Testament is Nina Wähä’s derde boek al, maar het eerste waar ze internationaal
hoge toppen mee scheert. Binnen een paar weken werd het aan negen landen
verkocht en in Zweden stond het na verschijning onafgebroken in de
bestsellerlijsten. Als je de roman leest, begrijp je wel waarom.
De familie Toimi
bestaat uit 14 kinderen, waarvan er 12 nog in leven zijn. De leeftijden van de
kinderen liggen ver uit elkaar: het jongste kind is 6, de oudste zijn achteraan
de 20. De familie woont op een boerderij, in het noorden van Finland. Op het
moment dat het verhaal zich afspeelt, in 1981, wonen enkele kinderen al elders.
Omdat het kerstmis is, komen ze allemaal terug naar huis.
Je moet niet veel over de familie Toimi lezen om te
begrijpen dat de sfeer binnen het gezin vooral kil en afstandelijk is. Dat
heeft vooral te maken met de vader, Pentti, die door iedereen gevreesd wordt –
ook door de moeder. Het verlies van de twee oudste kinderen heeft bij het
koppel een enorme leegte achtergelaten. De oudste kinderen kunnen de ruwheid
waarmee Pentti zijn vrouw behandelt niet meer aanzien en proberen hun moeder
ervan te overtuigen haar man te verlaten. Maar dan breekt er plots brand uit op
de boerderij en is Pentti het enige dodelijke slachtoffer.
Dat er iemand dood zou gaan, weet je als lezer al vanaf de
eerste zin:
‘Dit
is niets anders dan een moordgeschiedenis. Of ja, toch wel, het is nog heel
veel anders. […] Er gaat iemand dood. En daar heeft iemand schuld aan. We
moeten erachter proberen te komen wie. En wie. En waarom.’
Zoals de openingszin zegt, is Testament meer dan een thriller waarbij
je enkel op zoek bent naar het antwoord op die ene vraag. Ja, de dood van
Pentti en wat er zich dan binnen het gezin ontrolt, is de belangrijkste
verhaallijn van de roman, maar de roman wordt eveneens gedragen door de
verhalen van alle gezinsleden en hun uiteenlopende levens en karakters. Meer
dan een whodunit is Testament een sfeerrijk familieverhaal
over machtsverhoudingen, loyaliteit en verwantschap. En over Finland tussen de
Tweede Wereldoorlog en de jaren 1980, een setting die je niet zo vaak ziet in
hedendaagse romans.
De manier waarop deze roman
geschreven is, is licht experimenteel. Aan het begin van elk hoofdstuk blikt
Wähä vooruit op wat er in dat hoofdstuk gaat komen. Dat doet ze alsof het een
samenvatting van een toneelstuk betreft, met termen als ‘personages’ en
‘arena’. Een kleine spielerei, als je het mij vraagt. Een verwijzing misschien
naar haar leven als actrice. Voor mij had het niet gemoeten.
Hoewel het zich afspeelt rond
kerst en het in Finland altijd koud lijkt te zijn, is Testament zo’n boek dat je bij voorkeur in de zomervakantie leest,
als je veel tijd hebt en het in een ruk kunt uitlezen. Ik kan me voorstellen
dat het op die manier in vele hoofden zal kruipen, want de personages uit deze
roman blijven je bij, lang nadat je de laatste pagina hebt omgeslagen.
Nina Wähä: Testament,
Prometheus, Amsterdam 2020, 461 p. ISBN 9789044642889.
Vertaling van Testamente
door Edith Sybesma. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan