9+ - Voor de nieuwe maan speelt zich af in het
Land van de Honderd Bossen waar de Frankmarken binnenvielen op het moment dat
het land in nood verkeerde omdat alle rivieren en beken waren opgedroogd. Zo
staat het op ‘pagina 153 uit Mama’s geschiedenisboek.’ De meeste mensen zijn
gevlucht naar de bossen. Ook de grootouders en de ouders van Bores, die tijdens
dat schrikbewind in zo goed als volledige isolatie zijn opgegroeid. Nadat zijn
vader en moeder elkaar toevallig hebben ontmoet, bouwen ze met vlotten een
eiland in het Zondermeer: Ark. Daar gaan ze wonen. Op de dag dat het verhaal begint,
komt Papa met het motorbootje terug van het Vasteland. Hij is Maan gaan
ophalen, een zusje voor Bores. De verteller verplaatst zich in het standpunt
van Bores en focust op de gevoelens van jaloezie zonder ze te benoemen. Dat hij
het niet gewend is om met anderen te delen, wordt dan weer wel iets te vaak en
iets te nadrukkelijk vermeld.
Broer-zijn is het belangrijkste thema van dit verhaal en
het wordt mooi en organisch uitgewerkt via kinderlijke logica (de hond, Vrijdag,
die zich laat aanhalen door Maan is een overloper) en strategieën (Bores bidt
tot Oma Zalig om zijn nieuwe zusje weg te halen), en de tussenstap van een
ontluikende vriendschap die blijkbaar met anderen gedeeld kan worden tot
aanvaarding en ten slotte het echte broer-gevoel. Die evolutie loopt parallel
met Bores’ avonturen wanneer hij op zoek gaat naar Vrijdag die samen met Maan
is verdwenen. Dat zorgt voor een stevige spanningsboog, al worden de Landrotten
nogal karikaturaal voorgesteld. Bores kan ze makkelijk om de tuin leiden en
wordt daarbij geholpen door Nora met haar astronautenhelm, Tita, de hond met de
ijzeren tanden, en de ingenieuze Beppe Schroot die Tita met die ijzeren tanden
heeft uitgerust.
In zijn geheel is het verhaal aantrekkelijk en fantasierijk, en er komen
heel wat mooie, voor kinderen erg invoelbare passages in voor, al is de taal
niet altijd even zuiver of zorgvuldig. En ook niet erg consequent. De ene keer
wordt een spreekwoord uitgelegd: ‘…alles loopt op rolletjes. Dan bedoelt ze dat
alles goed gaat.’ Ergens anders staat er: ‘Er zwierven wilde honden rond, die
met elkaar communiceerden door op het puin te kruipen…’ of ‘Het vasteland was
geen optie meer.’ Dat tweeslachtige karakter van het verhaal wordt ongewild
versterkt door de illustraties. De kleine tekeningen bij het begin van de
hoofdstukken zijn prima: eigentijds en suggestief, en ze vatten mooi de
essentie van het hoofdstuk. Maar de grotere illustraties zijn nogal
nietszeggend. Ze gaan volledig voorbij aan de gedetailleerde beschrijving: niks
geen hek van vuistdikke takken rondom de vuurtoren en op het dak ook geen oude
deuren met de klinken er nog aan. Vooral de figuren zijn naïef en wat oubollig,
en de weg-geabstraheerde fantasiewereld lijkt niet te sporen met het verhaal.
En laat dat nu net het grootste manco zijn: die fantasiewereld is niet
voldoende doordacht.
Als er op het eiland Ark appelbomen groeien en als er een strandje en duinen
zijn en een vuurtoren, dan is dat niet verzoenbaar met Bores’ recordtijd van
drie minuten ‘om een toertje rond het eiland te zwemmen’. Behalve hun huis is
er ook nog een serre en een botenhuis en een atelier waar Mama kan timmeren en Papa
(telkens met hoofdletters, een mooi detail) aan bloemschikken kan doen. Alle
vrouwen in het verhaal barsten overigens van dadendrang en technisch vernuft,
en de mannen haken en breien. De genderrollen worden hardnekkig omgewisseld. Behalve
bij de Landrotten. Dat zijn allemaal walgelijke, onbehouwen mannen. Maar om terug
te keren naar Ark: hoe hebben ze al die bouw- en bodemmaterialen aangesleept
als ze juist niet naar het Vasteland kunnen vanwege de Landrotten? Als Bores
naar buiten rent, staat er: ‘Zijn voeten kleppen op het hout. Het water spat op
tot aan zijn knieën.’ Dan stel je je die aan elkaar geklonken vlotten voor als
vlonders van houtstammen, precies zoals op de illustraties. Maar hoe zou hij
daar dan kunnen rolschaatsen? Want die rolschaatsen zijn hem zo dierbaar, ze
zijn toch wel het laatste wat hij aan zijn nieuwe zusje zou willen geven. De
ouders van Bores gaan samen zitten huilen als ze Maan niet op het eiland
vinden, terwijl Bores de volgende dag gewoon met de roeiboot achter haar aan
gaat. En dan zijn er nog de Landrotten die doodsbang zijn voor water en er in
paniek voor weglopen, maar die wel vrolijk zitten te drinken in een cafeetje
vlak bij het water en zich naderhand (na meer dan 30 jaar overheersing en
terreur) makkelijk laten verjagen uit het boomhuttendorp. Kortom, de interne wetten
van de fantasiewereld worden al te vaak geschonden of genegeerd of er worden
achteraf redeneringen op geplakt om de ongerijmde wendingen te verantwoorden.
Veel kinderen
zullen zich daar misschien niet aan storen, maar daardoor is het een
onevenwichtig verhaal geworden dat vooral drijft op actie. Gelukkig is er dus
ook dat broer-thema dat mooi wordt uitgewerkt.
Tine Lefebvre, Jacques &
Lise: Voor de nieuwe maan, Pelckmans, Kalmthout 2023, 247 p. : ISBN 09789463373272
deze pagina printen of opslaan