Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 4, APRIL 2023

Gerda Dendooven: Een zomerse zondag

door Jan Van Coillie

6+ - De opdracht om een prentenboek te maken bij de tentoonstelling ‘Vlaams expressionisme’ in het Kunstmuseum Den Haag was geknipt voor Gerda Dendooven. Niet alleen maakt ze voluit gebruik van haar bekende knip- en plaktechniek van de bovenste plank, maar ook mag je haar rustig beschouwen als een erfgename van dat Vlaamse expressionisme. Het kleurrijke en ondeugende karakter van het werk van kunstenaars als Gustave De Smet of Frits Van den Berghe uit de jaren twintig van de vorige eeuw, typeert ook het werk van Gerda Dendooven. Net als die Vlaamse expressionisten heeft ze een voorkeur voor volkse figuren, stelt ze die personages nadrukkelijk centraal in haar tekeningen en geeft ze via de beperkte decors vooral een sfeer weer. Dendoovens robuuste, archetypische personages, die haar werk typeren, vertonen opvallende gelijkenissen met die uit schilderijen van bovengenoemde kunstenaars of andere groten uit die periode als Constant Permeke, Edgard Tytgat of Floris Jespers.  

Gerda Dendooven vertrekt voor haar prenten vanuit kunstwerken uit de tentoonstelling, maar interpreteert die in haar heel eigen stijl. Vaak verbreedt of verruimt ze de compositie, wat haar de kans geeft om personages toe te voegen, die aansluiten bij haar tekst. Haar eerste prent bijvoorbeeld is gebaseerd op ‘Marc groet ’s morgens de dingen’ van Floris Jespers. De jongen, het raam, de tafel, het bed en het speelgoed komen terug, maar in een ietwat andere schikking. Op de tegenoverliggende bladzijde voegt ze een vrouw toe en een meisje met een hond. Die laatste duiken trouwens ook verder in het boek nog op. Meer nog dan op de compositie drukt Dendooven haar stempel op het kleurengebruik en de emoties. De zwarte kat is wit geworden en de jongen in het wit werd blauw. Allebei kregen ze een brede glimlach.
 
Op eenzelfde manier varieert ze op schilderijen als ‘Herinneringen aan een zondag’ van Edgard Tytgat, ‘De verliefden in het dorp’ van Frits Van den Berghe of ‘De grote schietkraam’ van Gustave De Smet. Haar prent van de schietkraam is misschien nog het duidelijkst gemodelleerd op het origineel, met de figuur met snor en hoed tussen de stenen pijpen, de kermisdame voor het gordijn, de man die schiet en zijn gezel en natuurlijk het paard in de kraam. Maar ook hier verplaatst Dendooven de figuren, verandert ze de kleuren (de man tussen de pijpen is rood en de vrouw lichtblauw) en voegt ze figuren toe, in dit geval een matroos, een klein mannetje of kind dat aan de broekspijp van zijn schietende vader trekt en opnieuw de hond. Het resultaat is een verrassend speelse kennismaking met het werk van de Vlaamse expressionisten.
 
Als vertrekpunt voor haar tekst nam Gerda Dendooven het beroemde gedicht ‘Marc groet ’s morgens de dingen’ van Paul van Ostaijen, dat ze combineert met het al even bekende ‘Boem Paukeslag’ uit Van Ostaijens bundel Bezette stad uit 1920. Het verhaal begint sfeervol en klankrijk:
 
‘Zondagochtend negen uur.
De vroege zon strooit zacht haar vuur.
Wat is het stil, geen blaf, geen zucht.
Geen vogel fladdert in de lucht.’
 
Maar dan: ‘Tot plots, boem! Een paukenslag
doorklieft de stille zomerdag.
Het is Marc die ’s morgens de dingen groet:
dag bloem, dag clown, dag poezensnoet.’
 
De clown en de poezensnoet vervangen Van Ostaijens fiets, vaas en visserke-vis met de pet, die verder in Dendoovens verhaal wel nog opduiken, samen met een hele resem figuren en voorwerpen uit de schilderijen van de expressionisten. In het eerste deel van het verhaal worden die telkens ingeleid door een ‘Dag’: ‘Dag juffrouw in het raam’, ‘Dag boer op de kar en dag paard’, Dag matroos in de boot’… In het tweede deel, vanaf drie uur, wanneer ‘de felle zon gloeiend vuur’ strooit, neemt Dendooven haar lezers, luisteraars en kijkers mee (in de je- en we-vorm) naar de kermis, het circus en de danstent, tot de avond valt en alles weer rustig wordt.
 
Die rust biedt Dendooven de kans om zich nog eens helemaal uit te leven. Ze tekent een grote, Permeke-achtige boer, die zijn arm om het middel van een vrouw legt, waarbij de tederheid expressief uitvergroot wordt in zijn te grote hand op haar buik. Je kunt ook niet naast de figuur van het meisje kijken, met een ondeugende (?) lach op het gezicht en een schilderkwast in de hand, én de hond met een kwast in de bek -- Dendoovens knipoog naar de kijkers, gevolgd door enkele mysterieuze oogjes op de finale schutbladen.
 
In het spoor van Van Ostaijen kiest Dendooven voor een poëtische vorm. Ze vertelt haar verhaal in vierregelige, ritmische strofen met gepaard rijm. Dat is een echte uitdaging die ze met verve tot een goed einde brengt. De rijmen klinken natuurlijk, met af en toe een verrassende, beeldrijke combinatie zoals in volgende regels:
 
‘Dag wolken zacht als luchtkastelen.
Iedereen wil zich vandaag vervelen.’
 
Of:
 
‘Praten, lachen, handen aaien
zelfs de hond wil rondjes draaien’
 
Het zijn klankrijke regels die perfect de sfeer in de danstent oproepen. Ook het ritme leest doorgaans soepel, al konden sommige regels vlotter. Een zomerse zondag is Dendooven op haar best: kleurrijk, feestelijk, expressief en gedurfd.
 
Gerda Dendooven: Een zomerse zondag, Leopold, Amsterdam 2023, 26 p. : ill. ISBN 9789025884857. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri