Nederlands proza

BOEKEN NR. 7, JULI 2020

Jaap Scholten: Suikerbastaard

door Lisanne Vroomen

Een zoektocht in het heden afgewisseld met een verhaal uit het verleden: zo is de opbouw van Suikerbastaard van Jaap Scholten in een zin weer te geven. Een beproefde methode die eerder gebruikt werd door Stefan Hertmans voor onder andere zijn roman De bekeerlinge. Naast een mengeling van verleden en heden is Suikerbastaard ook een mengeling van feit en fictie. Hoofdpersoon Frederik woont net als Jaap Scholten in Oost-Europa, is schrijver en stamt net als de auteur af van de eigenaar van een machinefabriek: Machinefabriek Dupont in het boek, Stork & Co in het echt. Jaap Scholten waakt er echter voor om zijn boek te dicht bij de werkelijkheid te laten komen. ‘Zo ongeveer moet het gegaan zijn’, besluit hij het tweede deel van zijn boek. 
 
Suikerbastaard begint met onrust in de familie Dupont. In het tv-programma Spoorloos beweert een Ethiopiër, David, af te stammen van grootvader Dupont. Dat is aanleiding voor Frederik om af te reizen naar Ethiopië om uit te zoeken of dit waar is. En zo begint Frederiks zoektocht naar het verleden van zijn opa. Toevallig – ietwat te toevallig naar mijn smaak – gaat jeugdvriendin Mila op zoek naar haar vader die nooit uit Ethiopië is teruggekeerd. Zo ontstaat een dubbele zoektocht met hier en daar wat seksuele spanning.  
De zoektocht naar David – besproken in het eerste deel van het boek – is vrij snel afgerond en loopt eigenlijk met een sisser af. De zoektocht naar Mila’s vader Marinus Hilbrink heeft meer voeten in de aarde. Via brieven, dagboekfragmenten, foto’s en vooral het tweede deel van het boek krijgt de lezer steeds meer zicht op het verleden. Dit tweede deel is een verhaal beginnend bij het moment dat Marinus als twintigjarige voor drie jaar naar Ethiopië vertrekt om via machinefabriek Dupont de suikerfabriek van de Handels Vereniging Amsterdam (HVA) uit de grond te stampen. Marinus heeft dan al een relatie met Mirjam, Mila’s moeder. Het idee is dat hij in drie jaar genoeg geld verdient om samen een goede start te kunnen maken in Twente.
 
De lezer weet echter al dat Marinus na die drie jaar niet terugkomt. De vraag is hoe hij tot deze keuze komt. Dit wordt langzaam aan duidelijk en zo wordt dit historische verhaal over de Dupont-jongens (of Stork-jongens) in Ethiopië ook een tragische liefdesgeschiedenis. Zo weet Jaap Scholten naast de avonturen van Marinus en de historische informatie over de HVA in Ethiopië een goede tweede spanningsboog in zijn werk in te bouwen. Al met al is Scholten hier, met dit spannende en uiteindelijk tragische verhaal over Marinus en Mila’s zoektocht naar hem op zijn best: prettige schrijfstijl en een goed en onderlegd verhaal met avontuur, spanning en tragiek.
 
Een goede en symbolische zet is ook de uiteindelijke ‘ontmoeting’ tussen vader en dochter waarbij zij als het ware elkaars kleren dragen. Dit maakt niet alleen duidelijk dat ze met elkaar verbonden zijn, maar ook dat zij aan elkaar zijn blijven denken, ook al zijn de werelden van het rijke meisje dat opgroeide in Europa en de man gemarteld door de Derg zo verschillend.
 
Dat alles roept wel een vraag op: is het verhaal over David, de mogelijke kleinzoon van grootvader Dupont en echt noodzakelijk? Of zijn de eerste 170 bladzijden enkel een excuus om ervoor te zorgen dat Frederik Mila vergezelt op haar zoektocht naar Marinus? Had dat dan niet eleganter opgelost kunnen worden?
 
Jaap Scholten: Suikerbastaard, Pluim, Amsterdam 2020, 575 p. ISBN 9789492928146 

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri