4+ - ‘Schipper mag
ik overvaren, ja of nee, moet ik dan ook geld betalen, je of nee?’ Zo begint
een van de bekendste kinderliedjes. En zo begint ook dit prentenboek en wees er
maar zeker van: veel kleine luisteraars zullen meteen meezingen.
Dat doet de schipper
in het boek niet. Die vindt het maar een rare vraag. Natuurlijk vaart hij over
en natuurlijk moet je daarvoor betalen. ‘HET IS ZIJN BAAN!’ De mensen vragen
wel eens of het niet saai is, dat almaar heen en weer varen. Maar daar houdt de
schipper net van, dat is ‘lekker duidelijk’. De illustratie trekt dat
duidelijke meteen in twijfel. De steiger waar zijn pont moet aanmeren ziet er
allerminst duidelijk uit: gammeler kan haast niet: hij bestaat uit ultradunne,
extra hoge stammen, er klauteren bevers op en naast de schipper ligt een
pelikaan, schijnbaar uitgeteld. De pont ziet er op de volgende prent ook al erg
ongewoon uit: smal en hoog als een grote vaas, maar ja, dat heb je met zo’n
hoge steiger.
Maar goed, alles blijft zijn gewone gangetje gaan, tot op een nacht een storm
opsteekt, niet zomaar een storm, maar een die ‘blaast en raast./ Buldert en
brult./ Giert en Tiert.’ Geen pretje voor de schipper, maar wel fantastisch om
naar te kijken op de wervelende prent én een plezier om voor te lezen, ook
verder wanneer er van alles door de lucht vliegt: ‘Klats! Klabam! Pats!’
Wanneer de ochtend aanbreekt, blijkt het een grote bende en raakt de schipper
helemaal het noorden kwijt. Vervolgens lijkt hij ook zijn baan kwijt te raken
wanneer pelikanen en een arend de mensen over vliegen, een krokodil mensen over
zwemt én een octopus zelfs een hele klas over het water zet, met veel zwier
geschilderd door Marijn van der Wateren: de joelende kinderen roepen het
plezier van een attractie in een pretpark op (behalve voor de juf!).
‘Maar
mopper-de-mopper, waar blijven de bevers? Zij doen helemaal niks!’ Dat ‘niks’
moet je intussen met een grote korrel zout nemen. De aandachtige kijker kon op
elke prent zien hoe de bevers ijverig met van alles heen en weer zwommen:
takken, een gereedschapskoffer, een tafel, een olievat, golfplaten, een badkuip
enzovoort. Ook nu volgt een leuk fragment om voor te lezen: ‘Ze sprokkelden,
sleepten, duwden en sjouwden. / Knaagden, knutselden, timmerden, bouwden.’ De
rest laat zich raden…
Plezier verzekerd met dit wervelende prentenboek:
voorleesplezier met de klankrijke tekst, maar vooral toch kijkplezier met de
chaotische prenten vol visuele grapjes.
Tiny Fisscher, Marijn van der
Wateren: Schipper mag ik over… Volt, Amsterdam 2025, 28 p. : ill. ISBN 9789021498058. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan