Non-fictie

BOEKEN NR. 7, JULI 2020

Geert Mak: Epiloog bij Grote verwachtingen

door Jooris van Hulle

Vorig jaar publiceerde Geert Mak zijn inzicht gevend Europa-boek Grote verwachtingen, met daarin centraal de bedenkingen rond de manier waarop Europa de bankencrisis, de eurocrisis, de immigratie had aangepakt. Als historicus beseft Mak maar al te goed hoe delicaat het is te schrijven over de ‘geschiedenis’ waar je zelf nog letterlijk en figuurlijk deel van uitmaakt. Hij richtte zich precies om die reden tot een student van 2069, een halve eeuw verder in de toekomst dus, met de onderliggende vraag hoe die dan zou aankijken tegen de ideeën die de schrijver formuleert aan het eind van het tweede decennium van de 21ste eeuw.

In de openingsalinea van deze Epiloog bij Grote verwachtingen noteert Mak: ‘Zo’n drie maanden geleden dacht ik dat we klaar waren voor deze periode, dat jij en ik elkaar de hand konden drukken en dat we elk ons weegs konden gaan, ik naar mijn eigen tijd, jij een halve eeuw verder.’ De coronacrisis kwam dan ook als ‘een donderslag bij heldere hemel […] we staan met open mond te kijken naar die abrupte stilstand van onze wereld, beklemd en vooral verbijsterd’. 

Met (voor de hand liggende) verwijzingen naar eerdere pandemieën die Europa hebben getroffen (de pest, pokken, de Spaande griep, aids…) brengt Geert Mak de ontwikkeling, de opgang en de impact van Covid-19 in kaart: hoe aanvankelijk de hele zaak werd afgedaan als een Chinese aangelegenheid, hoe die idee zelfs bleef doorwerken na de uitbraak in Italië en hoe uiteindelijk het verbijsterende besef doorbrak dat het hier gaat om een wereldwijde pandemie. Welke maatregelen werden genomen in de verschillende Europese landen, hoe traag en eigenlijk rijkelijk (te) laat werd gereageerd, hoe de Europese commissie zelf de hele zaak heeft aangepakt: het inspireert Mak tot een aantal fundamentele bedenkingen die nu al een beeld schetsen van een blijvend onzekere toekomst: 

‘Zoals de middeleeuwse pestepidemieën het einde versnelde [sic] van het feodale Europa, zo kan deze pandemie wel eens het einde betekenen van de Amerikaanse – en westelijke – hegemonie.’ 

Of nog: ‘De natiestaat is opnieuw de vanzelfsprekende schuilplaats, het centrum van alles wat beweegt, in dat oude thuis lijken we weer onze troost en veiligheid te zoeken.’ 

Aan het slot wijst Mak erop dat de coronacrisis wel eens een ‘paradigmawisseling’ zou kunnen inluiden, ‘dat virus zal, daar ziet het nu naar uit, een wereld scheppen die minder welvarend minder vrij en minder open zal zijn.’ Mak ziet – en laat dit een direct appel zijn aan het adres van de beleidslieden – ook verder: ‘Deze pandemie is, hoe ingrijpend ook, een verhaal met een begin en een eind, een situatie waarin – zij het met grote moeite het nodige valt bij te sturen. De komende klimaatcrisis is, wat dat betreft, ongenadig: als die eenmaal volop losbreekt is er weinig of niets meer aan te doen. In dat licht is deze pandemie geen goddelijke straf, maar eerder een laatste waarschuwing.’ 

Ik noteerde het reeds aan het slot van mijn bespreking van Grote verwachtingen: waar Europa, waar de hele wereld nood aan heeft, zijn politici met een langetermijnvisie.

Geert Mak: Epiloog bij Grote verwachtingen. Amsterdam, Atlas/Contact, 2020 85 p. ISBN 9789045042916. Distributie VBK België 

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri