‘There is no miracle more cruel than this’*
In 1962, kort na de
geboorte van Nicholas, haar tweede kind, schreef Sylvia Plath Three women. A poem for three voices.
Dit gedicht over de ambivalentie van zwangerschap en moederschap is een
belangrijke insteek voor Euforie. Een
roman over Sylvia Plath van
de Zweedse schrijfster Elin Cullhed:
‘It is a terrible thing
To be so open: it is as if my heart
Put on a face and walked
into the world.’
Veelal stuurt Plaths tragische einde -- ze pleegde in 1963 zelfmoord --
de interpretatie van haar leven en werk, alsof ze uitsluitend naar dat fatale
einde toe geleefd en geschreven heeft. Cullhed wil dat perspectief expliciet
vermijden. Haar Sylvia is een vitale, maar labiele vrouw die, samen met haar
man, de Engelse dichter Ted Hughes, uit Londen vertrekt om in Devonshire hun
droom te gaan waarmaken.
Ver weg van het drukke
stadsleven willen ze er in een oude pastorie, met hun dochtertje Frieda en
Nicholas op komst, een nieuw leven starten. Een volmaakt leven dicht bij de
natuur, waarin ouderschap en schrijverschap een mooie balans vormen. Maar
vooral met die balans loopt het mis. Uit Plaths De dagboeken. 1950-1962
en de uitputtende biografie Rode komeet van Heather Clark, weten
we dat Hughes – achteraf gezien – de verhuis van Londen naar Devon als een
mislukking beschouwde, die een domper op zijn creativiteit zette. Zijn creativiteit,
daar ging het om, en hij gaf Sylvia de schuld van een en ander. Zij wilde niet
alleen excelleren als schrijver, maar ook de volmaakte echtgenote, moeder en
gastvrouw zijn. Dat was te veel.
De versregels uit Three women evoceren de emoties
die gepaard gaan met zwangerschap, het op de wereld zetten van een kind, en hoe
intens en stringent de band tussen moeder en kind is en blijft. De vrouw is
daardoor extreem kwetsbaar. Ze is gevangen in haar lichaam en in het
moederschap, zo verwoordde Sylvia Plath het bijzonder krachtig (en radicaal
voor haar tijd). Cullhed exploreert ook hoe Ted en Sylvia, kunstenaars, die vooral
willen creëren en de volheid van het leven willen smaken, moeten omgaan met de beproevingen
van hun jonge ouderschap. Daarenboven moest Sylvia beantwoorden aan de
verwachtingen die aan een vrouw gesteld werden in de jaren 1950-1960. Ze moest
dus in de eerste plaats moeder en echtgenote zijn. Haar dichterschap was, in de
literaire receptie van die tijd en ook binnen haar huwelijk van secundair
belang. Teds schrijven, Ted tout court, komt altijd eerst -- ‘mijn opdracht is
vrijheid, Sylvia, wat is die van jou?’
Sylvia Plaths gedichten reiken natuurlijk verder dan de
specifieke, persoonlijke ervaring. Joyce Carol Oates noemde Plath ‘our acknowledged
Queen of Sorrows, the spokeswoman for our most private, most helpless
nightmares’ en ook Cullhed benadrukt het universele van haar werk. De
patriarchale structuren blijven een gezin vandaag nog altijd inhalen, stelt ze,
ook al wil je het nog zo graag anders doen. Ze schreef Euforie vanuit
haar eigen woede daarover, en vond de gepaste tonaliteit in de laaiende stem
die in Sylvia Plaths postuum gepubliceerde dichtbundel Ariel te horen
is.
Cullhed benadrukt dat Euforie
fictie is, maar de biografische gegevens uit Plaths laatste levensjaar waren
natuurlijk voorhanden. Minder dan op de gebeurtenissen echter – je kunt wel
zeggen dat de verhaallijn wat dat betreft dun is – focust Cullhed volledig op
het gevoelsleven van Sylvia. In een voortrazend ik-verslag komen haar
moodswings, angsten, frustraties, haar liefde, haar woede, depressies en
euforische periodes, maar vooral haar uiterste eenzaamheid naar voren. De spil
in dit alles is Ted – ‘Ik moest […] deel uitmaken van zijn definitie van het
leven. Al het ware, al het juiste, al het belangrijkste. Hij.’ Hij zuigt alle aandacht
naar zich toe, maakt dat zij niet kan werken, terwijl zij snakt naar zijn
aandacht en goedkeuring. Als hij niet kijkt, is ze onzichtbaar, meent ze. Breekpunt
in hun relatie is het bezoek van Assia and David Wavill, nota bene op Sylvia’s
uitnodiging. Ted begint een relatie met Assia en verlaat zijn vrouw.
Euforie is een ik-verhaal, een eenzijdig
perspectief, waarbij de tegenstellingen tussen haar en Ted extreme proporties
aannemen in Sylvia’s ogen: ze houdt van hem en haat hem tegelijkertijd, aanbidt
hem en veracht zijn egoïsme. Cullhed brengt echter nuances aan. Waar je je
vragen stelt bij dit vaak van woede en frustratie doordrongen perspectief,
slaagt ze erin van beide protagonisten een complex en geschakeerd beeld te
scheppen. Sylvia wordt vooral geportretteerd in haar moeizame zoektocht naar
evenwicht tussen moederschap en schrijverschap, in haar streven naar perfectie.
Maar ze is een grillige vrouw, wordt heen en weer geworpen tussen hooghartige
overtuiging van haar grootheid en slaafse afhankelijkheid van andermans
goedkeuring. Ze lijdt aan depressies en zou vandaag wellicht als bipolair
gediagnosticeerd worden. Van Ted Hughes schetst de biografische literatuur vaak
een weinig geflatteerd beeld als een trouweloze, egocentrische en gewelddadige
man, maar Cullhed is vrij mild voor hem – zonder overigens aan die biografische
typering voorbij te gaan. Ze laat zien dat het ouderschap voor hem ook
onzekerheid meebracht en dat hij maar moest zien om te gaan met Sylvia’s
woedende kwetsbaarheid. Zijn pogingen om een leefbaar leven te leiden, komen
bij haar echter doorgaans niet binnen. Dat alles in beeld brengen is een
evenwichtsoefening die Cullhed tot een goed einde brengt.
De kwaliteit van Cullheds roman
toont zich gaandeweg steeds sterker. Waar Sylvia’s gefrustreerde drammen in de
eerste hoofdstukken na enige tijd op de lectuur begint te wegen, wordt het
beeld gaandeweg geschakeerder en daardoor wint het ook aan intensiteit. Depressies en flarden van intens geluk, zelfverachting en overmoed wisselen
elkaar in een manisch tempo af en laten zien hoe ze uiteindelijk, emotioneel
totaal geruïneerd, het toppunt van haar artistieke creativiteit bereikt. Haar
euforie is een wrede mix van verrukking en peilloze ellende. Sylvia Plaths temperament
resoneert in Cullheds ritmische, beeldrijke taal, die afwisselend fonkelt en
bliksemt van geluk, woede, frustratie, en waarin de onontkoombaarheid van
Sylvia’s lot krachtig tot uiting komt.
Elin Cullhed kreeg voor Euforie in 2021 de Augustusprijs, de
meest prestigieuze Zweedse literatuurprijs, want ‘in het kloppend hart van de
tekst ziet de lezer Sylvia Plath, maar ook zichzelf.’
Elin Cullhed: Euforie, Prometheus, Amsterdam 2022, 300 p.
ISBN 9789044651102. Vertaling van
Eufori door Lammie Post-Oostenbrink. Distributie L&M Books
*Sylvia Plath
in Three women. A poem for three voices
deze pagina printen of opslaan