'Moro bleef een tijdje zwijgen. Ik zag al voor me hoe hij met zijn
worstenvingers met afgekloven nagels zijn ronde hoofd krabte.
"Wat
je daar vertelt, Alec, heeft misschien helemaal niets te maken met deze hele
kwestie. Maar misschien ook wel. In de huidige situatie mogen we geen enkel
spoor veronachtzamen. Als die mensen inderdaad zijn uitgewaaierd over de hele
wereld, kunnen ze ons individueel belangrijke dingen vertellen. Bedenk dat we
tot nu toe volledig in het duister tasten. Ze bevinden zich ergens hoog boven
ons hoofd. Ze zien ons, luisteren naar ons, houden ons hele doen en laten in de
gaten, verbieden ons dingen, staan ons andere zaken toe - precies zoals het hun
goeddunkt.We kunnen geen vin verroeren zonder hun toestemming. En dat terwijl we
niets van hen weten; niet wie ze zijn, niet waar ze vandaan komen, niet hoe ze
te werk gaan, en ook niet wat hun werkelijke bedoelingen zijn".'
Op het met een lage
dijk verbonden kleine eiland Antiochië, een deel van de archipel Chironen heeft
de cartoonist en striptekenaar Alec Zander zich teruggetrokken om in
eenzaamheid de rest van zijn dagen te slijten. De enige andere bewoner is de
misantrope schrijfster Eva Saint-Gillis en contact met de bewoonde wereld kan
enkel bij eb als de dijk niet overspoeld wordt door de Atlantische Oceaan.
Het verhaal
begint als een dagboekrelaas wanneer plots alle contact met de buitenwereld
wordt verbroken. Radio- en telefoonverbindingen vallen uit, er is geen
elektriciteit meer en Alec, die al geen lachebekje is, vreest dat de lang
gevreesde nucleaire ramp dan toch heeft plaatsgevonden. Dat lijkt te worden
bevestigd als hij naar het eiland Groot-Chiron fietst en in het plaatselijk
café La Cap-Hornière merkt dat ook daar het leven compleet is stilgevallen. En
ook zijn vriend de Griek Agamennoon, die toezichter is op de dijk die naar
Antiochië leidt, lijkt van niets te weten.
Met Eva die plots
toeschietelijker is geworden, bespreekt hij de toestand sinds de laatste
berichten over de dreiging door de Kaukasische autocraat Sadorov om kernwapens
in te zetten. Dat had de Verenigde Staten ertoe aangezet om alle eventuele
aanvallen in de kiem te smoren en te starten met een grootscheepse en
verplichte opruiming van alle kernwapens. Sadorov zou daarop aanstalten hebben
gemaakt om zijn dreigement uit te voeren. En misschien was het nucleaire
conflict daarop losgebarsten?
Tot plots de radio het weer doet en de stem van Howard
Milton, de president van de V.S. weerklinkt om te zeggen dat het gevaar op een
atoomaanval afgewend lijkt, maar de toestand onduidelijk blijft. Alec belt zijn
oude studievriend, Morris Oates (Moro) op, een belangrijk adviseur in het Witte
Huis, die hem vertelt dat leden van een geheime broederschap contact hebben
opgenomen om te melden dat zij de dreigende catastrofe hadden voorkomen door
alle communicatiemiddelen uit te schakelen en dat ze een gesprek wilden met de
president. Een zekere Demosthenes was toen als uit het niets opgedaagd en had
zijn eisen op tafel gelegd.
Alec krijgt een vermoeden dat zijn Griekse vriend
Agamemnoon er meer van weet en krijgt tot zijn verbazing te horen dat ook hij
deel uitmaakt van deze broederschap die genoemd is naar Empedocles, de Griekse
filosoof die aan de basis lag van het Atheense mirakel. Agam vertelt hem dat
zijn volk er alleen maar op uit is een wereldwijde catastrofe te vermijden.
Maar de raadsels blijven. Wat zijn de echte bedoelingen van deze ingreep? Wie
zijn die wezens en waar komen ze vandaan?
In de slipstream van zijn drie
vorige essays over de belabberde toestand van onze beschaving, Schipbreuk
der beschavingen (Davidsfonds 2020), De ontregeling van de wereld (De
Geus 2010) en Moorddadige identiteiten (Davidsfonds 2021) is de Libanese
auteur Amin Maalouf nu ook overgegaan tot het schrijven van een fictief
verhaal, een toekomstroman over de dreigende schipbreuk van onze wereld. Het is
een merkwaardig relaas geworden waarbij een mogelijke redding niet uitgesloten
wordt, maar blijkbaar alleen kan met de hulp van buiten. Het boek is goed
geschreven, het plot knap gestructureerd maar is misschien iets te toevallig om
echt overtuigend te zijn. De beschrijving van een mogelijke teloorgang van onze
beschaving had best nog wat dreigender mogen klinken. 'De grootste drama's,
zegt het personage Agamemnoon ergens, vloeien voort uit verwachtingen die niet
worden waargemaakt.'
Amin Maalouf: Een onverwachte broederschap, Davidsfonds, Leuven 2022, 298
p. ISBN 0789022338884. Vertaling van Nos frères inattendus door Hans E. Van
Riemsdijk. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan