5+ - In zijn eerste prentenboek Ik praat als een rivier liet de
Canadese dichter Jordan Scott diep in zijn binnenste kijken. Hij vertelt erin
hoe lastig het is om als kind te stotteren, maar tegelijkertijd laat hij de lezer
ervaren dat er ook altijd hoop is. Het boek werd meermaals internationaal
bekroond en Scott mocht in 2022 ook een Zilveren Griffel in ontvangst nemen.
De tuin van mijn Baba
is eveneens gebaseerd op Scotts herinneringen aan de bijzondere band met zijn
grootmoeder. We lezen hoe een jongen elke ochtend voor school naar zijn Baba gebracht
wordt, die in een houten huisje naast de snelweg woont. Hun momenten samen
verlopen volgens een vast patroon. Elke ochtend maakt Baba hetzelfde ontbijt
voor haar kleinzoon: ‘havermout met heel veel boter; augurken, kool en bieten
uit haar tuin.’ En elke ochtend eet de jongen de enorme portie in zijn
‘zwembad-kom’ op. Wanneer hij een beetje knoeit, pakt Baba het gemorste stukje op,
geeft er een kus op en legt het weer in de kom. Daarna wandelen ze samen naar school
en wanneer het regent, zoekt Baba naar wormen, die ze in een glazen potje in
haar jaszak stopt. Na schooltijd graven ze dan samen de wormen in Baba’s tuin
in.
Wanneer
Baba bij haar kleinzoon in huis komt wonen, moet hij even wennen aan de nieuwe
patronen die ontstaan. Eerst mist hij vooral hun dagelijkse wandelingen naar
school. Maar al snel vinden ze hun eigen, nieuwe routine. Nu brengt hij haar
iedere ochtend ontbijt op bed, havermout met appels. En elk occasioneel geknoeid
appelschijfje geeft hij een kusje voor het terug in haar ontbijtkom gaat. In
een potje bij haar raam plant de jongen de zaadjes van kerstomaatjes uit Baba’s
tuin. Daarna gaat hij op zoek naar wormen.
De nadruk in dit gevoelige
verhaal ligt op de non-verbale manier van communiceren. De jongen voelt
feilloos aan wanneer grootmoeder tevreden is: ‘Als mijn Baba kookt, dan humt ze
als een nacht vol muggen.’ Grootmoeder geeft de jongen een kneepje in zijn wang
of kriebelt met haar vinger over de binnenkant van zijn hand. Haar kleinzoon
knikt en lacht. Meer heeft dit tweetal niet nodig om gelukkig te zijn bij
elkaar. Met de opvallende aandacht voor voedsel laat Scott onnadrukkelijk zien
hoe de langdurige hongersnood tijdens de Tweede Wereldoorlog onuitwisbare
sporen naliet in Baba’s verdere leven. Op de grappigste plekken in het huisje
wordt eten bewaard, zoals ‘potten met augurken op de wc’ of ‘knoflookstrengen
in de douche’.
Sydney Smith speelt opnieuw mooi met lichteffecten in zijn illustraties. Het is
prachtig hoe hij de zon door het dikke grijze wolkendek laat priemen. Haar
stralenbundels vallen op de zee, die op sommige plaatsen helderwit lijkt te
zijn onder het zonlicht. Ook de illustratie van de grauwe autosnelweg in de
gietende regen, waarbij de witgele koplampen van de voorbijrazende auto’s worden
weerspiegeld op het natte wegdek, is erg sfeervol. En naar de prent waar Baba
en haar kleinzoon op hun knieën in haar tuintje zitten om wormen in te graven,
kun je gewoon blijven kijken. Smith koos voor een wazige achtergrond in
verschillende tinten groen. De milde avondzon die hun gezichten beschijnt, legt
zoveel zachtheid over dit tafereel.
De illustratie op overliggende
bladzijden waar Baba en haar kleinzoon samen door het raam kijken, is ongemeen
sterk. De lezer ziet het tweetal op de rug terwijl ze naar de striemende regen kijken.
De bloempot met de geplante zaadjes heeft een prominente plaats op de vensterbank.
Grootmoeder en haar kleinzoon zitten elk in een andere uithoek van de
illustratie, in hun eigen gedachten verzonken, zo lijkt het. Baba’s witte haar
is een tikkeltje in de war en op het tafeltje achter haar zie je nog een stukje
van haar ontbijtkom. Precies in het midden van de illustratie zie je hun
verstrengelde handen. Stil verdriet om wat voorbij is, gaat samen met een
ijzersterke verbondenheid.
Jordan Scott, Sydney Smith: De tuin van mijn Baba, Querido,
Amsterdam 2023, 52 p. : ill. ISBN 9789045129075. Vertaling van My Baba’s Garden
door Edward van de Vendel. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan