6+ - De Duitse Marc-Uwe Kling, die naast auteur ook
songwriter en cabaretier is, schrijft zowel voor volwassenen als voor kinderen.
Een kritische blik op het reilen en zeilen van de hedendaagse maatschappij, met
daarin een rebels vleugje humor verweven, vormt de rode draad in zijn werk.
In De Beterweter is de familie Theufel een
paar dagen geleden verhuisd naar een oud huis. We treffen het gezin aan tafel:
mama, papa, Tina van tien jaar en Theo van acht jaar. De kinderen prikken met
tegenzin in de rode bieten op hun bord. Dan bedenkt Theo een slim
afleidingsmanoeuvre en vraagt of ze nog even mogen spelen voor het slapen. ‘“Eerst
jullie borden opeten,”zei papa. “Maar papa…” zei Theo, “ik kan toch niet mijn
bord opeten? Dat is van porselein.” “Die zijn niet van porselein,” zei Tina. “Onze
borden zijn van ke-ra-miek.”’ Enkele ogenblikken later zijn we getuige van een
gesprek tussen mama en papa. ‘“Jullie zijn zulke enorme beterweters,”
verzuchtte papa. “Dat hebben ze van jou,” zei mama. “Pardon?” vroeg papa. “Ik
ben in deze familie echt de kleinste beterweter.” “Onzin!” zei mama. “Jij weet
altijd alles beter.” “Nou, niet ál-tijd,” sprak papa haar tegen.’ En hiermee is
meteen de toon gezet. De leden van dit gezin gunnen elkaar bijzonder weinig
ruimte.
Na het
avondeten spelen Tina en Theo nog even op zolder. Ze fantaseren dat ze
monsterpiraten zijn en dat hun verschrikkelijke zeilsloep met de vijf
scharlakenrode zeilen de schrik is van de zes wereldzeeën. Uitgelaten zetten ze
koers richting de ‘Barracudadriehoek’. Maar dan kruipt er uit een verhuisdoos
vol boeken een Beterweter, een eigenaardig wezentje dat hun onmiddellijk begint
te verbeteren. Kling stopt hier in het hoogdravende betoog van de Beterweter
enkele interessante weetjes, die jonge kinderen zeker zullen aanspreken. Zo zegt
hij bijvoorbeeld dat er zeven wereldzeeën zijn en dat een zeilsloep te klein is
om vijf zeilen te hebben. Verder geeft hij hen ook nog mee dat het gevaarlijke
gebied waar schepen verdwijnen de Bermudadriehoek heet en dat een barracuda een
roofvis is. Een grappig detail is ook dat Kling de Beterweter tussen de boeken,
bij de bron van alle kennis, laat wonen.
Astrid Henn maakt van de Beterweter
een intrigerend schepseltje. Enerzijds heeft hij een enorm hoog knuffelgehalte
met zijn pluizige felblauwe vacht, waar zijn rood broekje met bretels prachtig
mee contrasteert. Hij heeft iets van een avocado op pootjes. Anderzijds geeft
Henn hem ook iets hooghartigs door zijn grote zwarte ronde bril, die hij af en
toe met een piepkleine vinger weer omhoog moet duwen en zijn geprononceerde
hagelwitte voortanden.
Natuurlijk willen de kinderen de Beterweter aan hun ouders
tonen. Die gelooft niet dat dat zal lukken omdat hij alleen zichtbaar is voor
doorgewinterde beterweters. Papa is er rotsvast van overtuigd dat hij hem niet
zal kunnen zien. En dat lijkt ook zo te zijn. Sluw als ze zijn, beginnen de
kinderen de grootst mogelijke onzin uit te kramen.
Ook in dit boek weet Kling ons op een humoristische manier
een spiegel voor te houden. Wanneer we als ouders tot wanhoop gedreven worden
door onze kinderen die denken altijd alles beter te weten, is het goed van ons
even af te vragen of we hen dat misschien zelf hebben voorgedaan.
Marc-Uwe Kling,
Astrid Henn: De Beterweter, Volt, Amsterdam 2024, 72 p. : ill. ISBN 9789021469270.
Vertaling van Das Klugscheißerchen door Jaap Robben. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan