Vertaald proza

BOEKEN NR. 7, JULI 2020

Emiliano Monge: Het verschroeide land

door Hugo Van Hoecke

Dag in dag uit geconfronteerd met de gewelddadige realiteit van zijn land heeft de Mexicaanse politicoloog die voor dit verhaal tekent een poging gedaan om de horror die zich afspeelt net bezuiden de grens met de V.S. van zich af te schrijven. Zijn roman mag er dan al uitzien als een road movie waarin twee geliefden in het convulsieve noorden van Mexico elk apart doorheen de bergen een gevaarvol traject afleggen terwijl ze vruchteloos pogen om via de telefoon met elkaar te communiceren, elkaar hun wederzijdse gehechtheid te verklaren zeg maar, in feite brengt hij in de eerste plaats een turbulent getuigenis over de nauwelijks denkbare perversiteiten die zich in die regio afspelen. Toestanden die, letterlijk, haast onbeschrijflijk zijn. Het gebeurt niet zo vaak dat je door een verhaal heen het onvermogen voelt van een auteur om in woorden kleur en klank te geven aan wat hij wil overbrengen. Die onmacht voel je overduidelijk aan, ook al beschrijft Monge de begane gruwelijkheden – en die zijn niet min- behoorlijk sec en (schijnbaar) afstandelijk.
 
Om het infame gezelschap dat deze toestanden creëert meteen bij naam te noemen: het slaat op de georganiseerde mensenhandel, de corruptie van de politie die onder één hoedje speelt met de drugstrafikanten, de systematische verdwijningen, het aftuigen, verkopen of simpelweg vermoorden van migranten op hun trek naar de V.S, tot de bloederige afrekeningen toe tussen de misdaadclans onderling. Monge ‘filmt’ als het ware het genadeloze optreden van deze onverlaten, en tegelijk ook het lijden van hun slachtoffers, mensen die hij niet individualiseert maar benoemt als ‘zij die van heel ver komen’, ‘zij die de grenzen hebben geschonden’, ‘die hun landen zijn ontvlucht’. Waarmee hij wil aanduiden dat zijn verhaal niet episodisch bedoeld is, maar het alomvattend drama aankaart van het absolute lijden veroorzaakt door het absolute kwaad. Dat de hel uit Dante’s Divina Commedia daarbij niet ver uit de buurt is, illustreert hij door verspreid en in cursiefdruk enkele passages uit diens magistrale werk her en der in zijn verhaal in te lassen. De onheilspellende spreuk op de poort van Dante’s hel luidt: ‘Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt’. Zoiets ervaren de Midden-Amerikaanse migranten aan den lijve. Wat zij te verduren krijgen wordt dubbelop geëtaleerd in een tweede reeks cursieve tussenvoegsels, stuk voor stuk citaten ontleend aan getuigenissen opgetekend door diverse mensenrechtencomités.
 
Lichtpunten in dit hallucinante verhaal zijn er niet bijster veel, zelfs niet in het wedervaren van de twee protagonisten, Epitafio en Estela. Beider namen (net zoals vele plaatsnamen) verwijzen niet toevallig naar de dood. Op jonge leeftijd is Epitafio na een brutale overval op zijn ouderlijke woonst overgebracht naar het weeshuis waar ene perfide pater Nicho de plak zwaait. Estela en hij worden er noch min noch meer ‘omgeschoold’ tot leiders van een mensensmokkelaarsbende. En ja (ziehier het mogelijke lichtpunt) zij raken op elkaar verliefd, maar ook daar maakt intern verraad een einde aan. ‘HijdiezovanEstelahoudt’ en ‘ZijdiegekisopEpitafio’ (zo worden zij steevast genoemd) worden zodoende de hoofdrolspelers in een tragedie waar Shakespeare van zou opkijken.
 
Klaarblijkelijk ging het er voor journalist en politicoloog Monge om een ingrijpender vorm te vinden dan de simpele reportage om de eigentijdse holocaust aan te klagen die zijn ‘verschroeide land’ teistert. Fictie bood een uitweg. Maar dan een fictie die niet blijft stilstaan bij deze of gene wandaad, maar die het gebeuren optilt boven het hier en nu en het kosmische proporties aanmeet. Enkele middelen die hij daartoe aanwendt zijn hier al eerder vermeld: het  invoegen van ‘externe’ citaten, zowel uit de cultuurwereld als uit de realiteit geplukt; het ontwijken van elke individualisering eveneens. Wanneer hij toch individualiseert, krijgen zijn figuren een naam toebedeeld die relateert aan de dood. Maar daar bovenop laat Monge zijn taalvaardigheid haar werk doen: het contrast tussen zijn fraai geconstrueerd proza en de grove taal van hen die bezig zijn met het vernietigen van ieders leefwereld kan niet groter zijn. De tegenstelling tussen de natuur die ‘haar dagelijkse gang gaat’ terwijl het ophanden zijnde drama van ontmenselijking zich onstuitbaar ontplooit is dat evenmin.  
 
Deze gitzwarte roman over één van de meest ontaarde regio’s op onze planeet koppelt literair genoegen aan menselijke afschuw. Het genoegen blijft achteraf overeind, maar voor de afschuw wordt geen heling geboden. Het akelige besef van uitzichtloosheid zindert bij de lezer nog lang na.
 
Emiliano Monge:  Het verschroeide land, Wereldbibliotheek, Amsterdam 2020, 366 p. Vertaling  van Las tierras arrasadas door Arie van der Wal. ISBN 9789028427440. Distributie Mythras Books 

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri