Maarten Doorman blijft als dichter
steeds ook een beetje filosoof. Zijn poëzie is doorgaans erg concreet; geënt op
precieze observaties, maar tegelijk viseert de dichter een algemenere waarheid.
Die spanning tussen concreet en abstract weet de dichter meesterlijk te
bespelen. In Wie niet is het lyrische ik vaak onderweg, op wandel in een stad
of binnenshuis. Die verplaatsingen lijken zowel momentopnames die uit het leven
werden geplukt als doelloze ogenblikken. Het ik observeert ondertussen mensen
en de omgeving, en die waarnemingen worden onvermijdelijk gekleurd door de
eigen subjectieve gedachten en gevoelens. De toon van de gedichten is daardoor
mijmerend maar tegelijk ook gefocust op markante details en anekdotes die een
symbolisch karakter krijgen. De eerste afdeling heeft het bijvoorbeeld
voortdurend over het beklimmen en afdalen van trappen, een dagelijkse realiteit
die in de context van de gedichten echter doet denken aan de spanning tussen
boven- en onderwereld: het lijkt erop dat de ik begint aan zijn gebruikelijke
helletocht of omgekeerd tracht te ontsnappen aan de wereld door zich te
verheffen en af te sluiten. Die afzondering neemt echter niet weg dat de
dreiging en de dood voortdurend hun aanwezigheid laten gelden; in het licht
daarvan is het leven steevast problematisch. Zelfs de evocatie van rustige, volstrekt onopvallende momentopnamen
heeft daardoor iets onheilspellends.
Die dreiging wordt in de
daaropvolgende reeksen enkel intenser. Via verhalen en ontmoetingen komt hier
het wereldforum op de voorgrond: de enorme uitdagingen voor onze tijd, de
conflicten en terreurdreiging, de moeizame relaties tussen volkeren en
culturen, de hachelijke omgang met het verleden en de gecontesteerde tradities.
Het zijn belangwekkende thema’s maar Doorman slaagt erin ze vooral te benaderen
via een soort van persoonlijke toets. Ogenschijnlijk banale observaties van een
spel of een routineuze handeling worden plots vervreemd door ze in een ruimere
context met politieke implicaties te plaatsen. Hetzelfde gebeurt met de
verhalen van mensen die behalve anekdotisch ook een diepere betekenis in zich
dragen. Door dat blootleggen van verantwoordelijkheden achter de
ogenschijnlijke onschuld verandert ook de kijk van het ik op zijn eigen
persoonlijke omgeving. De laatste gedichten van de bundel laten zien hoe
bijvoorbeeld de confrontatie met de dood anders wordt in het licht van de
levenservaring. Deze bundel biedt ook daardoor een boeiend verhaal dat de lezer
meevoert maar tegelijk zorgt voor nieuwe, intense ervaringen. Het lijkt soms
onooglijk wat Doorman als dichter doet, maar in deze bundel laat hij zien hoe
subtiel zijn meesterschap is.
Maarten Doorman: Wie
niet. Gedichten, Prometheus, Amsterdam 2021, 45 p. ISBN 9789044649468. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan