Vertaald proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2020

Julia Deck: Een huis dat van ons is

door Elisabeth Francet

Als alle privacy verdwijnt
 
De dikke rosse is niet meer. Eva Caradec vraagt zich af op welk moment een potentiële moordenaar in een feitelijke moordenaar verandert en waarom ze zelf dit plan ten uitvoer hielp brengen. Nochtans behoort zij niet tot het soort mensen dat zich aan dieren vergrijpt.
 
Een huis dat van ons is is de tweede naar het Nederlands vertaalde roman van de Franse Julia Deck. De ik-verteller Eva richt zich tot haar echtgenoot in de gevangenis. Ze brengt haar relaas, zoals zij het zich herinnert, van begin tot eind. Een onthutsend verloop, op enkele maanden tijd, waarvan de dood van de dikke rosse slechts het begin was.
 
Om haar relaas te funderen, keert Eva terug in de tijd, naar het moment waarop Charles besloot om niet meer met de auto te rijden. Hij wilde een rigide, milieubewuste levensstijl. Ook Eva wenste meer ruimte en groen. Het echtpaar, vijftigers, verhuisde van hun appartement in het centrum van Parijs naar een huis met tuin in een nieuwe ecowijk buiten de stad.
 
Een week na de intrek van de Caradecs in de nieuwe wijk arriveerden hun buren. Ongegeneerd palmden de Lecoqs de parkeerplaats voor hun huis in en vrijwel meteen belde Annabelle aan, baby op de arm. De Caradecs, verbouwereerd door zoveel opdringerigheid, raakten bevangen door een gevoel van ontworteling en een diepe vertwijfeling over hun o zo rooskleurige verhuis. De Lecoqs hielden van feestjes en gezelligheid. Met barbecues en rommelmarkten palmden ze de hele wijk in. Roddel en bemoeizucht gedijden er overigens uitstekend: een regelrechte hel voor de discrete, teruggetrokken Caradecs, die zich begluurd, bespied, geïntimideerd voelden. Toen kregen ze de dikke rosse van de Lecoqs in het oog.
 
Wanneer de eerste crisis ten huize Caradec uitbrak, was buurvrouw Annabelle er als de kippen bij, met gespitste oren en wijdopen ogen. Gesmoes en gegiechel in de straat. Eva besefte: 'niets zou hier verborgen blijven'. Nooit waren ze nog alleen. Terwijl Eva wanhopig probeerde enkele contacten met andere buren aan te knopen en dwangmatig goudsbloemen verpotte, sloeg Charles het allemaal cynisch gade of verhoogde zijn doses medicatie, trok een laken over zijn hoofd en hield zich dagenlang schijndood.
 
Tevergeefs. Het roddelcircuit in de buurt werkte feilloos, in tegenstelling tot het ondergrondse verwarmingssysteem op hernieuwbare energie. De straat werd opengegooid. Van 's ochtends tot 's avonds drongen helse geluiden van graaf- en boormachines het huis van de Caradecs binnen. De Lecoqs lieten een nieuw terras aanleggen en de betonmolen in hun tuin zorgde voor de nodige overlast. Een laagje wit stof bedekte het frisgroene gazon van de Caradecs. Tot overmaat van ramp gaven de Lecoqs een feestje tot diep in de nacht, waarvoor iedereen in de straat, behalve Eva en Charles uitgenodigd waren.
 
'Hoe harder we ons op iets anders probeerden te concentreren, hoe dieper de herrie in ons gehoorgang binnendrong, dwars door de oordoppen heen, om onze trommelvliezen te doorboren en door ons hoofd te beuken.' De Lecoqs hadden een uiterste grens overschreden. Misschien zou alles anders gelopen zijn als tegen het ochtendgloren niet de dikke rosse van de Lecoqs op de balkonleuning van de slaapkamer was verschenen.
 
Na de gruwelijke gebeurtenis kantelde alles. Wat het meest ondenkbaar leek, gebeurde. En zij, Eva, had daar alle schuld aan. Enkele dagen later verdween Annabelle spoorloos en gingen de poppen echt aan het dansen.
 
Julia Deck schreef een sterk, duivels verhaal, waarin ze onverbiddelijk het dunne laagje van de geciviliseerde mens afpelt en de complexiteit van relaties in een besloten gemeenschap toont. Een huis dat van ons is legt een huiveringwekkend sociaal spel bloot, beheerst door roddel, afgunst en wraakzucht. Maar het verrassende van deze roman is wat uiteindelijk nóg bepalender blijkt voor het verloop der gebeurtenissen: het taboe. Wanneer het lang verzwegene aan de oppervlakte verschijnt en als een etterbuil openbarst, gaan de sluizen van de hel onherroepelijk open.
 
Julia Deck: Een huis dat van ons is, Vleugels, Bleiswijk 2020, 128 p. Vertaling van Propriété privée door Katrien Vandenberghe. ISBN 9789493186002 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri