Poëzie

BOEKEN NR. 8, SEPTEMBER 2020

H.C. ten Berge: In tongen spreken

door Dirk De Geest

H.C. ten Berge is onderhand de tachtig lentes voorbij, maar zijn literaire werk heeft nog steeds niet aan vitaliteit ingeboet. De schrijver blijft met een bewonderenswaardige productiviteit boeiend werk afleveren in diverse genres. De afgelopen jaren bundelde hij verhalend proza en essays en dagboekbladen, en nu ligt een bundel met nieuwe gedichten voor. In tongen spreken biedt een mooie staalkaart van de constante thema’s in Ten Berges oeuvre. De titel is bijzonder treffend gekozen: hij verwijst enerzijds naar het dichtbije-lichamelijke, anderzijds naar de magische kracht van poëzie en taal. In het christelijke Pinksterverhaal maar in tal van mythologieën is er sprake van een visionair of profetisch spreken dat verder reikt dan het waarneembare en het begrijpelijke. Met zijn grote aandacht voor andere culturen heeft ook Ten Berge die droom vaak in zijn werk ter sprake gebracht.   

Zijn jongste bundel reikt dan ook opnieuw naar de verte én naar de diepte vanuit de overtuiging dat niet enkel de dichter zelf maar de gehele mensheid gebaat is bij een ruimere blik. Die visie brengt de dichter in de buurt van de sjamaan en de mysticus. Dat programma wordt al aangezet in de openingsreeks ‘Zeven simpele verzen’. Het zijn schitterende gedichten die telkens een facet laten zien van de spanning die de dichter fascineert: de spanning tussen het onooglijke en het overweldigende, tussen het momentane en het eeuwige, tussen het werkelijke en het mysterie… Ten Berge weet die gedachten echter op te roepen en onontkoombaar te maken door zich te concentreren op herkenbare ervaringen en waarnemingen. Formeel rijgen deze gedichten zinnen en associaties aan elkaar waardoor het zo typische contrast tussen fragmenten en gehelen ontstaat dat Ten Berges werk kenmerkt; het is geen toeval dat hij gefascineerd is door de legendarische Canto’s van Ezra Pound. In de loop der jaren is de dichter erin geslaagd om daarbij muzikaliteit en ritme tot hoge toppen te voeren, en dat meesterschap is in deze opener duidelijk merkbaar.
 
Met dat programma is de toon gezet. De daaropvolgende reeksen exploreren dat mythische, visionaire dichterschap op uiteenlopende manieren. Dat gebeurt onder meer door een exploratie van de onderwereld in gedichten en korte bedenkingen in proza. Eerst krijgen de middeleeuwen ruimte, met het motief van de mollen die ondergronds feest vieren op de lijken; het is een carnavalesk thema dat de normen van de bovenwereld op zijn kop zet. Vervolgens kiest Ten Berge voor zijn geliefde Mexico, met een aantal canto-achtige teksten waarin de mythologie van de Azteken in poëzie wordt omgezet. Ook hier wordt de grens bespeeld tussen leven en dood, deze en de andere wereld, met extatische ervaringen als resultaat. De toelichtingen in proza moeten de bedoeling en de diepere betekenis van die zoektochten naar inzicht en waarheid verduidelijken. De dichter is immers niet enkel een visionair, hij stelt zich ook op als een leermeester die het hermetische en het encyclopedische beeldenpark van zijn gedichten tracht te situeren en te duiden. Dat blijkt ook uit de reeks waarin hij ontmoetingen met verwante en bevriende dichters uit heden en verleden simuleert.
 
Dat Ten Berge gefascineerd wordt door ruimten en landschappen is ook nu weer alomtegenwoordig. In een van de afdelingen roept hij de seizoenen beeldrijk op, maar ook nu weer versmelt de omgeving met de menselijke figuren; in deze reeks wordt ook duidelijk hoe het vroege werk uit de jaren zestig in feite naadloos aansluit bij wat de dichter vandaag neerschrijft. Andere gedichten gaan over Zuid-Afrika, en de bundel sluit af met verzen die de legendarische Poolreizen uit het begin van de vorige eeuw in herinnering roepen. In tongen spreken bevat inderdaad veel nieuw werk, maar van een fundamentele vernieuwing is geen sprake. De dichter doet wat hem bezielt, maar zijn avonturen zijn wel toegankelijker dan eertijds. Hoe dan ook is een meester van de taal aan het woord, die daarenboven doelbewust grenzen wil verkennen en zijn lezers dwingt om met hem mee te gaan op zijn kosmische tochten. 
 
H.C. ten Berge: In tongen spreken, Atlas/Contact, Amsterdam 2020, 109 p. ISBN 9789025459321. Distributie VBK België 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri