‘Op 8 september ben ik geboren’, zo zegt de vrouwelijke ik-verteller van Een blote man beminnen, het debuut van Sarah Neutkens. Wie even zoekt op het internet, merkt dat dit opgaat voor de auteur – een autobiografische roman, dus? Doordat er geen jaartal wordt
genoemd en dankzij de associatie die voortdurend gemaakt wordt met Maria, de
Moeder Gods, die ook het levenslicht zag op die datum, krijgt het boek een
extra dimensie. Het wordt een soort oerverhaal met mythische proporties, waarin
allerlei wonderlijks gebeurt.
Een blote man
beminnen vertelt het relaas van een immense liefde voor, nu ja, een blote
man. Daarvan wordt gezegd dat die tegelijk met de ik geboren is. Nu eens is hij
de minnaar met wie ze passioneel vrijt, dan weer lijkt hij in haar te leven –
een toespeling op de verschillende gedaanten van God (nu eens de Vader, dan
weer de Zoon), maar vooral een aanduiding voor het alomvattende van de liefde. Voor
haar is hij echt een god, aan wie ze zich wil overgeven, door wie zij – die
zichzelf als ‘een mal’ en ‘hol’ karakteriseert – zich wil laten vullen en
vervullen. Maar hij verlaat haar. Een kroniek van een aangekondigd vertrek,
want het boek opent met haar vraag ‘Hou je van me?’. Zijn antwoord daarop
luidt: ‘Weet ik niet.’ De hele tijd wordt een soort onevenwicht in de relatie gesuggereerd
en uiteindelijk blijkt hij niet te krijgen. De conclusie is hard: ‘Je bent de
grootste onhebbelijkheid van mijn leven’. Daarbij is ‘onhebbelijkheid’ een
meerduidig en ambigu woord. Enerzijds betekent het dat hij haar grootste
ongeluk is, anderzijds wijst het op zijn uitzonderlijkheid. En er is nog een
derde betekenis, want eerder in het boek filosofeert de ik over hebben en
houden. Dat blijkt dus niet mogelijk.
De roman is gestructureerd
volgens het middeleeuws getijdenboek, een planning die door de blote man wordt
opgelegd en ingaat tegen het eeuwigheidsstreven van de vrouw. Samen met de verwijzingen
naar de piëta lijkt dat erop te wijzen dat de verbondenheid met de geliefde
altijd slechts tijdelijk kan zijn. En dan zijn er nog de vele anekdotes die rond de plot cirkelen
als onheilspellende aankondigingen, zoals de gebroken tand van de vader, de
poes waarvan de pootjes verbrijzeld raken of de kreeft (in de katholieke
iconografie een symbool voor zonde) die zichzelf bevrijdt en zich met haar
schaar verweert. Dat alles is gesteld in een poëtische stijl vol associaties en
woordspel waarin gevoelens worden opgeroepen eerder dan beschreven. Dat zorgt
er soms voor dat de lezer even de draad kwijt is, maar het
maakt deze lyrische evocatie alleszins tot een boeiend buitenbeentje in het
hedendaagse proza.
Sarah Neutkens: Een blote man beminnen, Prometheus,
Amsterdam 2022, 120 p. ISBN 9789044649901. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan