Nadia Terranova wordt getipt als een van de
toonaangevende vrouwelijke auteurs in Italië. Haar werken, die zowel proza als
kinderboeken omvatten, krijgen vaak lovende recensies. Haar naam prijkt
geregeld op shortlists voor literaire prijzen en Terranova’s debuut, Gli anni al contrario (2015, ‘De tegenstrijdige jaren’), kaapte er
heel wat weg. In recensies lees je weleens dat ze met haar talent het nog
overwegend mannelijke literaire landschap kan bijstellen. In interviews licht
Terranova op haar beurt graag haar auteurschap verder toe. In haar teksten
verweeft ze duidelijk autobiografische elementen, zonder dat ze ook meteen haar
alter ego wil opvoeren. Zo is de vroege dood van haar vader een constante, maar
dat betekent niet dat schrijven een therapeutische activiteit is. Integendeel,
schrijven is een ziekte, waarmee je een trauma of een conflict scherpstelt,
zonder het echter op te lossen.
Met dat principe in het achterhoofd lijkt Terranova Afscheid van de geesten, dat
oorspronkelijk in 2018 verscheen, te hebben neergepend. Bij aanvang van de
roman, wordt de Siciliaanse Ida, die naar Rome is uitgeweken om zich te ontdoen
van haar verleden, teruggeroepen naar Messina. Haar moeder heeft haar
gealarmeerd laten weten dat het ouderlijke huis compleet vervallen is geraakt.
Ook het dak staat nu op instorten, al was dat al duidelijk bij Ida’s vertrek.
Bij haar terugkeer realiseert ze zich hoe hard ze het verleden heeft trachten
te vergeten. Alles in dat huis, van het stof en de kalk tot de kakkerlakken,
herinnert zich aan de verdwijning van haar vader, die daarvoor jarenlang
worstelde met een depressie. ‘Tegen de dood die hem in de tang had en aan het
bed kluisterde had hij de toverspreuk uitgesproken: mij behoort niets meer
toe.’
Aan haar
moeder en Ida behoren dan weer die vele herinneringen en het grote gemis, die
in de aanwezigheid van die twee vrouwen alleen maar scherper worden. Smeulende
conflicten laaien weer op en Ida kan haar leefwereld alleen maar interpreteren
als varianten op eenzelfde driehoek: haar moeder, haar vader en haarzelf.
Terranova beschrijft raak de beklemmende sfeer in het ouderlijke huis in
Messina, maar als lezer heb je lang de indruk dat Afscheid van de geesten het zoveelste boek is over een verknipte
moeder-dochterrelatie. Ook de structuur van de roman komt wat gekunsteld over.
Terwijl de drie delen lijken dan wel drie aspecten van de afwezige vaderfiguur
weer te geven, lijken de vele ‘nocturnes’, korte beschouwingen tussen de
hoofstukken door, niet goed in te schuiven in de vertelling.
De roman ademt dan weer wanneer
Ida in dialoog gaat met andere personages. Het gaat dan niet zozeer om de
telefoongesprekken met haar man Pietro, intermezzo’s die de spanningen tussen
dochter en moeder on hold zetten, maar wel om het fragment waarin Ida een
opname van haar vaders stem ontdekt. Daarnaast heb je de confronterende
ontmoetingen met jeugdvriendin Sara en Ida’s jongere vriend Niklos. Sara doet
haar vriendin driemaal tot inzicht komen: Ida heeft zich ziekelijk
vereenzelvigd met haar verdriet en anderen, ook Sara, ervan slaaf gemaakt
terwijl het hoofdpersonage, de ik-verteller, ook blind was voor het verdriet
van anderen. Sara is bijvoorbeeld nooit de abortus en de daaropvolgende
diagnose van kinderloosheid te boven gekomen. Wat later vertrouwt Niklos haar
toe hoe hij gebukt gaat onder de dood van zijn grote liefde, die omkwam bij een
ongeluk waaraan hij geen schuld trof.
Op het einde van het verhaal
moet Ida afscheid nemen van een vriend en kan zo het verlies van haar vader
eindelijke een plaats geven, misschien wel tegen Terranova’s schrijversprincipe
in. De titel van een haar hoofstukken, ‘Ongelukkigheid was niet de regel voor
iedereen maar de uitzondering van ons huis’, blijft niet overeind.
Nadia Terranova: Afscheid van de geesten, Cossee,
Amsterdam 2020, 221 p. ISBN 9789059369207. Vertaling van Addio fantasmi door Etta Maris. Distributie
Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan