Weinig discussies
lopen vandaag zo hoog op als de discussies rond ras en racisme. Het geldt immers
in toenemende mate als ‘wetenschap’ dat het ‘witte’ ras structureel lijdt aan
racisme en superioriteitsgevoel, terwijl paradoxaal tegelijk bij hoog en laag
wordt beweerd dat rassen eigenlijk niet bestaan (maar racisme blijkbaar wel).
Daar komt nog bij dat de biologie vandaag in het ideologisch verdomhoekje staat
en in discussies over ras en seksualiteit steevast wordt weggezet als een
patriarchaal instrument van ideologische onderdrukking. Helaas voor de
ideologen blijven de feiten de feiten en is biologie wel degelijk de enige
betrouwbare basis om een geïnformeerd intelligent gesprek te voeren over zowel
seksualiteit als ras. En met name over dat laatste onderwerp heeft Midas Dekkers
zich nu in het debat gemengd met een prachtig boek over de rassenkwestie.
Daarin laat hij zijn biologische blik over ras schijnen om heel wat onzin op te
klaren.
Over
ras bestaat heel wat verwarring, stelt Dekkers, en die begint al met het wijd
en zijd gebruikte Engelse begrip ‘the human race’, wat eigenlijk ‘the
human species’ zou moeten zijn. Biologisch gezien behoren alle mensen
namelijk tot dezelfde soort omdat ze allemaal met elkaar kunnen paren en
vruchtbare nakomelingen voortbrengen. Binnen die soort komen verschillende
ondersoorten voor, variaties dus, en die noemen we rassen. Dat is de basis van
waaruit Dekkers vertrekt voor een aantal uiterst boeiende reflecties over ras
en biologie.
In
de loop van zijn betoog klaart Dekkers veel onhelderheden op. Heel veel van wat
in de volksmond ‘rassen’ worden genoemd, bestaan in biologische zin helemaal
niet. Het Germaanse, Arische en Joodse ras bestaan bijvoorbeeld domweg niet.
Germaans en Arisch zijn taalkundige begrippen die verwijzen naar gedeelde
linguïstische structuren (en dus geen genetische of andere biologische
verwantschappen), terwijl de Joden de diverse groepen bewoners van Judea waren
die zich nog voor onze jaartelling tegen de aanvallen van de Filistijnen hadden
verenigd. Deze ‘rassen’ zijn dus duidelijk culturele artefacten zonder enige
biologische basis. Toch wordt er vaak over deze ‘rassen’ gesproken alsof ze
echt waren.
Maar
wil dat zeggen dat ras in het algemeen niet bestaat en dat alle rassen een
cultureel construct zijn? Uiteraard niet. Rassen zijn ondersoorten van de soort
mens, benadrukt Dekkers, en als dusdanig bestaan ze wel degelijk, met al hun
rafelranden waar rassen met elkaar versmelten, waardoor scherpe grenzen
onmogelijk te trekken vallen. Het feit dat de ondersoorten gretig en in
toenemende mate met elkaar paren, waardoor de oceaan van genen en kleuren
steeds meer verstrengeld raakt en er steeds meer overlap ontstaat, betekent evenwel
niet dat de ondersoorten (rassen) niet bestaan – ze zijn alleen niet netjes
afgebakend en individueel voorverpakt in de natuur te vinden. Bovendien is het
ook stellig niet zo dat het ene ras beter zou zijn of verder ontwikkeld dan het
andere: het zijn gewoon varianten die ontstaan zijn, en die blijven ontstaan,
door het oneindige proces van evolutie, aanpassing en vermenging van genen.
Een belangrijk
probleem in de discussie rond racisme is dat biologische rassen (of
ondersoorten) maar zeer zelden samenvallen met de culturele rassenonderscheiden
die zijn gemaakt, waardoor de spraakverwarring vaak totaal is. Het is omwille
van dat vrijwel totale gebrek aan overlapping tussen twee concepten van ras (een
reëel biologisch en een fictief cultureel) dat het huidige dovemansgesprek over
ras plaatsvindt – al moet eerlijkheidshalve worden toegegeven dat het vooral de
sociaal constructivisten zijn (de mensen die geloven dat alles, maar dan ook
alles, ‘louter een sociaal construct’ is) die zich in deze discussies doof
houden – en dan met name doof voor enig biologisch of ander
empirisch-wetenschappelijk argument. Alleen al voor wie zich bij gelegenheid in
een frustrerend gesprek met een biologie-ontkenner bevindt is het zinvol om
Dekkers’ boek erop na te slaan en de feiten elegant toegelicht te vinden.
Dekkers
doorspit in zijn boek ook heel veel andere kwesties die het rassendebat raken,
zoals de geschiedenis van het onderzoek naar ras, soort en genetica, inclusief
de cranometrie. Hij zoekt ook eerherstel voor nobele pioniers in de wetenschap zoals
Linnaeus en Blumenbach, die vaak onterecht als racisten worden afgeschilderd
terwijl net nadrukkelijk het omgekeerde het geval was en zij de eenheid in
diversiteit in wilden beeld brengen. Maar hij geeft ook aanwijzingen voor
biologische gronden voor schoonheidsnormen, schept duidelijkheid in de
geschiedenis van de slavernij (zoals elke historicus weet, is slavernij hoegenaamd
niet een louter ‘witte’ aangelegenheid maar even driftig bedreven door mensen
met andere huidskleur) en licht de complexe manieren toe waarop nieuwe rassen
ontstaan, maar ook weer verdwijnen.
De materie is niet altijd even
makkelijk, maar Dekkers houdt de vaart erin met relativerende humor en heldere
voorbeelden. Het boek is ook prachtig geïllustreerd. Kortom, iedere wakkere burger die met kennis van zaken iets te
zeggen wil hebben over rassen en racisme zal dankzij dit boek beslagen op het
ijs komen. Verplichte lectuur voor iedereen die het fijne wil weten van de
biologische basis van ras, maar ook van de beperkingen van die biologische
inzichten voor sociale en politieke discussies.
Midas Dekkers: Wat loopt daar?
Een biologische kijk op rassen, Atlas/Contact, Amsterdam 2021, 368 p. : ill. ISBN
9789045041537. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan