Poëzie

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2021

Job Degenaar: Bijeengezwegen

door Dirk De Geest

Job Degenaar roept in de inleiding bij zijn jongste bundel het culturele klimaat op van zijn jeugd, de jaren vijftig van de vorige eeuw. Toen was er een massale belangstelling voor het Verre Oosten, zeker bij wie zich wilde verzetten tegen de materialistische maatschappij. Zenboeddhisme en meditatie waren ongelooflijk populair. In die context ontstond ook een grote waardering van Japanse poëziegenres, zoals de haiku en de tanka. Die genres boden immers de mogelijkheid om aan ‘oriëntalisme’ te doen, om zich als dichter aan te sluiten bij de mystieke sfeer van die genres. Daarbij probeerde men een evenwicht te vinden tussen de Aziatische en de West-Europese traditie. De haiku werd bijvoorbeeld als geconcentreerd natuurvers ‘vertaald’ naar een drieregelige strofe met een vast aantal lettergrepen (de Japanse kalligrafische traditie kent geen lettergrepen). Het is een genre dat zich leent tot een soort van gestileerde visie. Daarenboven is de haiku strikt genomen een vers dat aandacht besteedt aan de seizoenen (met een ‘verplichte’ verwijzing naar één bepaald seizoen) en een versvorm waarin alle subjectiviteit (en dan vooral het ‘ik’ als verdoemd woord) gebannen moest worden. Een variant daarop was de tanka, een vijfregelig vers (dat naar verluidt aan de basis zou liggen van de nog bondiger haiku).  

Degenaar presenteert in deze bundel een aantal gedichten die bij die atmosfeer aansluiten. Hij ziet echter het meest in de sfeer en de zoektocht naar symbolen en transcendentie. De formele regels van de haiku volgt hij lang niet altijd, al probeert hij wel zijn vers te beperken tot één samenvattend beeld dat sterk zintuiglijk moet werken op de lezer. Soms hebben zijn gedichten twee regels, op andere ogenblikken drie, vier of vijf. Ook is de subjectieve blik steeds merkbaar, en vaak wordt wat waargenomen gerelateerd aan het dichterlijke ik. Vaak leidt dit tot een soort van romantische blik, want de oudere dichter kijkt verwonderd terug op de jeugd. De dynamiek van de prille natuur maar ook de energie en de uitstraling van jonge mensen is iets wat zijn aandacht trekt.
 
Deze verdienstelijke poëzie moet het in de eerste plaats hebben van die observaties en die associaties. Van stilistisch raffinement is weinig sprake, al blijkt het vakmanschap van de dichter wel uit de keuze voor sprekende details, uit de vele vergelijkingen, uit de personificaties waardoor de ‘levenloze’ natuur tot leven wordt gewekt. De lezer zal echter wel tot verwondering gebracht worden door een aantal van de hier verzamelde miniaturen, en uiteindelijk is het de dichter daarom te doen.
 
Job Degenaar: Bijeengezwegen, Liverse, Dordrecht 2021, 36 p. ISBN 9789492519696

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri