Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 8, OKTOBER 2024

Tiny Fisscher, Martijn van der Linden (ill.): De avonturen van dokter Dolittle

door Henk van Viegen

9+ - Tiny Fisscher, dit jaar 25 jaar schrijver, begon in 2014 (na een paar sprookjesbewerkingen voor de kleintjes) echt werk te maken van het op de markt brengen van adaptaties van klassiekers. Inmiddels zijn het er, met deze nieuwe erbij, negen. Haar bewerking van Kees de jongen (Aerial Media Company 2014) is tot nu toe de enige van een Nederlands klassiek boek, verder ‘deed’ ze klassiekers als Alleen op de wereld (Gottmer 2022), Het wonderbaarlijke verhaal van de kleine Prins (Volt 2023), Oliver Twist en Sindbad de zeeman.
 
Of De avonturen van dokter Dolittle hier nog gevoeld wordt als een klassieker? Het boek is al zo’n 40 jaar niet op de markt. Wellicht zijn Dolittles avonturen nog enigszins bekend door het Douwe Egberts-geschenkboek, naar de musical, uit 2010, en de film uit 2020. Hoe dan ook: Fisscher waagt een poging dit personage hier weer leven in te blazen. Zoals gewoonlijk doet ze dat door hier en daar wat in te korten, en de taal vlotter te maken en op te leuken. Ze handhaaft de tijd van het boek, op anachronismen zul je haar niet betrappen en het verhaal wordt niet overgebracht naar Nederland. Het begint in het fictieve Engelse stadje Puddleby (zoiets als ‘Moddergat’).  
 
Lang geleden, maar wel ergens in de eerste helft van de 19de eeuw, leert groot dierenvriend John (dokter) Dolittle van zijn papegaai Polynesia hoe hij met allerlei soorten dieren kan praten. Daardoor kan hij hun kwaaltjes goed beoordelen. Dat komt tamelijk goed uit, want door de vele, soms overlast gevende of angst oproepende dieren (zoals een krokodil) in zijn tuin blijven de menselijke patiënten weg. Armoede ligt op de loer, zijn zus Sarah verlaat het pand. Gelukkig stijgt zijn roem: over de hele wereld blijkt men op de hoogte van zijn ongekende talent dieren te genezen.
 
Op een dag vraagt een zwaluw hem mee naar Afrika te gaan om in een kolonie apen de zieke exemplaren te genezen (waaraan ze lijden wordt niet vermeld). Met een paar van zijn favoriete dieren is hij redelijk dicht bij zijn bestemming, als hij schipbreuk lijdt. De plaatselijke koning van het land Jolliginki waar hij ‘aanspoelt’, pakt het groepje op, maar na een slimme ontsnapping weten ze toch de apen te bereiken. Dolittle geneest en vaccineert, en vertrekt met een geschenk, een tweekoppig dier, terug naar huis. Met deze zeer bijzondere kruising van een gazelle en een eenhoorn kan hij thuis geld gaan verdienen. Hij komt alleen weer langs het rijk Jolliginki…
 
Het verhaal kraakt van het verzinnen, maar wordt lekker laconiek en zonder veel logica opgedist. Het is allemaal nauwelijks spannend of eng, ook niet als er nog een piratenschip opduikt. Dolittle maakt zich feitelijk nergens echt druk om, hoogstens vindt hij iets wat vervelend. Tiny Fisscher vertelt het allemaal vlot en levendig.
 
Ze kreeg het bij elke bewerkte klassieker voor elkaar voor de tekeningen iemand uit de top van illustratieland te strikken: Charlotte Dematons, Sophie Pluim, Mark Janssen e.a., en deze keer Martijn van der Linden. Hoe die het toch voor elkaar krijgt weer heel ander werk te maken dan daarvoor, is een raadsel, en zijn grote kracht. Aan elk nieuw boek kun je hem weer niet herkennen.  
 
Op het omslag zien we een geamuseerde Dolittle op zijn achternaam zitten. De naam ‘dokter Dolittle’ met reuzenletters, zoals gebruikelijk bij klassiekers, en de naam van de bewerkers groter dan die van de maker (ook dat zie je vaak, zeker als het om kinderboeken gaat). Met een knipoog naar het hier en daar racistische origineel geeft hij Dolittle een donkere tint, en de koning en koningin juist niet (die zouden zomaar Europeanen kunnen zijn). Wel wordt de botte houding van de koning duidelijk. De komst van Europeanen in zijn land betekende tot nu toe vooral leegroof. Van der Linden beeldt hun zoon, prins Bumpo, niet af. In de tekst van het origineel werkt Bumpo mee aan de vlucht van Dolittle met een schip. Dat doet hij in ruil voor een door de dokter wit gemaakte huid! Fisscher verzint hier stilzwijgend, er is geen verantwoording of nawoord, iets anders voor. Het racistische element is hiermee wel opgeruimd. Wel blijft een flardje kolonialisme over: een Brit moet naar Afrika om de apen te redden.
 
Van der Linden heeft veel ‘antiek’ ogende kleuren in de aanbieding, met een hoofdrol voor een soort oudroze. Die kleur alleen al levert twee wonderschone dubbelpagina’s op. Allebei met veel lucht en water en daarin allerlei lijnen en rasterachtige, grafische en daarna bewerkte elementen. Heel bijzonder. Met op de ene een afscheidsscène aan de kust van Afrika. En op de andere een kustdorpje met de moeder van een verdwenen jongen als een Vrouwtje van Stavoren op de kade. Ook gebruikt de illustrator fraai het tweekoppige dier in de prenten. Bijna steeds door het prominent, heel wit, maar met zwarte verticale lijnen op het lijf weer te geven.
 
In het oorspronkelijke verhaal gaat Dolittle, als hij voldoende heeft verdiend, met pensioen. Evengoed kwamen er daarna nog vele avonturen (15 boeken in Engeland). Ik vermoed dat het hier bij deze eerste blijft.
 
Tiny Fisscher, Martijn van der Linden, Volt, Amsterdam 2024, 145 p. : ill. ISBN 978902148882. Vrije bewerking van The story of Doctor Dolittle door Hugh Lofting. Distributie L&M Books


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri