoek. Het valt hem op dat elke plainsman zich
voordoet als de enige bewoner van een gebied dat alleen hij meent te kunnen
duiden. Hoewel ze allemaal over hetzelfde spreken, lijken hun woorden niet tot
een gedeeld vocabulaire te behoren, maar slechts hun hoogstpersoonlijke visie
op de vlakte te weerspiegelen.
De landeigenaren zijn burgerlijke mannen met een keurig
gazonnetje en bleke, teruggetrokken vrouwen; ze delen een obsessie voor
emblemen en heraldische vormen. Nooit nemen zij een pad dat wegleidt van hun
eigen afgelegen landgoed, uit angst dat ze de plek vanuit de verte niet meer
zouden herkennen. Koppig weigeren ze om het onbekende de verbeelding te laten
beïnvloeden, louter omdát het onbekend is. Dat intrigeert de filmmaker.
De filmmaker vraagt
de landeigenaren om een gunst: of een van hen zijn landgoed als decor ter
beschikking wil stellen voor 'die ene film die de vlakte voor eens en voor
altijd aan de wereld zal openbaren'. Een landeigenaar hapt toe en de filmmaker
krijgt een deel van het landgoed ter beschikking, onbeperkte toegang tot een
labyrintische bibliotheek en de mogelijkheid om de bleekhuidige vrouw des
huizes te observeren. Deze authentieke vrouw van de vlakte zal bepalend worden
voor zijn film.
Twintig jaar later blikt de filmmaker terug op zijn verblijf onder de plainsmen. Al die tijd heeft hij besteed
aan grondige studie van alle aspecten van de vlakte. Van oudsher willen de plainsmen de vlakte een mythisch aura
geven, onder meer door permanent onderzoek. Niets mag daarbij onbelicht
blijven. Reeds lang heerst er rivaliteit tussen twee groepen. Ooit richtte de
ene, geïntrigeerd door het blauwgroen van de horizon, haar focus op de
toekomstige vlakte, de vlakte in de verbeelding; de andere groep koos voor het
aardse, werkelijke en de kleur van goud. Beide facties stelden een manifest op
en voerden onderling polemiek. De twist, publiekelijk gevoerd, kreeg gaandeweg
een politieke lading. Blauwgroen en Oudgoud groeiden uit tot symbolen van de
twee grootste politieke partijen van de vlakte. De kleuren weerspiegelen zich
nog steeds in de hele maatschappij.
Ook vandaag bestuderen
cartografen en wetenschappers patronen, op zoek naar formules die de vlakte in
al haar complexiteit beschrijven. Nog steeds stelt iedere inwoner zich zonder
voorbehoud ten dienste van kennisuitbreiding over de vlakte. Ook de filmmaker
diende zijn plek te vinden in deze maatschappij van individuen. Hij moest zich
bewijzen als plainsman.
Langdurig staart de
filmmaker uit het raam naar de vlakte. Die zal zich in zijn geest moeten ontvouwen.
Hij vraagt zich af of wat hij ziet, wat lang en breed beschreven staat in
duizenden boeken die hij geraadpleegd heeft, wel werkelijk bestaat. 'Wat als de
vlakte niet meer is dan een hoofd, waarin niets te zien is wat op vlakten
wijst, als je de schedel open zou maken?' Op een dag kijkt de vrouw des huizes
op naar zijn raam.
Hoe kan hij door haar ogen kijken?
De filmmaker experimenteert met
beelden, collages op het raam. Filmscènes ontvouwen zich uiterst langzaam,
alsof hij eerst vele, vele uren, dagen, weken moest kijken, lezen, onderzoeken,
tot hij in een soort trance kwam en de dingen niet meer van elkaar kon
onderscheiden. Hij wacht op een teken. Ook de lezer wacht, nagelbijtend.
'En dan draaide de
vrouw haar gezicht voluit naar de camera.'
De roman evolueert naar een
filosofische beschouwing over de tijd, een begrip waarover niets stelligs
beweerd kan worden, en mondt uit in een hallucinante keuze van de filmmaker.
Het resultaat is een hybride kunstwerk dat niet zozeer de werkelijkheid
weerspiegelt, dan wel het mogelijke: een nieuwe metafoor voor de vlakte.
Langzaam,
krachtig ontvouwt zich een metapoëtisch beeld, zo indringend, zo perfect
geformuleerd dat je alleen maar verbluft naar die volzinnen kunt staren. Een
zeker begrip van de vlakte dringt tot je door, niet in woorden te vatten.
Murnane suggereert meesterlijk een ervaring die je niet kan opslaan in het
geheugen.
Als
tegenwicht voor de hoge dichtheid aan abstracties in De vlakte, is het
raadzaam vooraf de toegevoegde briefwisseling te lezen tussen de Australische
schrijver en de Amerikaan Teju Cole, groot bewonderaar van Murnanes werk. Cole
merkt op – en dat is ook mijn ervaring –
dat Murnane zich lijkt te richten tot één enkele persoon, die hij infecteert
met 'een moment van betoverend idealisme'. De mysterieuze kracht van Murnanes
taal schuilt ten dele in het schaarse gebruik van bijwoorden, voornaamwoorden
en adjectieven, wat de indruk van soberheid wekt. Toch beeldhouwt de schrijver
de ene na de andere rijke, complexe volzin, waarin hij sensaties oproept en
meteen weer versluiert, in plaats van ze letterlijk te beschrijven.
Murnane is een
begiftigd kunstenaar die de taal dermate goed beheerst dat het (ook in de
Nederlandse vertaling) bijna angstaanjagend is. Het is hard werken om De
vlakte enigszins te doorgronden, maar de schrijver beloont de aandachtige
lezer genereus. In de laatste alinea vallen alle puzzelstukjes op hun plaats en
openbaart zich de griezelige essentie van deze geniale roman.
Gerald Murnane: De Vlakte,
Signatuur, Amsterdam 2020, 186 p. Vertaling van The Plains door Thijs van Nimwegen
en Sander Grasman. ISBN 9789056726409. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan