Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Dave Eggers, Júlia Sardà (ill.): De bizarre Verhuizing van Mevrouw Millers Villa. Een waargebeurd verhaal

door Henk van Viegen

7+ - Arme vertaalster Marion Everink! Maak maar eens zo’n zelfde daverende, vol allitererende titel als de oorspronkelijke Moving the Millers’ Minnie Moore Mine Mansion. Daarin zit zo’n beetje de hele geschiedenis van dit waargebeurde verhaal.
 
Er wordt een keer bij toeval zilver gevonden op het terrein van John ‘Minnie’ Moore uit Bellevue in de staat Idaho, en zo ontstaat daar een zilvermijn. Dan hebben we al de Minnie Moore Mine. Moore verkoopt jaren later de grond met daarop de mijn aan een Engelsman, Henry Miller (geestige naam), die er speciaal voor zijn vrouw Annie (wel een Amerikaanse) een echt herenhuis (de mansion) op laat zetten. Zo wordt het een mansion van de Millers. Nu nog ‘moving’.
 
Dat zit zo. Op een dag overlijdt Henry. Annie blijft achter met hun zoontje Douglas, en gaat failliet doordat ze zich laat bedriegen door een rotzak van een bankier. Om aan geld te komen, besluit Annie varkens te gaan fokken, maar dat mag niet in de stad waar ze wonen. Dus gaan zij en Douglas verkassen naar net buiten de stad. Ze nemen het huis mee, dankzij een stelletje noeste en handige werkers (nagenoeg allemaal met flinke baarden en/of enorme snorren), die de stenen van de fundamenten nummeren en het huis op boomstammen naar de nieuwe plek rollen. Erg handig. Het duurt een maand en Annie en Douglas kunnen er gewoon in blijven wonen tijdens de rit. De twee Millers leven nog lang en gelukkig, de varkens korter (zie de geinige slotpagina) en gelukkig.
 
De verteller slaat een gezellig, maar ook wel wat gemaakt toontje aan. Maar hij gaat nergens op de knieën en is niet bang voor wat moeilijke woorden. Hij spreekt je toe of stelt je een vraag, de ene keer met meer humor dan de andere. Soms zou een grap aan de doelgroep voorbij kunnen gaan, bij voorbeeld als Henry Annie op cultuurreis naar Europa stuurt. Iedereen weet, zegt de verteller even later, dat Amerikanen vooral gaan boemelen als ze in Europa zijn. Leuk is de aardrijkskundige aanduiding van Engeland: een eilandstaat een heel eind van Idoha vandaan, toen al en nu nog steeds.
 
Goed, het is een leuk verhaal, maar de echte charme van het boek komt van de ervaren en productieve illustratrice Júlia Vardá, onder andere bekend van haar illustraties voor klassiekers als Alice in Wonderland en De tovenaar van Oz. Niet alleen begeleidt ze vaardig het verhaal, ze maakt het rijker door allerlei toevoegingen (wat ook leuk is voor de kleine meekijker). Zo maakt ze van de blauwe bloem die Annie krijgt, samen met de sleutel van het nieuwe huis, een mooi leidmotief. Zonder nadruk laat ze het verstrijken van de tijd zien, in het begin bijvoorbeeld door Minnie Moore bij de verkoop van zijn land een (wandel)stok te geven.
 
Erg geestig is de dubbele pagina waarop te zien is hoe Annies huis leeggehaald wordt door de schuldeisers. Gieren kijken toe, twee dragers verdwijnen achter de spullen, maar een pijp piept nog wel tevoorschijn. Het vaantje op het torentje van het huis, krijgt in het slot gezelschap van een varkentje.
 
Zodra Henry overleden is, verliest Minnie dankzij Vardà snel haar laagje Engelsheid (alleen het kopje thee blijft er in). Ze draagt haar haar informeler, in een lange staart. Soms stopt ze stoer een grasspriet in haar mond, als Calamity Jane bij Lucky Luke. Vardà lijkt sowieso een fan van de Lucky-Luke-verhalen, met van die mannen van de zijkant geportretteerd op een rijtje en vrouwen bij de deur van een huis of een salon. Of, algemener: ze heeft goed gekeken naar afbeeldingen van Amerikaanse streekstadjes begin 20ste eeuw.
 
Het kleurenpalet is bescheiden, met veel bruinen en voor de opbollende wolken gematigd rood en oranje, wat het geheel een mooie samenhang geeft. Op de laatste dubbelpagina blaast Douglas, helemaal links, rookwolkjes uit zijn pijp; bij Annie, helemaal rechts, komen ze uit haar thee. Vardà bereidt ons ook handig voor op de ruime aanwezigheid van afgezaagde bomen voor het rollen, realiseer je je bij het terugbladeren.
 
Een fijn prentenboek voor 7-plussers en oudere lezers, waarin, zoals dat hoort, ook volwassenen bediend worden. In tegenstelling tot zijn vorige prentenboek (Dingen van ver, Paolo 2021) is Eggers is deze keer puur verhalend, moraalloos, en zonder oproep tot reflectie (zoals in De ogen en het onmogelijke). Verder dan een paar cabareteske knipoogjes gaat het niet.
 
En die Nederlandse titel is zo slecht nog niet. Met dat goed gekozen woord ‘bizarre’ en terechte aandacht voor Mevrouw (het is immers echt haar idee), waarmee ook nog wat alliteratie ‘gered’ is. Door de hoofdletters rijmen de V’s ook nog, voor het oog.
 
Dave Eggers, Júlia Sardà: De bizarre Verhuizing van Mevrouw Millers Villa; een waargebeurd verhaal, Parade, Utrecht 2025, 46 p. : ill. ISBN 9789493408012. Vertaling van Moving the Millers’ Minnie Moore Mine Mansion door Marion Everink

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Breken is bouwen. Vijfenzeventig jaar Vijftigers

Graa Boomsma

Een mandje aarde

Yosa Buson

Geweten. Over Israël en Palestina

Maurits de Bruijn

Praat dan met mij

Yves Peirsman

Speuren in Lucebert. Een lezersvisie op diens gedichten

H.U. Jessurun d’Oliveira

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Dieren spotten doe je zo!

Aline Portman

Hoe vijanden vrienden kunnen worden

Yuval Noah Harari, Ricard Zaplana Ruiz (ill.)

Mijn broer is een baas

Jenny Jägerfeld

Neem een kip

Erna Sassen, Martijn van der Linden (ill.)

Zuid

Marieke ten Berge (ill.), Eva Moraal

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri