Poëzie

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2022

Anne Provoost: Krop : want er is tussen ons iets enorms aan de gang

door Dirk De Geest

Mensen krijgen een krop in de keel wanneer ze plots sterk door iets gegrepen worden. Het is een instinctieve reactie van het lichaam, dat zich verdedigt wanneer het dreigt overweldigd te worden. Daarbij kan het zowel gaan om angst of woede als om hevige ontroering. Meteen is de aanzet gegeven die Anne Provoost tot poëzie heeft gebracht. Provoost heeft een lange carrière achter de rug als schrijfster van verhalend proza voor jongeren en volwassenen, maar de afgelopen tien jaar bleef het verbazend stil rond haar. Deze bundel, waarmee ze als dichter debuteert, lijkt dan ook geenszins een tussendoortje of een intermezzo tussen twee ‘grotere’ projecten in.  

Het heeft er inderdaad alles van weg dat de auteur kwijt moest wat haar intens raakte en dat deze gedichten daartoe de aangewezen vorm waren. Provoost schrijft geen klassieke, typische lyrische verzen. Veel van haar teksten lijken verhaaltjes of korte monologen in een gestolde vorm. Niet rijm, metrum of typografische finesses spelen een centrale rol, maar de melodieuze volheid van de frase en de creatieve kracht van beeldspraak. Zij vormen het vertrekpunt maar ook de dynamiek van ieder gedicht, en ze voeren de lezer onweerstaanbaar mee in de eigen wereld van de dichter.  
 
Provoost heeft het veelal over mensen in haar onmiddellijke omgeving: haar kinderen, haar man, haar grootmoeder zijn enkele van de personages die hier hun opwachting maken, en niet te vergeten Anne Provoost zelf als vrouw, als moeder, als kind, als schrijfster… Die autobiografische laag is sterk aanwezig, maar tegelijk ontstijgen alle gedichten dat individuele niveau door de manier waarop gezocht wordt naar een algemenere formulering. Provoost is immers vooral geïnteresseerd in de levenskracht van mensen, de manier waarop ze erin slagen om te gaan met hun eigen broosheid. De geschiedenis heeft haar geleerd hoe moeizaam het voor vrouwen was om zichzelf te zijn in vroegere tijden; enkele gedichten alluderen op de familiegeschiedenis die ze momenteel in proza afwerkt. Vooral het voortschrijden van de generaties vormt een belangrijk thema: elke generatie is een schakel in een langere geschiedenis, die zowel erfelijk als cultureel banden smeedt. In die zin is de eigen sterfelijkheid geen absoluut einde. In de jeugd ligt de toekomst verzekerd.  
 
Opmerkelijk is inderdaad hoezeer de dichter bezig is met de tijd. Ook in de intieme liefdesgedichten klinkt onophoudelijk het afscheid door, worden overlijdens verbeeld, wordt vooruitgeblikt op het onafwendbare. Tegelijk is er echter ook de troost van de herinneringen, die mild-ironisch vanop een zekere afstand worden verteld: de naïeve romantiek, de grote dromen, de toekomst die nog te verbeelden viel. Provoost is bij momenten melancholisch, maar nergens worden deze gedichten tragisch. De levens van mensen spelen zich daarenboven ook duidelijk maatschappelijk af: heel wat gedichten zijn voortgekomen uit mistoestanden en problemen waarover de dichter zich zorgen maakt. In die zin zijn deze gedichten ook sociaal relevant. Belangrijker dan die boodschap is echter het pleidooi voor broosheid, voor aanvaarding en bovenal voor verbeelding. Deze gedichten mogen dan soms ongestileerd en prozaïsch klinken, ze graven diep en dwingen ons na te denken en te dromen. Het is in ieder geval verheugend opnieuw dat authentieke menselijke engagement van Anne Provoost opnieuw te kunnen lezen.  
 
Anne Provoost: Krop : want er is tussen ons iets enorms aan de gang. Gedichten, Querido, Amsterdam 2022, 77p. ISBN 9789021464367. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri