Voor het eerst verschijnt de Tsurezuregusa, een van de grote Japanse literaire klassiekers, in
het Nederlands. Het is geschreven door de Japanse monnik Kenkō,
rond 1330. De auteur diende tot diens overlijden aan het hof van keizer
Godaigo. Daarna legde hij de gelofte van monnik af, maar nam nooit volledig
afscheid van het wereldse leven. Vertaler Jos Vos, die eerder al onder meer De brug der dromen van Junichirō
Tanizaki, Het hoofdkussenboek van Sei Shōnagon en Het verhaal van Genji van Murasaki Shikibu (2013) voor de
Nederlandstalige lezers ontsloot, heeft nu ook Kenkō’s bespiegelingen tot een vlot
leesbaar, toegankelijk werk getransfereerd.
Vos verantwoordt de keuze die
hij maakte voor een andere titel dan een letterlijke vertaling van de al jaren
in zwang zijnde Engelse titel Essays in
Idleness: de ‘probeersels’, of ‘essays’ waaraan gerefereerd wordt, gaan
over het schijnbaar achteloos en in willekeurige volgorde neerpennen van
gedachten en observaties. Vos verheft ze tot ‘kunst’, een nuance waarvoor ook
iets te zeggen valt. Want de gedachten van de in het volle leven staande monnik
betreffen alles behalve het rumoer en de opstanden die er tijdens zijn leven in
zijn woonplaats plaatsvonden. Monnik Kenkō vraagt zich in zijn werk eerder
af hoe ‘goed’ te leven of observeert hoe bijvoorbeeld de etiquette verandert
doorheen de tijd.
Dat doet hij aan de hand van anekdotes en herinneringen. In 273 korte
stukjes geeft hij de lezer zo allerlei lessen mee. Lengtes variëren tussen
enkele zinnen tot een paar pagina’s. Samen met Het hoofdkussenboek (Makura
no Zoshi) is de Tsurezuregusa
algemeen erkend als het beste voorbeeld van het genre van de zogenaamde zuihitsu, losse, schijnbaar
fragmentarische gedachten en observaties, in willekeurige volgorde achter
elkaar gezet. Kenkō zelf nam Het hoofdkussenboek
als voorbeeld van zijn bespiegelingen, hij verwijst immers al in zijn eerste
stukje naar het legendarische werk. Zelfs de gebruikte vorm – het opstellen van
lijstjes – heeft Kenkō zo nu en dan geleend, zie bijvoorbeeld zijn opsomming van
Weerzinwekkende dingen: ‘Als er te
veel spullen rondslingeren in een woonvertrek. Een overvloed aan penselen bij
je inktsteen. Een overvloed aan Boeddhabeelden in een privékapel.’ Gelukkig, de
laatste zin over dit onderwerp luidt: ‘Hoe overvloedig ook, boeken op een
boekenwagentje en afval op een afvalhoop zijn niet weerzinwekkend.’
In tegenstelling tot
Sei Shōnagon
echter had Kenkō een vrij pessimistisch wereldbeeld – de vergankelijkheid
en het verlies van goede manieren prevaleren boven het zien van schoonheid. Zo
vermeldt Kenkō het verval van goede manieren: waar men vroeger nog ten
opdracht ‘Steek die lamp aan!’ gaf, meent men nu te kunnen volstaan met een
simpel ‘Aansteken’, aldus een van zijn observaties. Andere onderwerpen die aan
bod komen, zijn het gebruik van ossenkoetsen en de hoogte van de hoeden aan het
hof.
Jos Vos
vertaalde recentelijk zowel Makura no
Zoshi als Tsurezuregusa; zijn
wetenschappelijke omkadering vinden we in voetnoten onder aan elke bladzijde. In
beknopt bestek vertelt hij de lezer meer over het tijdsgewricht waarin Kenkō zijn
gedachten neerpende en welke betekenis de kennis van de Japanse karakters
toevoegen aan het beter begrijpen van dubbelzinnigheden of poëtische beelden.
Fijn ook is te zien dat Vos de eigenlijke Japanse karakters toevoegt. In zijn
begeleidend schrijven verwijst Vos ook naar nuttige Nederlandstalige
naslagwerken die de tijdgeest waarin Kenkō leefde, begrijpelijk
uiteenzetten. Natuurlijk kan niet alles in een vertaling, en mag van de lezer
enig initiatief tot opzoeken verwacht worden als hij meer wil weten. Maar
waarom was er bij de uitgave van de (tweede) Nederlandse vertaling van het hoofdkussenboek wél ruimte voor een
uitgebreid voorwoord waarin niet alleen meer werd verteld over de historische
periode, maar ook vertaalproblemen aan bod kwamen en bij de eerste uitgave van De kunst van het nietsdoen niet? Het is
een beetje een gemiste kans, omdat dergelijke achtergrondinformatie relatief
gemakkelijk terug te vinden is in Donald Keenes literaire naslagwerk Seeds in the Heart – dezelfde Keene
trouwens die in 1967 de standaardvertaling in het Engels zou leveren van de Tsurezuregusa. Ook Individualism and the Japanese van Yamazaki Masakazu gaat onder meer
diep in op specifiek Kenkō en zijn tijd.
Dat alles neemt niet weg dat De kunst van het nietsdoen een fijn
leesboek is – vlotte, goedlopende en heldere zinnen waarboven het makkelijk
wegdromen en mijmeren is. De klassieke Japanse beelden van kersenbloesem en
keizerlijke verzen zijn aanwezig en ook humor ontbreekt niet. De bijdrage die Jos Vos in het verleden en nu opnieuw
leverde aan de ontsluiting van de Japanse literatuur kan niet voldoende
onderstreept worden; ook De kunst van het
nietsdoen – als werk dat een blijvende stempel drukte op de ontwikkeling
van de Japanse cultuur en literatuur – is nu gelukkig voor de Nederlandstalige
lezer beschikbaar gemaakt.
Kenkō: De kunst van het nietsdoen,
Van Oorschot, Amsterdam, 2020, 195 p. ISBN 9789028210462. Vertaling van Tsurezuregusa
door Jos Vos. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan