Walter van de Broeck mag dan tachtig zijn geworden, de
schrijversambitie blijft levendig. In het openingshoofdstuk van zijn nieuwe
roman Crossroads schrijft hij: ‘In die parochie ben ik in 1941 geboren’.
‘Die parochie’, dat is Sint-Jozef-Olen (in de volksmond ‘Olen-Fabriek’), dat
samen met Sint-Martinus-Olen (‘Olen-Centrum’) en Onze-Lieve-Vrouw-Olen
(Achter-Olen’) de enclave Olen vormt. Van den Broeck: ‘Olen moet zowat het
enige dorp zijn waarvan het centrum helemaal aan de buitenkant ligt. Men zou
voor minder voor dom worden gehouden.’
Het dorp is voor de auteur
altijd de postzegel gebleven waarop als in een blauwdruk de evolutie van de
samenleving staat afgeprint. Niet toevallig opent de roman met een verwijzing
naar de big bang en de idee dat het onmiddellijk mis ging erna:
‘Het voorlaatste mankement was: Het Leven; het voorlopig
laatste: De Mens.’
Handig zoomt Van den Broek hierop volgend, en dat via de omweg langs
Belgenland (‘een constructie, een verzameling van overeenkomsten’) en
Antwerpen-stad en -provincie, in op ‘het domste dorp van Vlaanderen’. Hoe
moeizaam de ontsluiting ervan is verlopen – eerst nog over het spoor, nadien met
een busverbinding die stadjes als Herentals en Lier toch wat dichter bracht - ,
hoe de auteur als kind samen met zijn kompanen de ‘eer’ van zijn gehucht moest
zien te verdedigen tegen die van Achter-Olen… Gaandeweg zal de camera zich dan
verder richten op een van de dorpscafés die het aanzicht van Olen hebben
bepaald. Het fenomeen van de dorpscafés blijft de auteur fascineren.
Terugdenkend aan de laatste keer dat hij café In de Kroon bezocht, noteert hij:
‘Pas toen we
het café verlieten en ik een laatste keer als een panoramacamera het interieur
bekeek, meende ik opeens te beseffen waarom mensen dit soort cafés bezoeken:
het zijn burchten tegen de doodsangst, omdat de tijd er stil lijkt te staan.’
De meeste
cafés zijn ondertussen ter ziele gegaan of vervangen door meer hedendaags
ogende ondernemingen voor de jongeren: ‘Het dorpscafé kreeg het karakter van
een waakvlammetje dat bevolkt werd door volwassenen, die aan de toog naar de
bazin stonden te glarieogen, bij het raam luid schreeuwend of hard op tafel
kloppend een kaartje legden, of een potje biljart speelden.’
Van den Broeck heeft met Crossroads
geen sociologisch-economische benadering willen bieden van de teloorgang van
een dorpscultuur. Wat zich op macroniveau heeft voorgedaan in pakweg de tweede
helft van de twintigste eeuw, wordt op een directe manier geïllustreerd door
wat Jen (‘Emilienne’) en Marie Boeckx en hun café In de Kroon is overkomen. Het
kon nog rond de jaren veertig van de vorige eeuw: vader Boeckx verongelukt,
moeder Irma neemt de zaak verder in handen, met die ene wet die ze stelt
tegenover haar kinderen: ‘Van trouwen kan geen sprake zijn, er moet hier
gewerkt worden.’ Jen, de oudste dochter, runt dus het café, Marie wordt
kleuterleidster en springt bij in het café als het te druk wordt voor Jen. De
enige die letterlijk en figuurlijk ontsnapt, is zoon Gust, die na zijn huwelijk
naar Herentals verhuist.
Van den Broeck schetst een doorleefd portret van de twee
zussen. Jen is nooit durven ingaan op de toenaderingspogingen van Jos V., die
op zijn vaste plek aan de toog naar haar gunsten bleef hengelen. Beide zussen trokken
zich, nadat het café in 2001 werd gesloten, in totale afzondering terug op de
bovenverdieping van hun woning. Pas nadat een opmerkzame postbode had gezien
dat de bus niet meer werd geleegd, werden ze teruggevonden; Marie was gestorven,
Jen zou de dag nadien in het ziekenhuis overlijden. Het is het verhaal van de kleine
mens, die mens die Walter van den Broeck altijd nabij is gebleven in zijn
schrijven. En er is meer: hoe de zussen van op hun bovenetage naar ’s mensen
handel en wandel keken, doet hem eraan terugdenken:
‘Het gevoel dat ze moesten
hebben boven de wereld, boven de werkelijkheid te zweven, gaf mij een steek.
Het was een van mijn oude dromen die ik niet langer voor haalbaar hield en
daarom wellicht door het schrijven had vervangen.’
Walter van den Broeck:
Crossroads, Vrijdag, Antwerpen 2021, 132 p., ISBN 9789460017681. Distributie
Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan