Vakliteratuur

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Saskia de Bodt: Springlevend

door Jen de Groeve

Reizen door literair erfgoed  

Onder het kopje ‘Culturele omwegen’ vertelt Saskia de Bodt in de inleiding van Springlevend over de reis van een echtpaar Nederlandse kunsthistorici met hun dochtertje -- dat op professioneel vlak in hun voetsporen zou volgen (!) -- door het Lake District en over hun bezoek aan Hill Top, ooit de woonst van Beatrix Potter (1866-1943). Het Lake District is dan ook de plek bij uitstek voor cultuur minnende wandelaars. ‘Uit nieuwsgierigheid gingen we op zoek naar de wortels van een aantal klassieke boeken en hun hoofdpersonen en keken we wat daar nog van over is. […] Hoe is zo’n klassiek boek in de loop der jaren veranderd en waar is het publiek mee aan de haal gegaan?’
 
Dat zijn vragen die Saskia de Bodt en haar co-auteurs in Springlevend stellen aan de hand van twaalf, meestal erg bekende verhalen. Hoe werd het verhaal geconcipieerd, hoe zag de eerste druk er uit en hoe is dat in de volgende edities geëvolueerd? Wat betekenen klassieke boeken uit de 19de en eerste helft 20ste eeuw voor latere generaties en voor lezers van nu? Of misschien hoeven het niet eens lezers te zijn, want dat gebeurt nu eenmaal vaak met klassiekers: personages of attributen uit het boek gaan een eigen leven leiden als gadget, of toeristische trekpleister naast en soms grotendeels los van het oorspronkelijke verhaal. Denk bijvoorbeeld aan de merchandising rond verhaalfiguren als de kleine zeemeermin, Pinokkio of Max und Moritz.
 
Belangrijk hierbij – en het stokpaardje van deze kunsthistorica, zie bijvoorbeeld haar boek De verbeelders. Nederlandse boekillustratie in de twintigste eeuw -- is hoe een verhaal in beelden wordt doorgegeven. Mogelijk denk je daarbij meteen aan geïllustreerde kinderboeken, maar verhalen die we nu als kinderboek kennen, waren dat in oorsprong niet. Het zal misschien verbazen, maar Bambi, welbekend van de Disney-verfilming, was oorspronkelijk (1922) een boek voor volwassenen van de Oostenrijkse schrijver Felix Salten. Het speelde zich af in de jaren dat het antisemitisme weer oplaaide en de boodschap van Bambi zat in de toenmalige politiek verankerd. De kleine zeemeermin (1837) van Hans Christian Andersen, ook alom bekend via de Disney-film, is nog een voorbeeld van een verhaal dat oorspronkelijk helemaal paste in het 19de-eeuwse christelijke gedachtegoed, maar geëvolueerd is tot een zoet kinderverhaal. De twaalf boeken die in Springlevend aan bod komen, hadden in oorsprong een missie, ze waren ‘een afspiegeling van de sociale en politieke idealen’ van hun makers. Ze werden dan ook geschreven in bewogen tijden, oorlog, nationalisme en sociale misstanden spelen er een rol in.
 
Insteek van elk van de hoofdstukken is het cultuurtoerisme. Het werk van Beatrix Potter en de uitbating van Hill Top door de National Trust is daar wellicht het bekendste voorbeeld van. Potter gebruikte de omgeving van Hill Top als inspiratie voor haar prenten, haar tekeningen van de Britse countryside zijn zeer precies en het is die herkenning die de immense toeristenstroom naar het Lake District verklaart: je kunt je er even in de feel-good wereld van Peter Rabbit en Jemima Puddle-Duck wanen, je wordt er op het gaatje in de vloer gewezen waardoor Samuel Whiskers wegglipt en de haard waar de poezen uit The Roly-Poly-Pudding zitten, is dezelfde als die in Hill Top. Potter was een zakenvrouw, entertainde zelf op kleine schaal bezoekers aan haar huis en hield ook de merchandising van haar figuren strak in handen. Maar het massatoerisme van vandaag, de vele bewerkingen van haar boeken met karakters die ver afstaan van de minutieus uitgewerkte oorspronkelijke creaties, staan in schril contrast met Potters intenties.
 
Het verhaal rond Collodi’s Pinokkio laat uitstekend zien hoe de portee van het verhaal en de evolutie in de illustraties samen evolueerden. Collodi was politiek en sociaal bewogen en je kunt Pinokkio als een politieke satire op het toenmalige Italië zien. Pinokkio was een gemeen kereltje, ‘slecht, slap van geest en ondoordacht’ en belangrijk is dat Collodi een marionet van hem maakte, een symbool voor politieke touwtrekkerij. Nochtans schreef Collodi het wat rommelige feuilleton dat Pinokkio aanvankelijk was, voor een kindertijdschrift. Politieke satire voor kinderen? Jawel, kinderen waren toentertijd immers bekend met de poppentheaters van de commedia dell’arte, waarin met grappen en grollen gereageerd werd op de actualiteit. Een erg toegewijd schrijver was Collodi echter niet en hij schreef het verhaal in de eerste plaats voor het geld: ‘Ik stuur je dit kindergedoe, ga je gang ermee […]’.
 
In de evolutie van de oorspronkelijke illustraties (1883) van Enrico Mazzanti tot het ondeugende ventje dat Pinokkio in 1940 bij Disney wordt, zie je twee duidelijke stromen: ofwel blijft hij een houten pop, ofwel wordt hij een echt jongetje. Met de verschillen in afbeelding zie je ook de verschillen in de overlevering van het verhaal: de houten, scharnierende pop is een stuk gemener dan de kleine ondeugd, die uiteindelijk een voorbeeldig, innemend manneke wordt. Er zijn ook opmerkelijke artistieke interpretaties verschenen en het aandeel illustraties bij dit hoofdstuk is dan ook indrukwekkend. In de vroege 20ste eeuw zie je in het Pinokkio-beeld invloeden van de art-nouveau, en kunstenaars als Roland Topor en William D. Kuik maakten beelden die hoog scoren op de kunstmarkten. Pinokkio was en is in Italië ook een filmheld. Elke regisseur legt zijn eigen accenten, van de wat anarchistische prent van Luigi Comencini uit de jaren 1970 tot de film over extreme armoede op het Italiaanse platteland van Matteo Garrone uit 2019.
 
Het mag dan zo zijn dat de sociaalkritische ondertoon en de historische context langzaamaan wegebden uit de latere interpretaties, maar satire is de figuur van Pinokkio nog altijd in de cartoons van de Washington Post, waarop een leugenachtige Donald Trump met een lange Pinokkio-neus te zien is.
 
Twaalf klassieke boeken worden gedetailleerd in hun evolutie onderzocht. Behalve de bovengenoemde passeren nog Mon village (1913) van de Elzasser illustrator Oncle Hansi, Heidi (1880) van Johanna Spyri, Ferdinand de Stier (1936) van Munro Leaf, Huckleberry Finn (1884) van Mark Twain, Het Kleine Huis in het Grote Bos (1932) van Laura Ingalls Wilder, Nils Holgersson (1906) van Selma Lagerlöf en tot slot De Moemins (1945) van Tove Jansson.
 
Saskia de Bodt schreef de inleiding en de epiloog en nam zeven boeken voor haar rekening, haar co-auteurs Fia Dieteren, Henk van der Liet, Anna Koldeweij en Annemiek Overbeek tekenden voor de overige vijf. Springlevend biedt stevige lectuur, want de auteurs verwerkten bijzonder veel bio- en bibliografische informatie en ze situeren de boeken en hun bewerkingen telkens tegen hun cultuurhistorische achtergrond. Elk hoofdstuk zit werkelijk bomvol informatie, waar lezers met een meer dan doorsnee literaire belangstelling zullen van smullen. Maar niet alleen zij, de verhalende stijl zorgt voor boeiende wandelingen door de oeuvres, waar een royale mix van herkenning en verrassing veel geïnteresseerde lezers aangenaam geboeid zal houden. Elk hoofdstuk sluit af met een cultuurtoeristisch kaartje met daarop een aantal reisdoelen om de literaire erfenis zelf te gaan beleven. Deze weloverwogen opzet maakt van Springlevend een boek dat zowel professionele lezers als een ruim publiek kan aanspreken.
 
In het Huis van het boek in Den Haag loopt van 22 maart tot 1 september 2024 Het echte verhaal?, een tentoonstelling gebaseerd op Springlevend. Aanleiding was onder meer de commotie over de keuze voor de zwarte actrice Halle Bailey in Disney’s live-action remake van De kleine zeemeermin en de gecontesteerde tekstwijzigingen in de boeken van Roald Dahl. Het museum wil met deze tentoonstelling context verschaffen en een gesprek op gang brengen:
 
‘Teksten en beelden veranderen in de loop van de tijd: iedere generatie past de personages en de verhalen aan. Of eigent zich de verhalen toe. Is dat erg? Of is het een bewijs van de kracht van deze verhalen?’
 
Saskia de Bodt e.a.: Springlevend. Hoe klassieke boeken van betekenis veranderen, Hoogland & Van Klaveren, Hoorn 2023, 253 p. : ill. ISBN: 9789089674203. Distributie Pelckmans Uitgevers

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri