Zand is een weliswaar op zichzelf staande, maar toch duidelijk aan Koen
D’haenes thrillerdebuut IJs gelinkte vervolgroman. De openingsscène sleept de lezer in een
beklijvende droomscène meteen mee in de sfeer van wat eraan voorafging in IJs. Een man is in een gletsjerkloof
gevallen (geduwd?) en hoopt – vergeefs lijkt het wel op dat moment – dat zijn
geliefde Sarah hem komt bijstaan. Een herinneringsbeeld dat hem, zoals verder in
de roman duidelijk zal worden, terug zal voeren tot het jaar 2003, toen Sarah
hem omwille van het feit dat hij haar eerder in de steek heeft gelaten, wilde
ombrengen.
Zand speelt zich af in het jaar 2015 op
het eiland Schiermonnikoog. Overigens mag hier reeds gezegd en genoteerd worden:
Koen D’haene wijdt bijzonder sfeervolle pagina’s aan de schoonheid van het
eiland. Daar brengt Sarah, die ondertussen een baantje heeft gevonden in een
Oostendse school, haar vakantie door samen met Tom, de man met wie ze een
LAT-relatie heeft opgebouwd. Op het eiland raakt ze, eerder ongewild lijkt het
wel, in de ban van een zekere Michael, die zich voordoet als eilandgids.
Snel zal blijken dat
hij er vooral op uit is haar te veroveren, dit met toestemming van zijn vrouw,
Ingrid. Het wat en hoe van deze op zich toch wel opmerkelijke houding krijgt de
lezer - we zijn dan bijna aan het slot
van de roman – aangereikt door Ingrid, die Sarah wijst op het gedrag van haar
man:
‘Door de jaren heen is die
jaarlijkse veroveringstocht op het eiland iets wat ik van hem moet kunnen
verdragen. In zijn job is hij het gewoon om met gezag en autoriteit te
handelen. Alle mensen bij wie hij komt, zijn bang voor hem en hij is eraan
gewend dat ze doen wat hij hen opdraagt. Ze hebben geen keuze. Dat dwingende zit
in hem.
Dat
Sarah zelf aan het woord komt, maakt dat de lezer echt gaat meevoelen en
meedenken met haar. Precies door de opdringerigheid van Michael zal ze beseffen
dat ze Tom meer moet bieden dan de losse relatie die ze met hem heeft aangeknoopt.
Wat binnen
deze verhaallaag kan worden gelezen als de zoektocht van de vertellende ik naar
een houvast in haar leven en een poging definitief een streep te trekken onder
haar verleden, waarin het schuldbesef om een drievoudige moord blijft wegen op
haar, wordt afgewisseld met hoofdstukken over Mats, ooit de Zweedse geliefde
van Sarah. Gaandeweg de roman komen de beelden uit zijn verleden weer tot
leven. Hij komt er achter dat Sarah op Schiermonnikoog verblijft en reist haar
achterna, in de hoop althans dat hij haar zal herkennen. Daar en op dat moment
zal hij zich weer in het leven van Sarah manoeuvreren, ook al moet hij daartoe
wel erg drastisch optreden.
Op dit niveau van de roman kiest Koen D’haene er onmiskenbaar
voor het spanningselement geleidelijk op te drijven. Het slotdeel van de roman,
eigenlijk een soort van epiloog die perspectieven opent voor weer een
vervolgdeel, speelt zich af in het najaar van 2015 in Oostende en houdt de
suggestie in van een nieuw begin van de relatie tussen Sarah en Mats. Na IJs (water) en Zand (aarde) kan het vuur weer oplaaien. Of zal alles toch tot
lucht worden herleid? Koen D’haene – zo meen ik te mogen veronderstellen – is
aardig op weg een project op te zetten rond de vier oerelementen.
Koen D’haene: Zand,
LetterRijn, 2020, 227 p. ISBN 97891875991
deze pagina printen of opslaan