Ter gelegenheid van de
vijfentwintigste sterfdag van de illustere journalist Ischa Meijer (1943-1995)
verschenen niet alleen een bundeling verhalen van vrienden, familie en vrouwen,
Ischa, ook zijn drie bekendste en ophefmakendste romans
werden in één band heruitgegeven. Zo, en niet anders bevat Brief aan
mijn moeder, Een rabbijn in de tropen en Hoeren. De bundel
wordt ingeleid door een voorwoord van zijn laatste geliefde en vrouw, de schrijfster
Connie Palmen. Zij benadrukt de verwevenheid van de drie boeken, de ‘geestelijke
foltering en mishandeling door de eerste vrouw in zijn leven’ in Brief aan
mijn moeder, ‘de zoektocht naar de vader en de betekenis van het jodendom’
in Een rabbijn in de tropen en de ‘gezochte schaamte en walging van de
verschoppeling’ in Hoeren. Zij vormen samen het portret van een gekwetst
en angstig man.
Brief aan mijn moeder (1974) baarde bij de publicatie, halfweg de
jaren zeventig, opzien door de gedurfde onderwerpskeuze en de scherpe toon. Meijer
was de eerste die het aandurfde om de generatie oorlogsslachtoffers niet langer
te sparen, met name zijn ouders. Tot dan werd er steeds voorzichtig omgegaan
met zij die de Tweede Wereldoorlog daadwerkelijk beleefd hadden, in een
concentratiekamp gezeten hadden en/of familieleden verloren hadden. Ischa
Meijer toonde met zijn Brief aan mijn moeder aan dat ook de kinderen van
die eerste generatie slachtoffer waren, en wel van het gedrag van hun ouders,
van het zwijgen over wat ze hadden meegemaakt, van het afwentelen van eigen
leed op hun kinderen. Brief aan mijn moeder verwees in de titel al naar
de Brief an den Vater van Franz Kafka; Meijer schreef eenzelfde
pijnlijke litanie, doorspekt met anekdotes en citaten van zijn moeder.
Een rabbijn in de
tropen(1977) kan gezien worden als een pendant van de eerste roman, een
autobiografisch boek dat handelt over de verhuizing van de familie Meijer naar
Suriname, alwaar de vader de rol van rabbijn op zich nam. Het werk verhaalt
over de relatie tussen een orthodox joodse vader en een seculiere zoon.
Hoeren (1989),
tot slot, is het journalistiek-literair verslag van een man die zich uitgesloten
voelt door zijn verleden en afkomst en daardoor verwantschap voelt met de vrouw
die tegelijk onbereikbaar en zeer bereikbaar is: de hoer.
Waar Ischa Meijer, die door zijn
werk voor onder meer Het Parool en Vrij Nederland, geworteld zat in de
journalistiek, ernaar verlangde gezien te worden als een echt schrijver, en met
zijn romans de wereld van de literatuur betrad, ontstonden de inmiddels
klassiek geworden romans, zoals gebundeld in Zo, en niet anders. Ze doen
alle drie zeer persoonlijk en veeleer journalistiek dan literair aan en
kenmerken zich door een zeer soepele en tegelijk beklemmende schrijfstijl: ze
houden de aandacht van de lezer vast van begin tot eind. Hun belang is
onmiskenbaar voor het beeld van de joodse literatuur in de twintigste eeuw. Daarom
is de keuze ze in één band opnieuw uit te geven van groot belang.
Ischa Meijer: Zo, en niet anders,
Prometheus, Amsterdam 2020, 328 p. ISBN 9789044643879. Distributie Pelckmans
Uitgevers
deze pagina printen of opslaan