Een zoektocht in het heden afgewisseld met
een verhaal uit het verleden: zo is de opbouw van Suikerbastaard van
Jaap Scholten in een zin weer te geven. Een beproefde methode die eerder
gebruikt werd door Stefan Hertmans voor onder andere zijn roman De
bekeerlinge. Naast een mengeling van verleden en heden is Suikerbastaard
ook een mengeling van feit en fictie. Hoofdpersoon Frederik woont net als Jaap
Scholten in Oost-Europa, is schrijver en stamt net als de auteur af van de
eigenaar van een machinefabriek: Machinefabriek Dupont in het boek, Stork &
Co in het echt. Jaap Scholten waakt er echter voor om zijn boek te dicht bij de
werkelijkheid te laten komen. ‘Zo ongeveer moet het gegaan zijn’, besluit hij
het tweede deel van zijn boek.
Suikerbastaard begint met onrust in de familie Dupont.
In het tv-programma Spoorloos beweert een Ethiopiër, David, af te
stammen van grootvader Dupont. Dat is aanleiding voor Frederik om af te reizen
naar Ethiopië om uit te zoeken of dit waar is. En zo begint Frederiks zoektocht
naar het verleden van zijn opa. Toevallig – ietwat te toevallig naar mijn smaak
– gaat jeugdvriendin Mila op zoek naar haar vader die nooit uit Ethiopië is
teruggekeerd. Zo ontstaat een dubbele zoektocht met hier en daar wat seksuele
spanning.
De zoektocht naar David –
besproken in het eerste deel van het boek – is vrij snel afgerond en loopt
eigenlijk met een sisser af. De zoektocht naar Mila’s vader Marinus Hilbrink
heeft meer voeten in de aarde. Via brieven, dagboekfragmenten, foto’s en vooral
het tweede deel van het boek krijgt de lezer steeds meer zicht op het verleden.
Dit tweede deel is een verhaal beginnend bij het moment dat Marinus als
twintigjarige voor drie jaar naar Ethiopië vertrekt om via machinefabriek
Dupont de suikerfabriek van de Handels Vereniging Amsterdam (HVA) uit de grond
te stampen. Marinus heeft dan al een relatie met Mirjam, Mila’s moeder. Het
idee is dat hij in drie jaar genoeg geld verdient om samen een goede start te
kunnen maken in Twente.
De lezer weet echter al dat Marinus na die drie jaar niet
terugkomt. De vraag is hoe hij tot deze keuze komt. Dit wordt langzaam aan
duidelijk en zo wordt dit historische verhaal over de Dupont-jongens (of
Stork-jongens) in Ethiopië ook een tragische liefdesgeschiedenis. Zo weet Jaap
Scholten naast de avonturen van Marinus en de historische informatie over de
HVA in Ethiopië een goede tweede spanningsboog in zijn werk in te bouwen. Al
met al is Scholten hier, met dit spannende en uiteindelijk tragische verhaal
over Marinus en Mila’s zoektocht naar hem op zijn best: prettige schrijfstijl
en een goed en onderlegd verhaal met avontuur, spanning en tragiek.
Een goede en
symbolische zet is ook de uiteindelijke ‘ontmoeting’ tussen vader en dochter
waarbij zij als het ware elkaars kleren dragen. Dit maakt niet alleen duidelijk
dat ze met elkaar verbonden zijn, maar ook dat zij aan elkaar zijn blijven
denken, ook al zijn de werelden van het rijke meisje dat opgroeide in Europa en
de man gemarteld door de Derg zo verschillend.
Dat alles roept wel een vraag
op: is het verhaal over David, de mogelijke kleinzoon van grootvader Dupont en
echt noodzakelijk? Of zijn de eerste 170 bladzijden enkel een excuus om ervoor
te zorgen dat Frederik Mila vergezelt op haar zoektocht naar Marinus? Had dat
dan niet eleganter opgelost kunnen worden?
Jaap Scholten: Suikerbastaard,
Pluim, Amsterdam 2020, 575 p. ISBN 9789492928146
deze pagina printen of opslaan