Nederlands proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2022

Mark Reugebrink: De vrouw die niet bestond

door Len Buggenhout

Anna heeft haar vader nooit gekend. Ze was amper zes jaar oud toen hij met de noorderzon verdween. Te jong dus om herinneringen aan hem te hebben, beweert ze. Of alleszins te weinig herinneringen om hem te missen. Dat verandert wanneer ze, halverwege haar twintiger jaren, in het Louvre, een plek waar ze dacht nog nooit te zijn geweest, oog in oog komt te staan met Delacroix’ schilderij De Vrijheid leidt het volk. Uit de stoffige plooien van haar brein drijven beelden van haar kindertijd naar boven, heldere beelden van de details op het doek - én van haar vader. Ze realiseert zich dat ze daar al eerder stond met hem.
 
Haar emotionele reactie op die herinnering spoort haar aan om op onderzoek uit te gaan. Wat ze van hem weet, is bitter weinig. Zijn naam, Elias Kroon. En het moment waarop hij spoorloos verdween, in de nacht van 9 op 10 november 1989. Omwille van een andere vrouw, volgens Anna’s verbitterde moeder. Maar klopt dat wel?
 
Meer nog dan een volwassenwordingsverhaal of een roman waarin dat mysterieuze familieverleden eindelijk opheldering krijgt, is De vrouw die niet bestond een ideeënroman. Marc Reugebrink gebruikt deze setting om zonder veel reserve uit te wijden over de betekenis van vrijheid. Dat de nacht waarin Kroon het hazenpad koos, dezelfde nacht is als waarin de Berlijnse muur viel, is hoegenaamd geen toeval.  
 
Ook het personage van Kroon leent zich perfect tot filosofische breedvoerigheid. Vóór zijn verdwijning is hij universiteitsdocent, geliefd bij zijn studenten en verguisd door zijn collega’s, die met veel toewijding en soms ook een gebrek aan grenzen zijn studenten op sleeptouw neemt. Het kapitalisme, de consumptiedictatuur, het socialisme, de uitwassen van het communisme: het passeert allemaal de revue. En Reugebrink geeft er zijn eigen draai aan.  
 
De motor van het verhaal zit hem dus niet in de plot, dat - als ik heel eerlijk ben - bij momenten flinterdun aanvoelt. Bovendien valt de auteur af en toe in herhaling, een onvermijdelijk gevolg van de keuze om verschillende vertelperspectieven te gebruiken. Anna mag dan wel op zoek zijn naar sporen van haar vader, in het tweede deel krijgen we evengoed een inkijk in de gedachten en motivatie van Elias Kroon.
 
Dit stoort evenwel niet, omdat Reugebrink kan terugvallen op zijn onmiskenbaar sterke gevoel voor taal en stijl. Wat leest het lekker weg allemaal! Het gebrek aan spanning wordt ruimschoots gecompenseerd door zijn heerlijke manier van schrijven, levendig en spitsvondig. Wanneer Anna aan haar jeugdjaren terugdenkt, klinkt dat zo:  
 
‘Gemeen, meisjes waren gemeen, maar de oorzaak daarvoor heb ik toch altijd gezocht in de onvoorspelbare, altijd fysieke dadendrang waarmee jongens het schoolplein in bezit namen, in de noodzaak die horde gunstig te stemmen, wat ook betekende: bij jongens in de gunst te komen. Dat is mij altijd vreemd gebleven, […] waarmee ik niet bedoel dat ik niet gemeen kon zijn, of achterbaks, minder rechtdoorzee dan mijn grootvader voorschreef in ieder geval, maar het ging me niet om de instemming of bewondering van anderen, om de gunst van jongens of de jaloezie van meisjes.’
 
Van urgentie is in het hele verhaal nergens sprake. Toch is De vrouw die niet bestond een roman die je aan het denken zet, gekruid met zinnen om duimen en vingers bij af te likken. Ideaal gezelschap voor als je op een weekavond of zondagmiddag ligt bij te komen in de zetel.  
 
Marc Reugebrink: De vrouw die niet bestond, Querido, Amsterdam 2022, 269 p. ISBN 9789021426938. Distributie L&M Books


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri