Nederlands proza

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2022

Mischa Andriessen: Probeer de hemel mijn huis te maken

door Erick Kila

Een goed verhaal dwingt op een vanzelfsprekende manier aandacht af. Daarbij zijn het verrassingselement, de ongekunsteldheid en een gevoel voor waarachtigheid belangrijk. Het bundelen van verhalen vereist uiteraard een goede hand van selecteren en variëren. Veel van hetzelfde pakt niet goed uit. Dichter Mischa Andriessen (1970) maakt zijn prozadebuut met Probeer de hemel mijn huis te maken. Zeventien verhalen van verschillende lengte en kwaliteit vullen de bundel. Andriessen pakt met zijn proza niet zuinig uit, maar een overtuigend geheel levert deze bundeling niet op.  

Er zit om te beginnen weinig lucht tussen de verschillende verhalen. Een effectieve dosis variatie ontbreekt. Een stoet van getormenteerde mensen trekt aan de lezer voorbij. Andriessen heeft een schrijfstijl waaraan een ‘hakende’ vorm van neven-, onderschikking en samentrekking opvalt. In het begin is deze bijzonderheid aardig. Na een tijdje irriteert zij. Het gevoel van veel van hetzelfde wordt versterkt door nog wat andere zaken. De gebruikte toon verandert niet veel. Of nu een man of een vrouw het hoofdpersonage is: het heeft geen gevolgen voor de manier waarop de innerlijke stem, de ‘ik’, gestalte krijgt. Bij Andriessen lijkt wat dat betreft het verschil tussen vrouwen en mannen opgeheven.
 
In Krabu, het langste verhaal (54 pagina’s), is de hoofdpersoon een vrouw die maar niet als ‘vrouw’ op de lezer wil overkomen, ook al strooit de schrijver nog zo kwistig met dure modemerken om haar outfits te beschrijven. Zoals bij meer vrouwen in dit boek gaat zij op een bonkige manier met seks en lichamelijkheden om. ‘Krabu’ is een Surinaams woord voor ‘krabbenmand’, een mand waar geen deksel op hoeft omdat een krab die eruit probeert te klimmen door de andere gevangen krabben meteen weer naar beneden wordt getrokken. Een titel die verband houdt met de setting van het verhaal: een dystopische samenleving die de rechten en vrijheid van vrouwen met dwang en geweld heeft ingeperkt. Met dank aan The Handmaid’s Tale van Margaret Atwood. Begin en slot van het verhaal zijn onduidelijk. Veel van de verhalen uit Probeer de hemel mijn huis te maken lijden aan een ‘bestudeerdheid’ die belemmert. Als lezer wil je min of meer direct in het verhaal komen. Gekunstelde raadselachtigheid direct aan het begin werkt niet. Waar goede poëzie het cryptische kan verdragen, is dat bij proza sowieso minder het geval.
 
Het titelverhaal sorteert een beter effect. De waarnemingen, gedachten en handelingen van de ik-figuur ontwikkelen zich op een intrigerende manier en prikkelen tot doorlezen. Het eind is verrassend. In dit verhaal wordt de jazz geïntroduceerd. Mischa Andriessen is jazzcriticus en dat merken we aan zijn hoofdpersonage. Andriessen laat hem allerlei liefhebbersweetjes en namen van obscure jazzhelden spuien. Jammer dat reïncarnaties van Elvin, de jeugdige alcoholistische jazzplatenliefhebber die we volgen, verderop in de bundel steeds weer opduiken. Na één onderdompeling in de jazz weet je het wel. De titel van verhaal en bundel is ontleend aan Trying to Make Heaven My Home, een compositie van tenorsaxofonist Billy Harper.
 
Het thema van ‘thuiskomst’ wordt in een cyclus van zeven verhalen behandeld. Andriessen slaagt erin om het veelzijdige van ‘thuiskomen’ aan te tippen. Toch lijdt ook deze ambitieuze reeks aan gekunsteldheid en verwaaien de personages en situaties daardoor. Dit prozadebuut is te zeer een proeftuin geworden. Andriessen kan schrijven, maar, zoals in de jazz, een paar sterke nummers leveren nog geen goed album op.
 
Mischa Andriessen: Probeer de hemel mijn huis te maken. Verhalen, Querido, Amsterdam 2022, 223 p. ISBN 9789021467702. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri