Marieke Lucas Rijneveld heeft met Komijnsplitsers
alweer een bijzonder rijke en intrigerende dichtbundel tot stand gebracht. Hij
is al enkele jaren een ster aan het Nederlandse literaire firmament met een
oeuvre dat opvalt door de roekeloosheid ervan. De auteur stelt niet alleen de
lezer maar ook zichzelf in vraag, en die diepgaande zelfanalyse resulteert in
teksten die even weerbarstig als onontkoombaar zijn. De romans hebben
veelvuldig aandacht gekregen, in die mate zelfs dat het poëtische werk daaraan
ondergeschikt wordt geacht. De
avond is ongemak oogstte ook internationaal bijzonder veel succes, en Mijn
lieve gunsteling gaat ongetwijfeld dezelfde weg op.
Met zijn derde bundel laat
Rijneveld echter overtuigend zien dat zijn stem allereerst die van een dichter
is. De toon is meteen herkenbaar die van de dichter van Kalfsvlies uit
2015 (Atlas/Contact 2021) en Fantoommerrie.
Het is een vertrouwelijke parlando, maar dat spreektalige staat in contrast met
de opsommende zinsbouw, met de opmerkelijk grote woordenschat (en een
fascinatie voor weinig gebruikte woorden), met het haast barokke dat de
rechtlijnige communicatie voortdurend dreigt te verstoren. In de nieuwe bundel
is echter sprake van een zekere versobering, vooral omdat de klemtoon hier meer
lijkt te liggen op een duidelijke boodschap.
Komijnsplitsers is
inderdaad opgedragen aan ‘alle mensenkinderen’, en dat is geen loutere formule.
De dichter kiest er inderdaad voor om, met de eigen biografie als vertrekpunt,
een soort van algemenere poëzie te schrijven die het heeft over onze zoektocht
naar identiteit in een wereld die om identiteiten vraagt, maar daar tegelijk
allerlei hinderpalen voor heeft uitgezet. Typerend in dit opzicht is hoeveel
gedichten het hebben over een ‘je’. Vaak is die tweede persoon een afsplitsing
van de ik-figuur, een manier om te laten zien hoe wij niet samenvallen met het
beeld dat wij van onszelf hebben of dat anderen van ons meedragen. Op andere
plaatsen wordt dan weer een ‘ander’ aangesproken, en vaak blijft het
onduidelijk in hoeverre die daadwerkelijk bestaat. Beelden en projecties duiken
her en der op, en ze laten vooral zien hoe weinig mensen de illusie kunnen
koesteren van een standvastige, onveranderlijke identiteit. Integendeel,
Rijneveld stelt dat in vraag door in deze gedichten heel wat klassieke
onderscheidingen te bekritiseren.
Het meest opvallend is de manier waarop hij de traditionele
verdeling in mannelijk en vrouwelijk doorbreekt. Heteroseksuele en homoseksuele
beelden en motieven worden tegelijk opgeroepen, maar ook zij blijven alle
ontoereikend om het vloeibare van de mens uit te drukken. De vraag om liefde en
aandacht is er echter niet minder om, ook al blijft het even wazig en
verwarrend wie die ultieme ander moet belichamen. De zoektocht naar een
genderidentiteit – die ook in andere boeken van Rijneveld een belangrijke rol
speelt en in de media frequent wordt belicht – staat bijgevolg niet op zich
maar maakt deel uit van een fundamentelere denkoefening.
In feite gaat het uiteindelijk
om de kwetsbaarheid van de mens, en bij uitbreiding onze wereld. Heel wat
gedichten focussen op het gevoel een uitzondering te zijn, misschien
uitzonderlijk maar alleszins fundamenteel vereenzaamd. Dat besef resulteert
niet alleen in een moeizame zoektocht naar heling en troost, het staat in feite
ook haaks op de manier waarop de sociale orde op alles en iedereen een etiket
wil kleven. De dichter kiest daarentegen voor nieuwe namen en beelden, voor
heterogene associaties die zich niet tot één betekenis laten reduceren, voor haast
eindeloze opsommingen. Heel wat gedichten krijgen daardoor iets van een
litanie, die tracht te omcirkelen wat zich niet laat vastleggen. Veelheid en
diversiteit nemen zo de plaats in van stereotypering en eenduidigheid, maar
uiteindelijk wordt zelfs daardoor de ‘volheid’ van een mens niet bereikt.
Mensen blijven kinderen, met de dromen en de angsten die daarmee inherent
verbonden zijn.
Komijnsplitsers laat, meer
dan de vorige bundels, die zoektocht zien. Sterker nog, lezers worden
meegezogen in dat proces van denken en voelen, aarzelend en tegelijk ook
vastberaden. Soms hebben deze gedichten daardoor wel iets moraliserends of
mikken ze al te zeer op empathie, en stilistisch is lang niet ieder vers
uitgepuurd. Maar deze gedichten zijn vooral in hun
vreemdheid herkenbaar, en in die zin lijdt het geen twijfel dat deze bundel
mensen zal meeslepen, hen doet mee-voelen en mee-denken. Missie geslaagd,
dus.
Marieke
Lucas Rijneveld: Komijnsplitsers, Atlas/Contact, Amsterdam 2022, 104 p. ISBN 9789025471200. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan