75 jaar geleden stierf Felix Timmermans (1886-1947). Hij
was een veel gelezen schrijver, een van Vlaanderens meest vertaalde schrijvers
ook en ooit werd hij gelauwerd met de driejaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse literatuur.
In 1922 was dat. Maar vandaag staat Timmermans ‘niet meer zo scherp in the
picture’, zoals het welwillend in het Kritisch
lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur (Nijhoff
1980-2014) geformuleerd wordt. Moet je immers niet bij letterkundigen gaan
zoeken of anders op Seniorennet om nog lezers van zijn werk te vinden? Waar is dat
werk overigens nog te vinden? Behalve de tekstkritische editie van Pallieter
van Kevin Absillis en Wendy Lemmens uit 2016 (het was toen 100 jaar geleden
verschenen) was er tot voor kort geen enkel boek van Timmermans meer in de
handel en in de bibliotheek moet je het veelal opvragen, want weinig of niet
meer gezochte boeken worden in het magazijn bewaard.
En dan nu, 75 jaar na zijn
dood scoort Felix Timmermans met een bestseller. Boerenpsalm, een
roman uit 1935 werd bij Davidsfonds opnieuw uitgegeven in een geïllustreerde
uitgave. Momenteel is dat het best verkopende boek in Vlaanderen. We
zijn, ongeveer een maand na de eerste publicatiedatum, al aan de derde druk
toe. Wat een reveil voor boer Wortel. En dat dankt hij geloof ik niet aan de spontane
herwaardering van Timmermans’ werk bij het grote publiek, maar aan een goeie
mediacampagne met een bevlogen ambassadeur en een beeldend kunstenaar, die in
deze heruitgave naar de ziel van Boerenpsalm peilen.
Bart Van Loo, zelf een
zoon uit de Kempen, die er mag op bogen dat hij Balzac, Zola en Flaubert, onder
vele andere grootheden uit de Franse literatuur, bij het grote publiek bracht,
schreef een uitgebreide inleiding bij de roman. Hij doet dat – zoals hij elk
literair werk benadert – vanuit zijn persoonlijke leeservaring. Hij opent zijn
inleiding met de eerste zin van de roman, om maar te laten zien hoe hij direct
gegrepen werd door de plastische, zintuiglijke taal. En er wordt volop
geciteerd in dat sappige Vlaams, want bij Timmermans ‘schroeien [de zinnen]
zich aan elkaar vast in een ritme dat smeekt om een stemgeluid. Roffel, roffel
– dames en heren, luister goed,…’ Ja, Bart Van Loo is naast schrijver ook conferencier.
Hij brengt zijn grote liefde voor literatuur altijd met wat performance tot
uiting.
Je
leest hoe Boerenpsalm, ondanks het feit dat het over een lang verdwenen
Vlaanderen gaat, een persoonlijke snaar raakt. Zoals boer Wortel over zijn veld
praat, zo praat vader Van Loo over zijn tuin en de grootouders hadden het,
zoals Wortel over ‘de oude Mejonkvrouw van ’t kasteel’, over ‘den heer’ van ’t
dorp. Misschien is die wereld van bijna honderd jaar geleden minder ver weg dan
gedacht. ‘Deze roman is een kijkdoos naar het leven van mijn voorgeslacht, een
kijkdoos die zo geurt, kleurt en dampt dat het lijkt of ik er zelf in
rondloop.’ Ja, dat kun je ervaren als je Timmermans leest en Van Loo brengt dat
met veel elan op de lezer over. Zijn welsprekend enthousiasme is aanstekelijk.
Bovendien
heeft Boerenpsalm lezen niet zoveel met de ‘heimat’ te maken, schrijft
Van Loo. Het is een ‘nostalgie naar een tijdperk of land dat je nooit hebt
gekend, maar dat je op een of andere manier vertrouwd voorkomt. Dat heb ik met
het Parijs van Honoré de Balzac, de rue Monsieur-le-Prince van Charles
Aznavour, het Vlakke land van Brel, het Louvre van Alexandre Dumas […] en dus
ook met de Kempen van Timmermans.’ Meer dan eens verwijst Van Loo naar de
groten uit de wereldliteratuur, maar ook naar de leefwereld van u en mij als
hij wijst op de existentiële lading van Boerenpsalm en op het universele
karakter van de romanfiguur. ‘Het bijna obsessioneel samenvallen met wat je
dagelijks doet’, dat is iets wat de inleider herkent, in het tuinwerk van zijn
vader, het schrijfproces van Timmermans en in zijn eigen jarenlange graven in
de wereld van de Bourgondiërs.
Zoals Van Loo het
maar moeilijk kan laten om uit Boerenpsalm te citeren, heb ik, zoals u wel
merkt, voortdurend de neiging om Van Loo te citeren. Ik doe er nog eentje om
het af te leren, over Timmermans’ taal:
‘Zijn taal ademt grond, lucht en
licht, en zijn zintuiglijke verrassingsmetaforen zijn mini-elektroshocks die de
lezer bij de les houden.’ Een talent, vind ik, dat ook deze inleider niet
vreemd is, en dat in belangrijke mate bijdraagt aan het huidige succes van Boerenpsalm.
Het boek werd
rijkelijk geïllustreerd door Koen Broucke. Ten dele zijn het expressionistische
olieverfschilderijtjes en daarnaast maakte hij, geïnspireerd op de kleine
illustraties (vignetten) waarmee Timmermans zelf zijn werk illustreerde, zijn
eigen vignetten in brou de noix (‘de vaalbruine notenbeits die zo goed
tot de ziel spreekt’, dixit Bart Van Loo), zoals de varkenskop die op de cover
staat, of het mariabeeldje op de achterkant. Broucke noemt Timmermans’
vignetten ‘groots en monumentaal’. Zijn eigen illustraties, vaak landschappen,
enkele portretten en kleine voorwerpen die in de tekst voorkomen, zijn met hun
vage, grove lijnen bijzonder karaktervol. Ze zijn een wezenlijke toevoeging aan
de roman.
Tot
slot bevat het boek nog verspreide notities van Timmermansbiograaf Gaston
Durnez over Boerenpsalm, die hier voor het eerst gepubliceerd worden.
Davidsfonds heeft in de jaren 1990 het volledige werk van
Timmermans uitgegeven. Laten we hopen dat het succes van Boerenpsalm
naar meer heruitgaven leidt, zoals van het kleinood De zeer schone uren van
juffrouw Symforosa, begijntjen of de passionele levensbiecht van Adriaan
Brouwer. Ik zal ze graag herlezen, zij het mondjesmaat. Dan werkt
Timmermans’ exuberantie wonderwel.
Felix Timmermans: Boerenpsalm,
Davidsfonds, Leuven 2022, 191 p. : ill. ISBN 9789022338858. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan