Nederlands proza

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2022

Gerard Bouma, Jan van der Geer: Wijngroen. Intercommonologen

door Erick Kila

Ironie vergt een inspanning van de geest. Al vanaf de cover van dit ‘duo debuut’ schemert een vorm van milde spot je tegemoet. Het beeld van groene wijn die, de zwaartekracht tartend, onrealistisch scheef in een glas staat ‘verduidelijkt’ de titel.  

De ondertitel ‘Intercommonologen’ prikkelt het bevattingsvermogen evenzeer. Contact via een intercom (op straatniveau, naast de ingang van een pand): is dat niet per definitie een dialoog? De toon is dus reeds bij het openslaan van deze bundel gezet. Er wordt schuin tegen de werkelijkheid aangekeken. De monologen, die elkaar steeds afwisselen, hebben daardoor het karakter van een cursief.
 
De stukjes kwamen tot stand in een door covid geregeerde periode. Voeg de door de overheid opgelegde ingrijpende beperkingen bij de wat gevorderde leeftijd van de auteurs en je begrijpt het gevoel van vervreemding dat in Wijngroen stilletjes aanwezig is. Hoe zich te verhouden tot de nieuwe werkelijkheid met zijn drastische veranderingen en doorgeschoten nieuwigheden en oppervlakkigheden?
 
Het moet gezegd, de stukjes zijn goed geschreven. Er zit stilistisch plezier en vernuft in. Hoewel de monologen naast elkaar staan, is er van een directe vorm van reageren maar weinig sprake. Bouma en Van der Geer wisselen elkaar gewoon af in het uiten van hun persoonlijke zielenroerselen. Daar komen nostalgie, navelstaarderij, eruditie en humor aan te pas. Het valt op dat beide heren zich niet echt verbinden met de maatschappelijke kwesties van het tijdsgewricht. Er wordt toch vooral in het eigen innerlijk gewroet. Dat is een keuze, maar ook een beperking.
 
Bijzonder aardig zijn de commentaren op wat de heren ‘woordenpulp’ noemen. Het logisch denkende en taalgevoelige individu komt er dagelijks mee in aanraking. Omdat deze categorie van mensen niet omvangrijk is in getal vormt ze geen tegenwicht. Alleen papier, dat geduldig is, biedt een uitweg. In alle rust en ironie behandelen de auteurs het gekwaak en het misleidend geleuter van door gemakzucht en commercie ingepakte instanties en medemensen. Het lijkt wel een biologische wet dat de ouder wordende weldenkende heer zich, uit zelfbescherming, steeds meer verwijdert van de maatschappelijke draaimolen.
 
In de hoogst persoonlijke en tegelijk ietwat beperkte belevingswereld treden dan herinneringen, fysieke gewaarwordingen en kleine ontroeringen naar de voorgrond. Zo is daar het terugkerende ‘gezeik’ over het plassen. Met name bij Van der Geer nemen we een licht exhibitionisme waar. Bijzonder is het absurdisme in de monologen. Een verhandeling kan zomaar prettig ontsporen en uitdraaien op volstrekte gekkigheid.  
 
De afdronk van deze groene wijn is zeker niet wrang. Lezers met een antenne voor ironie, rake observaties en stilistisch verfijnd gezanik kunnen met dit debuut goed uit de voeten. Er zit nog een verontrustende waarheid in de bundel. Of het nu gaat om een gesprek via de intercom, de telefoon of de computer, of zelfs om een fysiek gesprek van mens tot mens:
‘de monoloog overheerst. De intercom is er krakend getuige van.’
 
Gerard Bouma, Jan van der Geer: Wijngroen. Intercommonologen, Liverse, Dordrecht 2022, 175 p. ISBN 9789492519528

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri