5+ - '"Ik ben de
koning", zei de koning. / De zee ruiste een antwoord.' Op gezagsvolle
spreektoon maakt een klein kereltje met rode oren en een opgezette neus duidelijk
hoe hij de zaken ziet. De nood om zijn positie af te lijnen is dwingend, want
behalve aan zijn kroon is zijn hoge status nergens van af te lezen. Niet van
zijn onbeduidende voorkomen en niet van zijn mentale overwicht, want dit
openingsverhaaltje vervolgt op een wat gedemptere toon:
‘”Ik weet het", zei de
koning.
Hij werd stil en dacht na
"Ik weet
het", mompelde hij.
Toen luisterde hij lange tijd naar het
geruis.'
En
hiermee is het patroon van de 21 korte verhalen in deze bundel vastgelegd. De
koning spreekt stoutmoedig de elementen en het uitspansel aan, en hij vangt een
glimp op van hun grootsheid. Hij tracht vat te krijgen op het ongrijpbare --
zijn schaduw, een geest, de nacht... -- en hij ervaart dat ze hem ontglippen.
Hij wil koning zijn over de kat, de hond, de trompet, het potlood... en ze zijn
hem elkeen in zeker opzicht de baas.
Verhaaltjes van twee tot maximum
twaalf lijnen, waarin wezenlijke vragen worden opgeworpen in verband met macht,
vrijheid, vergankelijkheid. En elk verhaaltje eindigt met een begin van
inzicht. In het slotverhaal, 'De koning en de koningen' laat de kleine koning
zijn kroon achter in het zand en gaat deel uitmaken van de wereld waarover hij
dacht te heersen.
Heinz Janisch en Wolf Erlbruch (1948-2022) vinden elkaar uitstekend in
deze bundel, waarin ze beiden (letterlijk) de ruimte scheppen om wezenlijke
zaken aan de orde te laten komen. Janisch bevraagt de verhouding van de mens
tot de wereld, in spaarzame tekstjes vol relativering en humor. Hij heeft geen
op maat gesneden antwoorden, maar laat door de 21 verhaaltjes heen de koning
ervaren dat, wanneer hij de zaken van de andere kant bekijkt, hij niet
vastloopt op de grenzen van zijn kunnen. Meer nog, dat inzicht brengt een
verrijking mee. Janisch stelt filosofische vragen aan de hand van een koninkje
vol kinderlijke spontaniteit en overmoed. De situaties waarin hij terechtkomt,
zijn al net zo banaal en relativerend als het alledaagse leven zelf:
'"Zit! Plaats!
Kom hier!", riep de koning.
"Ik ben je koning!"
"Hier!
Wacht! Aan de riem!", riep de koning.
Toen rende hij achter
de hond aan.'
Dat
humorvolle samengaan van filosofische draagwijdte met de dagdagelijkse
werkelijkheid, geeft De koning en de zee zijn toegankelijke charme. Wolf
Erlbruchs atypische koningsfiguurtje, dat er in geen enkel opzicht majestueus
uitziet, laat een onverwacht uitgebreid scala van emoties zien: in de omtrekken
-- zelfgenoegzaamheid, twijfel, boosheid, overgave, genot etc. spreken
grotendeels uit de houdingen die hij aanneemt -- en in de variatie in de
simpele streepjes die ogen en mond vormgeven. Erlbruch is wars van decoratie.
Hij plakt zijn collages, die afgewerkt zijn met kleurpotlood, tegen een vrijwel
lege achtergrond, zodat het accent volledig op de figuur en zijn
gemoedsbeweging valt.
Illustraties die zijn teruggebracht tot essentiële lijnen
en vormen, en verhalen die hun invulling krijgen door wat onuitgesproken
blijft, vormen een combinatie waar je niet op uitgekeken raakt. Een zeer
gewaardeerde heruitgave.
Heinz Janisch, Wolf Erlbruch: De koning en de zee, Hoogland
en Van Klaveren, Hoorn, 2024, 48 p. : ill.
ISBN 9789089674494. Vertaling van
Der König und das Meer door Berd Ruttenberg
deze pagina printen of opslaan