Een in de
bergen gesitueerde roman, met de meer dan vertrouwde ingrediënten, zoals de
eenzame oude bergbewoner die moet overwinteren, een traditionele vertelling maar
dan met een verrassende twist. Zo beschrijft Claudio Morandino zijn korte
roman, Sneeuw, hond, voet, die zes jaar geleden in Italië verscheen, er
positief werd onthaald en dit jaar werd opgepikt door Koppernik, de
onafhankelijke uitgeverij met haar typerende eigenzinnige keuzes.
De norse Adelmo
Farandola leeft teruggetrokken in zijn onherbergzame Alpen en schuwt menselijk
contact. Zijn jongere broer heeft hij al jaren niet gehoord en de dorpsbewoners
nemen hem in de maling. Dan is er ook nog die jonge bergwachter die hem altijd
in de gaten lijkt te houden. Adelmo, die zich eigenlijk verwaarloost, wil niet
betrapt worden tijdens zijn illegale jachtpartijen. ’s Zomers slaat hij zijn
wintervoorraad op, al registreert zijn falende geheugen niet precies wat en
hoeveel hij heeft, noch hoeveel geld hem resteert – in de stal ligt ergens een
koffer geld verstopt. Adelmo’s mondvoorraad slinkt overigens snel wanneer de
koude, strenge winter hem in zijn hut houdt. Door dat isolement verliest Adelmo
verder de grip op de realiteit: gedachten, hypotheses en herinneringen vermengen
zich steeds meer in een onontwarbaar kluwen. Daarenboven raakt Adelmo verwikkeld
in lange gesprekken met een hond die de man graag gezelschap houdt en die ook
effectief lijkt te antwoorden.
Die gesprekken verlenen de korte vertelling een
tragikomische toon – Morandini concipieerde die als fragmenten uit een onmogelijke
theaterdialoog – en houden niet op wanneer de lente intreedt. De hond wijkt ook
dan niet van Adelmo’s zijde en samen trekken ze eropuit. Zo vinden ze niet
alleen de kadavers van dieren die bedolven raakten onder een lawine, maar ook
het aangevreten lijk van een man. Langzaam begint het Adelmo te dagen dat het
de jonge bergwachter is.
‘Naarmate hij dieper in zijn geheugen graaft, in dat
armzalige geheugen dat hem is toebedeeld en dat alles door elkaar haalt, weet
hij flarden herinneringen op te diepen. Hij weet niet of het echte
herinneringen zijn of juist overblijfselen van denkbeeldige herinneringen die
we creëren wanneer we opeens in een situatie terechtkomen die we al eerder
hebben meegemaakt, en dan kijken we verschrikt om ons heen en begrijpen niet
waar en wanneer dat wat we ons herinneren heeft plaatsgevonden, maar die
onzekerheid is zo levensecht dat het ons bijna de adem beneemt.’
Adelmo besluit zich van
het lijk te ontdoen en graaft dagenlang een tunnel in een grot uit – een fictieve
adaptatie van een waargebeurd verhaal waarnaar Morandini verwijst in de
epigraaf, terwijl de bergbewoner verder converseert met de hond en ten slotte
ook met het lijk. In een bewust grotesk-karikaturaal uitgewerkte finale ontdoet
Adelmo zich van een getuige terwijl de realiteit, de échte, weer dichterbij
komt en toch zo ver weg is…
Claudio Morandini:
Sneeuw, hond, voet, Koppernik, Amsterdam 2021, 128 p., ISBN 9789083089843. Vertaling van Neve, cane, piede door Hilda Schraa en Manon Smits
deze pagina printen of opslaan