6+ - ‘Verhalen
zijn niet echt,’ zegt Charlie. ‘Wij zijn echt, kom.’ Een zee van papier van
papierkunstenaar Sietse Muis en schrijver Koos Meinderts speelt voortdurend op
de grens van verhalen: Otis woont in een boek en takelt daar, op pagina 128,
boeken op uit een verhalenput én, onverwacht, ook Charlie, een meisje met zin
voor avontuur dat enkele bladzijden eerder bleek te wonen. Zij neemt Otis op
sleeptouw, de ‘wijde wereld’ in. Zonder haar zou hij veilig thuis zijn
gebleven, want ‘Als hij leest verdwijnt hij in het boek en is hij in zijn
eentje alles en iedereen tegelijk, is hij Jan en alleman en ook zijn zusje’.
Maar zonder hem hadden ze samen wellicht geen luchtballon gevouwen of beseft
dat te dicht bij de zon gaan vliegen gevaarlijk kan zijn – bij welke verhalen Otis
zijn inspiratie en inzichten haalt is voor de ervaren lezer duidelijk.
Het compacte formaat
van Een zee van papier en het papieren kusttafereel tegen de gitzwarte
achtergrond ogen uitnodigend. Maar prentenboeken overtuigen niet altijd als
geheel. Soms haalt de tekst niet de verfijning van de prenten, soms gebeurt het
omgekeerde. En soms blijkt de tekst bijna overbodig: de prenten dragen zo veel
verhaal in zich dat woorden een rem op de verbeelding zetten. Dat laatste is
misschien wel het geval in Een zee van papier, waarin foto’s van
papieren driedimensionale werken op basis van oude boeken meer verwondering
wekken dan de tekst. De papieren silhouetten, het woninkje met pietepeuterige
papieren leitjes, de golvende zee en waterval van krullende stroken papier: ze
verbeelden als vanzelf de kracht van woorden en verhalen en prikkelen (de
creatieve, geduldige lezer) om zelf aan het knutselen te gaan. Kleur is nergens
toegevoegd, wel zorgt belichting hier en daar voor extra diepte en warmte in de
prenten.
Ook
Meinderts’ woorden zijn warm en aaibaar. Tussen Charlie en Otis groeit een
prille liefde, waarvan ‘Otis’s wangen [rood] kleuren, als twee klaprozen in
bloei’. Meinderts strooit geregeld met alliteraties of opsommingen. Zo wil
Charlie ‘nog veel en veel hoger, naar de maan en de zon en de zevende hemel’.
Maar ondanks die vaardige vertelstijl komen de personages en het verhaal niet
echt tot leven. Wie een ode wil brengen aan het lezen, staat voor de uitdaging
om erg persoonlijk plezier een universele adem in te blazen. Dat maakt dat
verhalen die het toch proberen geregeld verdwalen in ijle woorden. In een
poging omvattend te zijn, worden ze ook voorspelbaar. Vaak ontstaan de mooiste
odes aan lezen dan ook in verhalen zelf, zonder dat ze dat lezen expliciet als
thema hebben.
Aan
het einde van Een zee van papier ontmoeten Otis en Charlie boven in een
vuurtoren een schrijver die worstelt met een verhaal. Geïnspireerd door wat ze
hem vertellen kan hij na hun vertrek ‘naar heel ver weg en nooit meer terug’ dan
toch aan de slag ‘en begint hij aan een nagelnieuw verhaal: Een zee van papier’.
De toon en stijl van het verhaal doen sterk vermoeden dat de schrijver hier
zichzelf heeft neergezet. Helaas is de tekst niet helemaal van zijn worsteling
losgekomen. Zo wordt Een zee van papier een teder prentenboek om even
langs te varen, maar niet een om geregeld aan te meren.
Koos Meinderts & Sietse
Muis: Een zee van papier, Amsterdam, Ploegsma 2023, ISBN 9789021684956.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan