Over de Spaanse
ballingen na de burgeroorlog (1936-1939) is al heel wat geschreven, in het
bijzonder over hen die naar Latijns-Amerika gevlucht zijn. Maar over de
Spanjaarden die toen in Oost-Duitsland verzeild geraakt zijn, weten we veel
minder. Met haar debuutroman, Dingen die je meeneemt op reis, geeft de
beloftevolle schrijfster Moreno Durán ons een inkijk in dit veeleer onbekende
deel van de geschiedenis van Spanje én Duitsland. Het boek vertelt het verhaal
van de familie van Katia, die met haar ouders en jongere zus in Oost-Berlijn
woont, in de toenmalige DDR. De familie is het slachtoffer van zowel de Spaanse
burgeroorlog als de Tweede Wereldoorlog, maar evengoed nog van de Koude Oorlog
(1947-1991). Die periode van gewapende vrede tussen de communistische en
kapitalistische wereld leidt in 1961 tot de bouw van de Berlijnse Muur. Het
verhaal loopt van 1956 – op dat moment is de oorlogsravage in Oost-Duitsland
nog erg zichtbaar – en eindigt in 1992, drie jaar na de val van de Berlijnse
Muur. De data boven de hoofdstukken geven de lezer telkens een belangrijk
aanknopingspunt. Daardoor komen die cruciale bladzijden in de Duitse
geschiedenis ons weer helder voor de geest. Een pijnlijke geschiedenis, waarbij
Moreno Durán niet alleen de wereld van een gespleten stad oproept, maar ook die
van een gebroken familie.
Van bij de eerste bladzijden grijpt dit boek je naar de
keel door de poëtische stijl en de ontroerende fragmenten over een liefdevolle
vader. Ondanks de armoede en de moeilijke leef- en werkomstandigheden blijft
hij toch positief, is hij zo zorgzaam voor zijn vrouw en twee dochters, en verliest
hij zijn gevoel voor humor niet. In die eerste hoofdstukken zien we ook de
sterke band tussen Katia en haar vader. En dan, plots, vlucht Katia naar het
Westen, een beslissing die ze achteraf als ‘lichtzinnig’ omschrijft, als ‘halsoverkop’,
maar die zo diepmenselijk is: een jong meisje wordt verliefd op een jongen uit
de duizend en dat ze hem volgt, is dan ook heel begrijpelijk. Ze droomt van een
nieuw leven, een nieuw begin, maar de gevolgen zijn niet te overzien. Niet
alleen voor haarzelf, maar ook voor haar familie die ze heeft achtergelaten. Pas
op het eind komen we het hele verhaal te weten, na de val van de Muur.
Moreno Durán slaagt
erin de tegenstellingen tussen Oost- en West-Duitsland zeer gevat te schetsen.
We zien hoe de vader blijft geloven in de idealen van het communisme, de reden
waarom hij als republikein Spanje moest verlaten: daar was hij de verliezer en in
Oost-Duitsland vond hij onderdak. We zien hoe Cubaanse jongeren in grote
groepen deelnemen aan het Wereldfestival voor Jeugd en Studenten in de jaren
zeventig, we zien het enthousiasme voor de ideeën van Che Guevara en de
Cubaanse Revolutie (1959), we lezen met de jongeren de verzen mee van Pablo
Neruda, de dichter die het communistische gedachtegoed altijd trouw bleef. Maar
we zien ook hoe mensen moeite hebben om te overleven, en tussen de lijnen door voelen
we de angst van de bevolking die door de Oost-Duitse veiligheidsdienst Stasi
gecontroleerd wordt. Brieven worden meegelezen, gesprekken worden afgeluisterd…
Aan de andere
kant zien we ook het nieuwe leven van Katia in een landelijk en traditioneel
dorp in het zuiden van Duitsland. Ze is gehuwd met Johannes, die haar uit
Oost-Berlijn hielp vluchten, en samen hebben ze twee kinderen. Alles lijkt
perfect in dit gezin, althans voor de buitenwereld, maar Katia’s leven is leeg
en zinloos. Er is bovenal de enorme verveling. Niet alleen zit ze met een groot
schuldgevoel, het gemis van haar familie die ze achterliet, maar de mensen in
het Westen tonen ook geen interesse in wie ze echt is. Zelfs haar schoonfamilie
niet, en over het verleden aan beide kanten, wordt gezwegen.
Het boek bestaat uit twee grote
delen: ‘Oost’ en ‘De andere kant’. Het kortere deel ‘Niemandsland’, dat
ertussen geweven zit, gaat over de lange en gevaarlijke vlucht naar het Westen.
Op het einde van het tweede deel lopen twee spannende discours uiteindelijk door
elkaar: enerzijds de gevoelens en gedachten die door Katia’s hoofd dollen nadat
ze de echtscheidingspapieren ondertekend heeft, anderzijds losse fragmenten die
citaten lijken uit kranten van 1990, na de val van de Muur. Haar persoonlijke
verdriet om de scheiding en de mislukking samen met het gemis van haar familie staan
in sterk contrast met de achtergrond van de officiële berichtgeving, die de
uitgelaten vreugde weerspiegelt na de politieke omwenteling.
Deze roman weerspiegelt het
verdriet van ontelbare Duitsers, evenals de moeilijkheden van een Spaanse
migrantenfamilie in Oost-Berlijn die leeft tussen twee talen en twee culturen.
Het is een boek over universele thema’s als liefde, familie, dromen en idealen,
maar ook een boek dat pijnlijk illustreert hoe persoonlijke levens bepaald en
vernietigd kunnen worden door anderen, door ofwel de staat of de medemens.
Aroa Moreno
Durán: Dingen die je meeneemt op
reis, Querido, Amsterdam 2021, 168 p. ISBN 9789021419855. Vertaling van La hija
del comunista door Corrie Rasink. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan