Poëzie

BOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2022

Marieke Lucas Rijneveld: Komijnsplitsers

door Dirk De Geest

Marieke Lucas Rijneveld heeft met Komijnsplitsers alweer een bijzonder rijke en intrigerende dichtbundel tot stand gebracht. Hij is al enkele jaren een ster aan het Nederlandse literaire firmament met een oeuvre dat opvalt door de roekeloosheid ervan. De auteur stelt niet alleen de lezer maar ook zichzelf in vraag, en die diepgaande zelfanalyse resulteert in teksten die even weerbarstig als onontkoombaar zijn. De romans hebben veelvuldig aandacht gekregen, in die mate zelfs dat het poëtische werk daaraan ondergeschikt wordt geacht. De avond is ongemak oogstte ook internationaal bijzonder veel succes, en Mijn lieve gunsteling gaat ongetwijfeld dezelfde weg op.  

Met zijn derde bundel laat Rijneveld echter overtuigend zien dat zijn stem allereerst die van een dichter is. De toon is meteen herkenbaar die van de dichter van Kalfsvlies uit 2015 (Atlas/Contact 2021) en Fantoommerrie. Het is een vertrouwelijke parlando, maar dat spreektalige staat in contrast met de opsommende zinsbouw, met de opmerkelijk grote woordenschat (en een fascinatie voor weinig gebruikte woorden), met het haast barokke dat de rechtlijnige communicatie voortdurend dreigt te verstoren. In de nieuwe bundel is echter sprake van een zekere versobering, vooral omdat de klemtoon hier meer lijkt te liggen op een duidelijke boodschap.
 
Komijnsplitsers is inderdaad opgedragen aan ‘alle mensenkinderen’, en dat is geen loutere formule. De dichter kiest er inderdaad voor om, met de eigen biografie als vertrekpunt, een soort van algemenere poëzie te schrijven die het heeft over onze zoektocht naar identiteit in een wereld die om identiteiten vraagt, maar daar tegelijk allerlei hinderpalen voor heeft uitgezet. Typerend in dit opzicht is hoeveel gedichten het hebben over een ‘je’. Vaak is die tweede persoon een afsplitsing van de ik-figuur, een manier om te laten zien hoe wij niet samenvallen met het beeld dat wij van onszelf hebben of dat anderen van ons meedragen. Op andere plaatsen wordt dan weer een ‘ander’ aangesproken, en vaak blijft het onduidelijk in hoeverre die daadwerkelijk bestaat. Beelden en projecties duiken her en der op, en ze laten vooral zien hoe weinig mensen de illusie kunnen koesteren van een standvastige, onveranderlijke identiteit. Integendeel, Rijneveld stelt dat in vraag door in deze gedichten heel wat klassieke onderscheidingen te bekritiseren.
 
Het meest opvallend is de manier waarop hij de traditionele verdeling in mannelijk en vrouwelijk doorbreekt. Heteroseksuele en homoseksuele beelden en motieven worden tegelijk opgeroepen, maar ook zij blijven alle ontoereikend om het vloeibare van de mens uit te drukken. De vraag om liefde en aandacht is er echter niet minder om, ook al blijft het even wazig en verwarrend wie die ultieme ander moet belichamen. De zoektocht naar een genderidentiteit – die ook in andere boeken van Rijneveld een belangrijke rol speelt en in de media frequent wordt belicht – staat bijgevolg niet op zich maar maakt deel uit van een fundamentelere denkoefening.
 
In feite gaat het uiteindelijk om de kwetsbaarheid van de mens, en bij uitbreiding onze wereld. Heel wat gedichten focussen op het gevoel een uitzondering te zijn, misschien uitzonderlijk maar alleszins fundamenteel vereenzaamd. Dat besef resulteert niet alleen in een moeizame zoektocht naar heling en troost, het staat in feite ook haaks op de manier waarop de sociale orde op alles en iedereen een etiket wil kleven. De dichter kiest daarentegen voor nieuwe namen en beelden, voor heterogene associaties die zich niet tot één betekenis laten reduceren, voor haast eindeloze opsommingen. Heel wat gedichten krijgen daardoor iets van een litanie, die tracht te omcirkelen wat zich niet laat vastleggen. Veelheid en diversiteit nemen zo de plaats in van stereotypering en eenduidigheid, maar uiteindelijk wordt zelfs daardoor de ‘volheid’ van een mens niet bereikt. Mensen blijven kinderen, met de dromen en de angsten die daarmee inherent verbonden zijn.  
 
Komijnsplitsers
laat, meer dan de vorige bundels, die zoektocht zien. Sterker nog, lezers worden meegezogen in dat proces van denken en voelen, aarzelend en tegelijk ook vastberaden. Soms hebben deze gedichten daardoor wel iets moraliserends of mikken ze al te zeer op empathie, en stilistisch is lang niet ieder vers uitgepuurd. Maar deze gedichten zijn vooral in hun vreemdheid herkenbaar, en in die zin lijdt het geen twijfel dat deze bundel mensen zal meeslepen, hen doet mee-voelen en mee-denken. Missie geslaagd, dus.
 
Marieke Lucas Rijneveld: Komijnsplitsers, Atlas/Contact, Amsterdam 2022, 104 p. ISBN 9789025471200. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri