Jan Baeke is een bijzonder
dichter. Hij lijkt te schrijven vanuit zijn eigen vertrouwde omgeving, maar
tegelijk beweegt hij zich daarbij graag op de grens van de vervreemding. Dat
gebeurt opnieuw in zijn jongste bundel die zich paradoxaal genoeg aandient als
‘familiaire fictie’. Aan de ene kant worden herkenbare gebeurtenissen als
vreemd voorgesteld, aan de andere kant wordt het bizarre gepresenteerd als
volkomen normaal. Vaak maakt de dichter daarbij gebruik van een groteske
uitvergroting van bepaalde details. Ook creëert hij personages als Eddy, de
nogal primitieve narcist, of de immer twijfelende Samantha, alter ego’s van
zijn eigen lyrische ik. De hele ‘familie’ die hier wordt opgeroepen is door en
door neurotisch, nauwelijks in staat om zich te handhaven in een onoverzichtelijke,
voortdurende veranderende wereld.
Baeke roept inderdaad een wereld op waarin mensen vervreemd
zijn van hun omgeving, hoe routineus hun
bestaan ook mag zijn. Voortdurend wordt de vanzelfsprekendheid
doorbroken door het bewustzijn: de personages worden overvallen door twijfels
en vragen. Die mentale processen overheersen de meeste gedichten, maar de
angsten worden steevast gecounterd (maar ook deels veroorzaakt) door creatieve
verbeelding en allerlei associaties. In het spoor van de personages en de
verteller moet ook de lezer vastzitten in dit universum, waarin alles een soort
van symbolische betekenis lijkt te bezitten, een samenhang die zich echter
nauwelijks laat ontsluiten. Typerend daarvoor is bijvoorbeeld een indringende
reeks als ‘Welke plek kan die afwezigheid innemen?’, die de spanning laat zien
die inherent is aan afscheid: er zijn de herinneringen die zich onophoudelijk
aandienen, maar tegelijk heeft het verlies geresulteerd in een vervreemding,
ook van de meest intieme plaatsen en gebeurtenissen. Het is een afstand die de
hedendaagse dichter onmogelijk nog in taal kan overbruggen. Integendeel, net de
poëzie intensifieert die breuk met de dagelijkse werkelijkheid, die verschijnt
als raadselachtig maar vaak ook ronduit als beangstigend of als bedreigend. Het
personage Samantha gaat bijvoorbeeld te rade bij een ‘Beslisser’, iemand die
het midden houdt tussen therapeut en een God, maar veel heil brengt die
communicatie niet tot stand.
Baeke werkt die verwarring ook stilistisch in de hand. Het
lyrische ik lijkt volledig in controle over zichzelf en de verhalen die hij
voor de lezer ophangt, maar de vele aarzelingen, hiaten en tegenspraken doen
het tegendeel vermoeden. Net daardoor is deze bundel extra beklijvend.
Jan Baeke: Het verkeerde hart. Familiaire fictie,
De Bezige Bij, Amsterdam 2022, 76 p. ISBN 9789403154718. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan