Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 4, APRIL 2023

Joke van Leeuwen: Dát bedoel ik, zei de zalm

door Jan Van Coillie

9+ - Het wekt allerminst verbazing dat Joke van Leeuwen gevraagd werd om het kinderboek te schrijven voor de maand van de filosofie 2023. Haar hele werk wordt immers gekenmerkt door een filosofische, want eigenzinnige en verwonderde kijk op de dingen. Het filosofische thema dit jaar is ‘weerloos en waardevol’ en dat neemt Van Leeuwen dan ook als leidraad voor haar boek.  

De meeste ‘personages’ in het verhaal lijken weerloos, van het pluisje over de zandkorrel en de paardenbloem tot de straatsteen en de vlieg. Maar ze worden op de een of andere manier toch bevestigd in hun waarde of ontdekken hoe waardevol ze zijn. De grassprietjes vatten de kern van het boek op het eind nog eens samen. Vooraleer het pluisje kwam, vonden ze zichzelf zo weinig waard en het pluisje zelfs nog minder, maar toen zei het pluisje iets waardoor ze opeens dachten: ‘hé, telkens als ze ons vertrappen, staan we wél weer snel rechtop en telkens als ze ons kort willen houden, maken we onszelf tóch weer lang.’ Waardering en weerbaarheid, daar gaat het om, én het besef van de relativiteit van alles, een besef dat beeldend vervat zit in de woorden van het pluisje.
 
Om die rode draad heen spint Joke van Leeuwen een kluwen van filosofische gedachten, over macht en ergens vandaan komen, over respect en aandacht geven aan, iemand of iets missen, orde en wanorde of de relativiteit van mooi of lelijk. Telkens weer zetten die gedachten de lezer of luisteraar aan het denken of roepen ze vragen of reacties op. In bijna alle verhalen worden vragen gesteld, vragen waarop de personages het antwoord meestal schuldig blijven. De ‘menswezens’ komen er vanuit het standpunt van de dieren en dingen bekaaid af, wat vanzelf reacties oproept, zoals in de volgende uitspraak van de straatsteen: ‘Mensen denken dat ze overal de baas over zijn.’ Die mensen kunnen bovendien veel minder goed ruiken dan een hond of minder goed zien dan een vlieg, die ogen heeft waarmee ze naar alle kanten tegelijk kan kijken. Tussen de regels door geeft Van Leeuwen ook op haar typische, lichtvoetige manier, kritiek op menselijke verwezenlijkingen, zoals de lat, symbool voor de wijsheid ‘meten is weten’, of de ‘slimme telefoon’, die toch niet zo slim blijkt.
 
Die prikjes op de mens worden soms ingebed in absurde situaties, die zijn typisch voor Van Leeuwen. Zo bedenkt een meeuw met een pier in zijn bek dat dit gratis voedsel veel beter is dan het dure eten dat hij online bestelt. In een ander verhaal komt de beker van de ‘kampioen heuvelrollen’ letterlijk ten val. Al even typerend als de absurditeit is de associatieve opbouw van het verhaal, als een ketting van toevallige ontmoetingen tussen de wind en het pluisje, het pluisje en de beker, de beker en de zalm, de zalm en de zandkorrel enzovoort, tot de wind het pluisje weer ontmoet en de cirkel rond is.
 
Van Leeuwens lichtvoetigheid steekt ook in de taal vol woordgrapjes en -spelletjes. De regenworm, die niks weet, wéét tenminste wel dat hij niks weet ‘én hij wist wel íéts: hij wist dat poepen een heel nuttige bezigheid was. Daar hoefde hij geen woorden aan vuil te maken.’ Of de vlieg die zegt niet te weten wat een lelhoningeter is, ‘al sla je me dood.’
 
En dan is er nog de interactie tussen tekst en tekeningen die zo typerend is voor het werk van het dubbeltalent Van Leeuwen. Meermaals laat ze de kijker anders kijken naar de dingen, bijvoorbeeld door die uit te vergroten. Zo krijgt een vezeltje wol schubben, zien zandkorrels eruit als stenen en past een uitvergrote vlieg niet op de bladzijden.
 
Sommige gesprekken of redeneringen klinken behoorlijk abstract: ‘Als ik geplukt zou worden,’ zei de paardenbloem, ‘dan werd het zichtbare van mij weggehaald zonder te denken aan het onzichtbare dat ik ook ben.’ Maar het is net dat soort gesprekken dat een dubbel publiek van kinderen en volwassenen kan aanspreken. Daardoor schaart het boek zich in een traditie van klassiekers als De kleine prins of De jongen, de mol, de vos en het paard.
 
Joke van Leeuwen: Dát bedoel ik, zei de zalm, Querido, Amsterdam 2023, 92 p. : ill. ISBN 9789045128450. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri